Bouwstenen duaal leren

Onderwijsloopbaan

sla link op in klembord

Kopieer

Duaal leren: een positieve keuze

sla link op in klembord

Kopieer

De keuze voor duaal leren wordt best ingebed in de onderwijsloopbaanbegeleiding, een van de vier domeinen van de leerlingenbegeleiding. We kaderen dit in een zorgbreed en kansenrijk onderwijs. Een goede onderwijsloopbaanbegeleiding houdt immers rekening met de talenten en competenties van elke individuele leerling, waardoor studieadviezen ruimer kunnen zijn dan het aanbod in de eigen opleidingsinstelling. 

Het verplichte advies over arbeidsrijpheid en -bereidheid voor leerlingen van de opleidingen in de A- en D/A-finaliteit die kunnen instappen in een duale opleiding (ook in buso) zal dus een onderdeel zijn van deze onderwijsloopbaanbegeleiding. Het oriënteringsproces naar duaal leren wordt zo een bewuste, positieve keuze van de leerling en kadert in een leerlijn van onderwijsloopbaanbegeleiding.

Om zo weinig mogelijk planlast te genereren, raden we de scholen aan pragmatisch om te gaan met het advies arbeidsrijpheid en -bereidheid. Scholen maken best gebruik van relevante informatie waarover ze reeds beschikken. Praktijklessen, gewone stages en observatie-activiteiten kunnen zeker een goed inzicht geven in arbeidsrijpheid en -bereidheid in functie van oriëntering naar duaal leren. Daarnaast bieden de doelen uit het Gemeenschappelijk Funderend Leerplan (GFL) en de ontwikkelingsdoelen van het buso ook heel wat mogelijkheden om via vakken en projecten in te schatten of leerlingen arbeidsrijp en/of -bereid zijn.

Leerlingen die interesse hebben in duaal leren kunnen in het schooljaar voorafgaand aan hun instap via een snuffelstage kennismaken met een beroep of een werkplek.

Juridische aandachtspunten

sla link op in klembord

Kopieer

Niet-bindend advies over de arbeidsrijpheid en -bereidheid: de facto moeten scholen een advies over arbeidsrijpheid en -bereidheid formuleren voor alle leerlingen uit de A- en D/A-finaliteit. Meer info vind je in de Algemene Pedagogische Reglementering (APR 3).

Heb je vragen?

sla link op in klembord

Kopieer

Zoek je ondersteuning bij het verbreden of verfijnen van de onderwijsloopbaanbegeleiding op school in functie van een kwaliteitsvol advies over de arbeidsrijpheid en de arbeidsbereidheid? Contacteer de schoolbegeleider van je regiopedagogische begeleiding schoolbeleid per regio.

Concreet aan de slag

sla link op in klembord

Kopieer

Wil je meer informatie over het geven van een onderbouwd advies over de arbeidsrijpheid en de arbeidsbereidheid? Of wil je de mogelijkheden verkennen die het GFL biedt om aandacht te besteden aan de specifieke competenties die belangrijk zijn in de context van de duale opleiding? Ga naar onderwijsloopbaanbegeleiding op de tegel 'concreet aan de slag'.

Visievorming

sla link op in klembord

Kopieer

Duaal leren: wat, waarom, hoe?

sla link op in klembord

Kopieer

Als een school kiest om duaal leren op te nemen in het opleidingsaanbod zal dit steeds gepaard gaan met het ontwikkelen van een instellingseigen visie op duaal leren. De voorbereiding op de invoering van het duaal leren start minstens één jaar vooraf en bij voorkeur zelfs nog vroeger.

Informeer je voorafgaandelijk op vlak van:

  • Wettelijk kader? (decreet duaal leren, besluit Vlaamse Regering, omzendbrief, programmatiecriteria...)
  • Welke studierichtingen komen in aanmerking? Waarom (niet)?
  • Welke meerwaarde zie je in duaal leren voor de leerlingenpopulatie?
  • Wat is het aanbod in de scholengemeenschap? Regio?
  • Hoe ziet de lokale arbeidsmarkt eruit? Zijn er al veel erkende leerwerkplekken
  • Wie kan je hierbij ondersteunen? (Pedagogische begeleidingsdienst Katholiek Onderwijs Vlaanderen, Departement Werk en Sociale Economie (WSE), sectoren ...)
  • Wat is het draagvlak bij leraren en medewerkers
  • Wat is het draagvlak bij leerlingen en ouders?
  • Wat is het draagvlak bij lokale werkgevers?

Bij het bepalen van de visie betrek je alle betrokkenen binnen en buiten de school en formuleer je antwoorden op:

  • Waarom doen we dit?
  • Welke waarden in ons opvoedingsproject inspireren ons?
  • Wat zijn onze ambities? 

Vanuit deze visie zal je de rollen, verantwoordelijkheden en taken bepalen binnen de school. Begeleiden binnen duaal leren is teamwork, dus leraren, trajectbegeleiders en mentoren op de leerwerkplek zorgen samen voor de optimale begeleiding van de leerlingen. De trajectbegeleiding staat hierbij centraal.

Het is aanbevolen regelmatig, dus ook na de opstart, met de leraren te reflecteren over de visie en de realisatie ervan in de concrete werking op de werkvloer en op school.

Juridische aandachtspunten

sla link op in klembord

Kopieer

De decreten en besluiten van de Vlaams regering over duaal leren zijn vertaald in de omzendbrief 'duaal leren en de aanloopfase'. Daarbij vertrekken ze van het kader voor het gewoon secundair onderwijs, waarbij ze een eventuele afwijkende regeling voor buitengewoon secundair onderwijs vermelden.

