Elke dag twintig minuten vrij lezen is niet alleen goed om aan begrijpend lezen te werken. Deze momenten werken ook goed om de leesontwikkeling van leerlingen in kaart te brengen. Via een informeel leesgesprek krijgt de leraar zicht op de leesvorderingen van individuele leerlingen.
- TOsn1Een schriftelijke boodschap verwerkendetail
- -3Steeds complexere talige en niet-talige boodschappen, afgestemd op interesse, leefwereld en leesniveau, verwerken
- Informatie ordenen, verbinden of samenvatten (uit verhalen en informatieve teksten uit kinderliteratuur, schoolboeken en andere media)
- -3Allerlei complexere talige en niet-talige boodschappen, afgestemd op interesse en ruimere leefwereld, verwerken
- TOsn2Voldoende vlot kunnen lezen om leeftijdsadequate teksten te begrijpendetail
- -6Begrijpen wat je leest
- -1Een voor hen bestemde tekst hardop of fluisterend lezen
Tijdens het vrij-leesmoment neemt de leraar een leerling apart en stelt enkele vragen over het boek dat de leerling aan het lezen is. Aan het eind van het gesprek heeft de leraar een zicht op:
De leraar stelt onderstaande vragen met bijbehorende opdrachtjes bij het boek van de leerling.
De leraar maakt een kort schriftelijk verslag van het gesprekje. Hij vult hiervoor een 'leesrapportje' in.
De leerling krijgt uit het reflectiegesprek met sterktes en zwaktes een aandachtspunt mee voor een volgend vrijleesmoment.
Voor het volgende vrijleesmoment brengt de leraar het aandachtpunt van de leerling in herinnering. De leraar kan verder observeren. Indien nodig, ondersteunt de leraar op een aantal aspecten.
De volgende tips kunnen de leerling ondersteunen in het persoonlijke aandachtpunt.