Quality is never an accident; it is always the result of high intention, sincere effort, intelligent direction and skillful execution; it represents the wise choice of many alternatives.”
William A. Foster
Kwaliteitsvol werken aan GOK wil zeggen dat je de extra omkadering (GOK-uren/SES-lestijden) doelgericht inzet om voor elke lerende een passende begeleiding te bieden met het oog op gelijke onderwijskansen. Je ontwikkelt je kwaliteit van je onderwijsleerpraktijk vanuit een gedragen visie. Je GOK-werking evalueer je cyclisch, systematisch en betrouwbaar vanuit de resultaten en effecten bij de lerenden (Dashboard ROK-kader).
Je moet met andere woorden een antwoord kunnen geven op de volgende vragen:
Deze vragen vormen de basis van kwaliteitszorg. Je herkent ze in de (kwaliteits)GOK-cirkel, de pdca-cirkel, het Q5-model ... In deze handleiding vind je alle elementen en stappen die je doorloopt om kwalitatief en doelmatig aan je gelijke kansen en zorgbeleid te werken.
Wil je meer lezen op onze PRO.-pagina Kwaliteitsontwikkeling?
"Als je een schip wil bouwen, beveel de mensen dan niet om hout te verzamelen, verdeel het werk niet voor hen, geef geen orders. Nee, leer hen te verlangen naar de onmetelijke uitgestrektheid van de zee."
Antoine de Saint-Exupéry
De missie en visie van het GOK-beleid zijn geënt op de missie en de visie van je school. In de missie beschrijf je kernachtig waarvoor je school staat. Wat is de kernopdracht? Waarvoor staat je school? In de visie omschrijf je de kernwaarden van je zorg- en GOK-werking. De missie en de visie zijn voor je praktijk immens belangrijke fundamenten.
Via deze bronnen kun je verdere achtergrondinfo vinden:
Scholen krijgen extra middelen op basis van de SES-kenmerken/GOK-indicatoren van hun leerlingen. Je school ontvangt die middelen in de vorm van lestijden en werkingsbudget.
Om zicht te krijgen op hoe je deze middelen zo efficiënt mogelijk kunt inzetten zodat deze een maximaal effect hebben op de leerlingen, voer je het best een beginsituatieanalyse (BSA) uit. Je neemt als het ware een schoolfoto die jou informatie geeft over aspecten van de verschillende rubrieken uit het referentiekader onderwijskwaliteit:
In een GOK-beginsituatieanalyse leg je expliciet de focus op leerlingen met kwetsbare socio-economische status. Je wil als school te weten komen waar de sterktes en groeikansen liggen in het GOK-beleid. Dat is echter een heel algemene vraag. Om je onderzoek te richten heb je concretere onderzoeksvragen nodig.
“If we knew what we were doing, it would not be called research, would it?”
Albert Einstein
Een beginsituatieanalyse van het GOK-beleid in je school komt dus concreet tot stand doordat je aan de slag gaat met concrete onderzoeksvragen. Het nadenken over wat je wil te weten komen is dan ook een belangrijke fase in de BSA.
De belangrijkste algemene onderzoeksvragen zijn:
In onderwijs maakt men vaak gebruik van intuïtie, ervaring en buikgevoel. Wanneer je kwaliteitsvol wil werken is het belangrijk dat je je intuïtie uitdaagt door zo objectief mogelijk data te verzamelen om bovenstaande vragen te beantwoorden.
Gegevens kunnen kwantitatief van aard zijn (aantal ongewettigde afwezigheden, evolutie in B-attesten, aantal meertalige kinderen …) of kwalitatief van aard (observaties, gesprekken, teksten, vergaderverslagen …). Beide vormen van gegevens kunnen een meerwaarde zijn voor een doeltreffend GOK-beleid. Verzamel je gegevens ook op meerdere niveaus: op leerlingen-, leraren- en op schoolniveau.
Gegevens vind je op alle mogelijke plekken. We noemen die plaatsen bronnen.
Je kunt een indeling maken volgens drie criteria:
Beschikbare bronnen van anderen: dit zijn bronnen die anderen buiten je school hebben samengebracht:
Schooleigen bronnen: bronnen die je in je eigen school ter beschikking hebt en waaruit je zelf data kunt selecteren en bewerken.
Eigen onderzoek: je verzamelt zelf informatie dat je uit eigen onderzoek samenstelt.
Op de PRO.-pagina Kwaliteitsontwikkeling vind je een databank met verschillende kwaliteitsinstrumenten.
Soms is meteen duidelijk waaraan je wil werken met het GOK-beleid. In andere gevallen zijn er methodieken die je kunnen helpen prioriteren. Je houdt best rekening met:
Hier vind je een aantal technieken om te prioriteren:
Het formuleren van doelstellingen is een moeilijke maar essentiële stap in een goed GOK-beleidsplan. Doelstellingen geven de bestemming weer waarop je acties zich moeten richten. We kunnen werken met strategische doelen en met operationele doelen.
Een strategische doelstelling geeft kort en bondig weer waar het team op langere termijn wil voor gaan. De doelstelling is heel nauw verbonden met de missie en de visie van de organisatie en heeft een sterk emanciperend karakter. Dat wil zeggen dat een strategische doelstelling motiverend en inspirerend werkt. Ze heeft de kracht om het team gezamenlijk doelgericht te laten werken.
