De ontwikkelingsgrafiek

De leerlingen evalueren zichzelf in de vorm van een grafiek. Ze geven aan in welke mate ze iets kunnen of weten doorheen de tijd.
Tijdens het gesprek achteraf, evalueer je persoonsgebonden doelen, zoals hoe een leerling kijkt naar zichzelf, in welke mate hij gelooft te kunnen groeien, hoe hij leerervaringen deelt en reflecteert op zichzelf.

De assen van de grafiek tekenen

sla link op in klembord

Kopieer

Elke leerling tekent op zijn blad een grafiek bestaande uit een horizontale en een verticale as.

De horizontale as stelt altijd de tijd voor, die onderverdeeld kan worden in:

  • Onderdelen van een project;
  • Lesuren van een dag;
  • Sleutelmomenten op een jaar;
  • Scènes uit een verhaal (film, boek, …);
  • Activiteiten uit een les;
  • Begin, midden, einde van een les.

De verticale as stelt datgene voor wat je wil evalueren, bijvoorbeeld de mate waarin een leerling:

  • rekenvaardig is (WDrv4);
  • bewust omgaat met consumeren (IVds5);
  • ... (eender welk doel).

Kleuters tekenen de grafiek niet zelf, maar vertrekken van een voorgetekende grafiek door de leraar.

De ontwikkelingsgrafiek invullen

sla link op in klembord

Kopieer

De leerlingen vullen individueel hun ontwikkelingsgrafiek in, tijdens het proces of als terugblik op het einde van het proces. Ze doen dit als volgt:

  • Boven het eerste tijdselement (op de horizontale as, bijvoorbeeld 'het begin van de les') geven ze met een bolletje aan in welke mate ze al rekenvaardig zijn/bewust omgaan met consumeren. Hoe hoger ze hun bolletje tekenen, hoe meer ze kunnen of weten. Hoe lager ze hun bolletje tekenen, hoe minder ze kunnen of weten.
  • Daarna doen ze hetzelfde boven het tweede tijdselementen enzovoort.
  • Ze verbinden alle bolletjes door middel van een lijn die een evolutie aangeeft.

Kleuters oefenen het invullen van de grafiek klassikaal, en kunnen na regelmatig gebruik eventueel individueel aan de slag gaan.

Vertellen over de ontwikkeling

sla link op in klembord

Kopieer

De leerling gaat aan de hand van de ontwikkelingsgrafiek in gesprek met de leraar over zijn ontwikkeling.

Je evalueert tijdens dit gesprek hoe een leerling kijkt naar zichzelf, in welke mate hij gelooft te kunnen groeien, hoe hij leerervaringen deelt en reflecteert op zichzelf.

  • Komt het beeld dat de leerling van zichzelf schetst overeen met het beeld dat de leraar van hem heeft? Heeft de leerling een positief, realistisch zelfbeeld?
  • Hoe evolueert de grafiek volgens de leerling verder? Zal hij nog bijleren? Wat? Hoe zou hij dit aanpakken? Met andere woorden: gelooft de leerling te kunnen groeien?
  • In welke mate slaagt de leerling erin zijn leerervaringen te delen en te reflecteren op zichzelf?

Grafiek verrijken

sla link op in klembord

Kopieer

Tijdens het gesprek kan de leerling de grafiek verder verrijken: door vragen van de leraar kan de leerling tot inzicht komen waarom de lijn omhoog of omlaag gaat. De uitleg hierbij schrijft of tekent de leerling bij de lijn (daar waar de lijn omhoog of omlaag gaat).

Voorbeeldvragen:

  • Wat maakte dat je aan het begin van de les nog niet veel wist/kon?
  • Wat heeft er voor gezorgd dat je in deze fase van het project veel hebt geleerd?
  • Hoe komt het dat je aan het einde van de week ineens minder begreep van de oefeningen?
  • ...

Patronen

sla link op in klembord

Kopieer

Tijdens het gesprek kunnen de leerling en leraar ook patronen ontdekken:

  • Wanneer gaat de lijn steeds naar omhoog? (bijvoorbeeld: telkens als ik mag samenwerken met andere leerlingen leer ik het meest).
  • Wanneer gaat de lijn steeds naar omlaag? (bijvoorbeeld: naar het einde toe leer ik niet meer veel bij omdat ik niet meer geconcentreerd ben).

Voorbeeld rekenvaardigheid

sla link op in klembord

Kopieer

Tijdens een les waarin de leerlingen rekenoefeningen maken, gaan de leerlingen na elke lesfase na hoe goed ze dit al kunnen.

  • Voor de les: de leerling geeft zijn beginsituatie weer, hij begrijpt het nog niet helemaal.
  • Na de uitleg van de leraar: hij begrijpt het nog niet helemaal maar wel al beter dan bij de start.
  • Na het maken van oefeningen: het lukt hem al aardig. De reden hiervoor: de leerling naast hem legde een oefening uit.
  • Na de individuele uitleg van de leraar: hij begrijpt het helemaal. De reden hiervoor: de leraar legt iets rustig uit en maakt samen met hem een oefening.

Voorbeeld bewust omgaan met consumeren

sla link op in klembord

Kopieer

In het praktijkvoorbeeld ‘wie kringt die wint’ doorlopen leerlingen een aantal stappen waarvan ze op het einde evalueren op welk moment ze al dan niet veel bijleerden.

  • Stap 1: ze bevragen mensen in hun omgeving aan de hand van een enquête met de vraag wat ze met spullen doen die ze niet meer gebruiken.
  • Stap 2: ze leren over en brengen een bezoek aan de kringwinkel.
  • Stap 3: ze maken kennis met de duurzame ontwikkelingsdoelen.
  • Stap 4: ze denken na over mogelijke acties die ze zelf kunnen ondernemen en maken een keuze voor thuis en op school.
  • Stap 5: ze evalueren tot slot hun leerproces.

Aan de hand van deze ontwikkelingsgrafiek gaan leerlingen in gesprek over hun ontwikkeling.

Over deze databank

De evaluatiebox biedt een veelheid aan verschillende evaluatie-instrumenten aan waaruit jij en je collega's kunnen kiezen. Daarbij kun je uitgaan van een bepaald ontwikkelveld, -thema of specifieke doelen. Je kunt ook een keuze maken op basis van een bepaalde referentieperiode. De evaluatiebox bevat ook gevalideerde, leergebiedgebonden toetsen. Dit om tegemoet te komen aan de decretale verplichting om op het einde van het gewoon basisonderwijs minstens drie leergebieden te toetsen met het oog op interne kwaliteitsontwikkeling. Gebruik de filters om gerichter te zoeken.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio