Elke dag twintig minuten vrij lezen is niet alleen goed om aan begrijpend lezen te werken. Deze momenten werken ook goed om de leesontwikkeling van leerlingen in kaart te brengen. Via een informeel leesgesprek krijgt de leraar zicht op de leesvorderingen van individuele leerlingen.
Tijdens het vrij-leesmoment neemt de leraar een leerling apart en stelt enkele vragen over het boek dat de leerling aan het lezen is. Aan het eind van het gesprek heeft de leraar een zicht op:
De leraar stelt onderstaande vragen met bijbehorende opdrachtjes bij het boek van de leerling.
De leraar maakt een kort schriftelijk verslag van het gesprekje. Hij vult hiervoor een 'leesrapportje' in.
De leerling krijgt uit het reflectiegesprek met sterktes en zwaktes een aandachtspunt mee voor een volgend vrijleesmoment.
Voor het volgende vrijleesmoment brengt de leraar het aandachtpunt van de leerling in herinnering. De leraar kan verder observeren. Indien nodig, ondersteunt de leraar op een aantal aspecten.
De volgende tips kunnen de leerling ondersteunen in het persoonlijke aandachtpunt.