Een strategische doelstelling kun je op alle niveaus formuleren. Wij suggereren echter om dat enkel op leerlingenniveau te doen. De leerling staat immers centraal in onze onderwijsorganisatie. Alle verdere concretiseringen, doelstellingen en acties zijn er allemaal op gericht om zoveel mogelijk (leer)hindernissen weg te werken voor kinderen en jongeren met kwetsbare socio-economische status.
Via operationele doelstellingen worden doelstellingen op lange termijn en middellange termijn omgezet in kortetermijndoelstellingen. De operationele doelstellingen zijn namelijk een meer concrete vertaling van de omvattende en relatief abstracte ambitie die verwoord staat in een strategische doelstelling. Ze geven een antwoord op de vraag: ‘Wat moet de school doen om het gewenste resultaat, geformuleerd in de strategische doelstelling, te bereiken?’ Je kunt de operationele doelstellingen beschouwen als deeldoelstellingen van de strategische. Ook hier formuleer je ze best toekomstgericht en SMART.
Is de operationele doelstelling duidelijk en concreet? De doelstelling moet een waarneembare actie, gedrag of resultaat beschrijven waaraan een getal, bedrag, percentage of ander kwantitatief gegeven verbonden is. Is de doelstelling geformuleerd op het niveau van de leerling, leraar of school?
Is de doelstelling zichtbaar? Je moet op een bepaald moment een antwoord kunnen geven op de vraag in welke mate je doelstelling gerealiseerd is. Een meetbaar, zichtbaar doel moet je kunnen zien, horen, proeven, ruiken of voelen. Wanneer je bij de BSA een nulmeting uitvoert, kan je een startsituatie bepalen en zo een evolutie al dan niet zichtbaar maken in de evaluatiefase. Niet alles is echter meetbaar. Vergeet zeker ook niet de –‘ART’ hieronder mee in beeld te brengen.
In deze fase leg je meteen ook je indicatoren vast. De indicatoren zijn concrete, observeerbare elementen die je zichtbaar kan maken bij de evaluatiefase. Ze vertellen je in welke mate je je doel hebt bereikt.
Een operationele doelstelling moet niet enkel in overeenstemming zijn met de missie, de visie en de strategische doelstelling. Je moet ook draagvlak hebben voor de operationele doelstelling. Zijn de collega’s, de ouders en de leerlingen bereid zich te verbinden aan de doelstelling?
De operationele doelstelling moet haalbaar zijn. Werken aan gelijke kansen vraagt heel wat inspanningen van alle participanten. Die inspanningen moeten realistisch zijn. Stel jezelf ook de vraag of er voldoende knowhow, middelen en bevoegdheden zijn om een doelstelling na te streven.
Een operationele doelstelling geeft op een concrete observeerbare manier een gewenste situatie weer op een bepaald moment in de toekomst. Je doelstelling mag een zeer hoog fotografisch karakter hebben.
Hou je meer van SMART-doelen? Lees hier meer.
Het actieplan beschrijft de acties die je vanuit de GOK-werking uitvoert om de doelstellingen te halen. Het actieplan helpt je om alle acties te monitoren. In onze databank en op onze PRO.-pagina Kwaliteitsvol werken geven we enkele voorbeelden mee van actieplannen.
Actieplannen kunnen heel verschillende vormen aannemen. Een goed actieplan beantwoordt wel aan volgende kenmerken:
Een evaluatie is een proces waarbij de school op een systematische wijze nagaat of de vooropgestelde doelen worden bereikt en welke acties daartoe bijgedragen hebben. Hieronder geven we je een overzicht van verschillende zelfevaluatie-instrumenten. Een zelfevaluatie-instrument is echter maar een fractie van wat zelfevaluatie voor een school moet betekenen. Zelfevaluatie is vooral een cultuur, een houding van voortdurend reflectief naar je eigen handelen kijken.
Hier vind je een overzicht zelfevaluatie instrumenten.
Na de evaluatie bekijk je wat er moet worden bijgestuurd of gebannen, maar vooral ook wat moet worden vastgehouden of geborgen. Werken met een PDCA- of GOK-cirkel is samen de cirkel een helling opduwen. Als je de spie van het borgen er niet onder stopt, bolt hij terug en gaan al je inspanningen verloren. Borgen betekent voor scholen ook dat we regelmatig opfrissen wat we samen hebben bereikt en dat er bijvoorbeeld nieuwe leraren of docenten onmiddellijk het afgelegde parcours binnengetrokken worden. De cirkel moet blijven draaien maar het is de spie van het borgen die de kwaliteit van je werking vooruithelpt.
Niet alleen het uitvoeren van de acties, maar ook het effect moet geëvalueerd worden. Met andere woorden: worden de beoogde doelstellingen behaald? Het is logisch dat de evaluatie van het resultaat aangepast moet zijn aan de vooropgestelde doelstelling: doelstellingen op het niveau van de leerkracht (bijvoorbeeld: de leerkracht hanteert interactieve werkvormen) kunnen het best worden geëvalueerd door het handelen van de leerkracht in kaart te brengen (dus: vaststellen of er inderdaad een grotere variatie van werkvormen in de klas wordt gebruikt). Conform de formulering van doelstellingen, moeten resultaten (effecten) in kaart worden gebracht op het niveau van de leerlingen, de leraren en de school.
Nog inspiratie nodig om zelf aan de slag te gaan? Neem dan zeker een kijkje in het document “Al ROKkend GOKken”.