In Zin in leren! Zin in leven! lees je bij TOsn3 dat leerlingen schrijfstrategieën met behulp van de leraar steeds strategischer moeten kunnen inzetten. In de leerinhouden lees je dat ze informatie overzichtelijk kunnen neerschrijven in een instructie.
- IVzv3Doelgericht en efficiënt handelen door taken te plannen, uit te voeren, erop te reflecteren en waar nodig bij te sturen in functie van zelfredzaam en zelfstandig functioneren
- TOsn3Een schriftelijke boodschap overbrengendetail
- Vrij schrijven (over gevoelens, ervaringen, gedachten, verwachtingen)
- Zich expressief uiten (over gevoelens, gedachten, meningen, fantasieën)
- Een verslag schrijven (over gebeurtenissen, (voor)gelezen verhalen of teksten)
- Informatie overzichtelijk neerschrijven (in aantekeningen, antwoorden, oproepen, instructies, formulieren, correspondentie)
- TOsn4Bij het schrijven aandacht besteden aan zins- en tekststructuur, lay-out en beeldende elementen, leesbaarheid, spelling en interpunctie
Schrijfonderwijs evalueren is niet eenvoudig. Uiteraard kan je als leraar elke tekst nalezen en evalueren, maar je kan leerlingen ook een grote(re) inbreng laten hebben. Zo is een zelfevaluatieformulier een concreet voorbeeld van krachtig, positief en ontwikkelingsgericht evalueren. In die zin ga je ook na in welke mate de leerling zijn taken doelgericht en efficiënt plant, uitvoert, erop reflecteert en bijstuurt (IVzv3).
In de eerste plaats om na te gaan of de schrijftaak (TOsn3 en TOsn4) voldoet aan de criteria. Bovendien wil ik zicht krijgen in hoeverre de leerlingen het schrijfproces (TOsn3) kunnen doorlopen en erover reflecteren. Dat hangt samen met IVzv3, in welke mate de leerlingen hun eigen taak kunnen bijsturen naar aanleiding van de reflecties. Ik heb bij het opstellen van de evaluatiecriteria geprobeerd om aandacht te hebben voor alle fasen van het schrijfproces en dus niet enkel voor het eindresultaat. Bij effectief schrijfonderwijs ligt de nadruk immers op een procesgerichte aanpak, waarbij het hele redeneerproces van de leerlingen veel belangrijker is dan het product. Zo gaan de evaluatiecriteria dus ook over de verschillende schrijfstrategische vaardigheden, die ruimer zijn dan alleen maar het uitschrijven van een tekst. Er wordt in dit zelfevaluatieformulier ook gevraagd naar het verzamelen van gegevens, het ordenen, het nalezen en verzorgen van de tekst …
Het zelfevaluatieformulier is opgesteld bij het schrijven van een instructie. Ik heb deze schrijfopdracht zo opgevat dat de leerlingen na het schrijven hun instructie mogen voorleggen aan een medeleerling, die de instructie probeert uit te voeren en daarna feedback geeft.
Het zelfevaluatieformulier is opgesteld bij het schrijven van een instructie. Het kan gebruikt worden bij schrijfopdrachten over uiteenlopende onderwerpen: de leerlingen kunnen bijvoorbeeld een instructie schrijven over het vouwen van een origamifiguur, het knopen van een das, het uitvoeren van een eenvoudig recept, het plakken van een fietsband … De leerling kan het al gebruiken na het schrijven van de eerste versie, om op basis van de feedback de tweede versie te schrijven.
Deze zelfevaluatie past best bij leerlingen vanaf 9 jaar. We verwachten dat de leerlingen stilaan strategischer te werk gaan, maar daar nog niet helemaal aan voldoen en dat ze reflecteren over de gebruikte strategieën en het schrijfproces.
Leerlingen kunnen op deze wijze leren van zichzelf, van anderen, van de leraar. Je kan als leraar extra ondersteuning geven door expliciet in te zetten op bepaalde strategieën en/of bepaalde strategieën te modelen.
Met deze reflectiewijzer kunnen de leerlingen nadenken over hun eigen schrijfstrategieën.