16
Observeren mondelinge taalvaardigheid jonge kind
Hoe kan je de mondelinge taalvaardigheid van jonge kinderen observeren? Deze kijkwijzers, gebaseerd op het leerplan, geven je een leidraad om de doelen van mondelinge taalvaardigheid in allerlei situaties te observeren.
Zelfevaluatie bij het schrijven van een instructie
In Zin in leren! Zin in leven! lees je bij TOsn3 dat leerlingen schrijfstrategieën met behulp van de leraar steeds strategischer moeten kunnen inzetten. In de leerinhouden lees je dat ze informatie overzichtelijk kunnen neerschrijven in een instructie.
Kijkwijzer gesprekken voeren
In Zin in leren! Zin in leven! lees je bij TOmn3 de leerinhouden en leerlijnen gesprekken voeren en bij TOtn1 het communicatiemodel. De kijkwijzer gesprekken voeren geeft je een alomvattend beeld om vanuit de factoren van de communicatieve situatie je leerlingen te observeren in allerlei soorten gesprekken.
Evaluatie via het communicatief model
In Zin in leren! Zin in leven! lees je bij TOtn1 het communicatiemodel. Dat model vind je ook terug in de leerlijnen van de mondelinge taalvaardigheid en de schriftelijke taalvaardigheid (TOsn1 en TOsn3). Je kan je een beeld vormen van de wijze waarop de leerlingen in hun spreken, luisteren, lezen en schrijven gebruikmaken van de belangrijkste factoren in de communicatieve situatie.
Leesmotivatie en leesinteresse nagaan
In Zin in leren! Zin in leven! lees je dat we leerlingen plezier willen laten beleven aan taal. Hoe staat het met hun leesplezier, de motivatie daarvoor en hun interesse in lezen?
Nadenken over gebruikte leesstrategieën
In Zin in leren! Zin in leven! lees je bij TOsn1 dat leerlingen leeststrategieën met behulp van de leraar steeds strategischer moeten kunnen inzetten. In de sleutels voor effectieve didactiek (VLOR, 2019) raden experten aan om expliciet strategie-instructie toe te passen.
Interesse in lezen bevragen
In Zin in leren! Zin in leven! lees je bij TOtg1 dat we leerlingen plezier willen laten beleven aan taal. Hoe staat het met hun leesplezier, de motivatie daarvoor en hun interesse in lezen zoals opgenomen in TOsn1 en TOsn2? We vragen de leerlingen in welke mate lezen behoort tot hun vaste bezigheden enerzijds en anderzijds welk beeld ze van zichzelf hebben over hun lezen.
Gesprek over leesstrategieën
In Zin in leren! Zin in leven! lees je bij TOsn1 dat leerlingen leeststrategieën met behulp van de leraar steeds strategischer inzetten. In de sleutels voor effectieve didactiek (VLOR, 2019) raden experten aan om expliciet strategie-instructie toe te passen.
Evaluatietechnieken begrijpend lezen in de les
Niets zo moeilijk als weten of je leerlingen met begrip lezen. En vooral, wat doen ze dan tijdens het lezen?
Kunnen de leerlingen voldoende vlot lezen om leeftijdsadequate teksten te begrijpen?
Leerlingen leren woorden steeds vlotter en vloeiender lezen. Naarmate ze beter lezen doen ze dat met groepen van woorden om tot slot vloeiend en zonder haperen zinnen en verhalen te lezen. We leren leerlingen ook aan dat steeds expressiever te doen.
Leesontwikkeling in kaart brengen tijdens vrij lezen
Elke dag twintig minuten vrij lezen is niet alleen goed om aan begrijpend lezen te werken. Deze momenten werken ook goed om de leesontwikkeling van leerlingen in kaart te brengen. Via een informeel leesgesprek krijgt de leraar zicht op de leesvorderingen van individuele leerlingen.
De gesprekskaart
Wanneer leerlingen in kleine groep een gesprek voeren, brengt één leerling het gesprek in kaart: wie spreekt wanneer en reageert op wie? Op basis van de gesprekskaart wordt nadien gereflecteerd op actieve deelname aan een gesprek.
De strandbal
Op een strandbal staan allerlei vragen die gaan over het behandelde thema, moeilijke woorden of sommen. De leerlingen gooien de bal naar elkaar en beantwoorden de vragen. Ze helpen elkaar indien nodig.
Het Muzenboek
In deze portfolio verzamelen de leerlingen via tekeningen, verslagen, foto’s, werkstukjes … informatie over hun muzisch handelen. Daarbij is er ook ruimte voor hun eigen beleving (ideeën, emoties, welbevinden …) en die van de leraar of klasgenoten.
Hoe (meer)talig ben ik
Deze observatietool geeft inzicht in de talige grondhouding van leerlingen en met name in de wijze waarop leerlingen nadenken over taalvariatie, de eigen meertaligheid en de meertaligheid van anderen. Hiervoor observeert de leraar leerlingen tijdens het inkleuren van een 'meertalig mannetje' en peilt hij naar de reacties van een leerling tijdens een gesprek over het meertalig mannetje.
De ontwikkelingsgrafiek
De leerlingen evalueren zichzelf in de vorm van een grafiek. Ze geven aan in welke mate ze iets kunnen of weten doorheen de tijd.
Tijdens het gesprek achteraf, evalueer je persoonsgebonden doelen, zoals hoe een leerling kijkt naar zichzelf, in welke mate hij gelooft te kunnen groeien, hoe hij leerervaringen deelt en reflecteert op zichzelf.
Tijdens het gesprek achteraf, evalueer je persoonsgebonden doelen, zoals hoe een leerling kijkt naar zichzelf, in welke mate hij gelooft te kunnen groeien, hoe hij leerervaringen deelt en reflecteert op zichzelf.