Heb je vragen?

sla link op in klembord

Kopieer

Zoek je ondersteuning bij het ontwikkelen van een schooleigen visie? Contacteer de schoolbegeleider van je regio: pedagogische begeleiding schoolbeleid per regio.

Heb je een specifieke vraag rond programmatie? Contacteer een collega van onderwijsplanning: Chris Van der Vorst (chris.vandervorst@katholiekonderwijs.vlaanderen).

Concreet aan de slag

sla link op in klembord

Kopieer

Meer informatie over visie en ondersteunende tools vind je bij visievorming op de tegel 'concreet aan de slag'.

Curriculum en leerplannen

sla link op in klembord

Kopieer

Overgang naar het studieaanbod in de gemoderniseerde tweede en derde graad

sla link op in klembord

Kopieer

Het aanbod duale opleidingen in het secundair onderwijs situeert zich in de tweede en derde graad in de opleidingen met een arbeidsmarktgerichte component (A-finaliteit en D/A finaliteit). Het duale aanbod is al afgestemd op de nieuwe matrix secundair onderwijs.

In het gemoderniseerde secundair onderwijs zal het curriculum van duale en niet-duale opleidingen identiek zijn. Omdat het duale aanbod al voorloopt op de nieuwe matrix van het secundair onderwijs, werden er standaardtrajecten ontwikkeld bij wijze van overgang.

Die standaardtrajecten faseren uit volgens de uitrol van de matrix secundair onderwijs en worden stelselmatig vervangen door de leerplannen die ook gelden voor de niet-duale leerweg:

  • schooljaar 2022-2023: leerplannen voor tweede graad, standaardtrajecten voor derde graad en se-n-se-opleidingen;
  • schooljaar 2023-2024: leerplannen voor tweede en derde graad, standaardtrajecten voor se-n-se-opleidingen;
  • schooljaar 2024-2025: leerplannen voor tweede en derde graad, standaardtrajecten voor se-n-se-opleidingen;
  • schooljaar 2025-2026: leerplannen voor alle studierichtingen.

De leerplannen kun je raadplegen op de leerplanpagina’s van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. De standaardtrajecten kun je raadplegen op de website van AHOVOKS.

Met de uitrol van de modernisering zal het curriculum van een duale opleiding dus niet meer bepaald worden door het standaardtraject, maar door leerplannen.

  • In de tweede graad verschilt het leerplan voor de praktijkgerichte vorming in de duale opleiding van de A-finaliteit t.o.v. het leerplan voor de praktijkgerichte vorming in de verwante niet-duale opleiding.
  • Vanaf de derde graad zijn er identieke leerplannen zowel voor de algemene als de praktijkgerichte vorming. Beide opleidingen leiden immers naar éénzelfde kwalificatie, enkel de leerweg verschilt. 

Heb je vragen?

sla link op in klembord

Kopieer

Heb je vragen bij het curriculum en de leerplannen van een duale opleiding? Neem contact op met de pedagogisch begeleider van je studiedomein:

Informeren

sla link op in klembord

Kopieer

Geïnformeerd kiezen voor een duale opleiding

sla link op in klembord

Kopieer

Informeren is een onontbeerlijk element om van duaal leren een actieve en bewuste keuze te maken. Uit onderzoek (Viona-onderzoek KU Leuven- december 2021) blijkt dat duaal leren in Vlaanderen nog onvoldoende zichtbaar is als een volwaardige leerweg binnen het secundair onderwijs. Het is dus belangrijk dat de juiste informatie voor alle partijen (leerling, ouders, bedrijf en leraren) vlot vindbaar en toegankelijk is.

Neem voldoende tijd om alle betrokkenen rechtstreeks aan te spreken en geef duidelijke informatie. Je kunt hiervoor, afhankelijk van de doelgroep die je wilt informeren, verschillende initiatieven nemen:  

  • een infoavond voor ouders en leerlingen;
  • info op de website en een flyer of brochure;
  • een klas informeren over duaal leren;
  • een kennismakingsgesprek met potentiële bedrijven, hierbij kan een brochure ondersteunen;
  • tijdens een personeelsvergadering samen met een sectorconsulent leraren informeren over duaal leren.

Concreet aan de slag

sla link op in klembord

Kopieer

Om heldere informatie te geven aan de verschillende betrokkenen kan je je laten inspireren door verschillende bronnen. Voorbeelden, tips en tools vind je op de tegel 'concreet aan de slag' onder informeren.

Programmatie

sla link op in klembord

Kopieer

Waar en wanneer een programmatieaanvraag indienen?

sla link op in klembord

Kopieer

De programmatie van opleidingen duaal leren is, in tegenstelling tot vroeger, niet meer onderworpen aan de interne planningsprocedure (Katholiek Onderwijs Vlaanderen en DPCC). De aanvraagdossiers worden dus rechtstreeks ingediend bij AGODI ten laatste 30 november van het voorgaande schooljaar.

Een aanvraagdossier moet je, voor indiening bij AGODI, eveneens voor overleg bezorgen aan het regionaal of provinciaal overlegforum waaronder je school/centrum ressorteert. De feedback van het overlegforum voeg je toe aan het aanvraagdossier. Zonder die feedback keurt de Vlaamse Regering je aanvraag niet goed. De werking van de elf overlegfora is enigszins verschillend. Je neemt best zelf zo snel mogelijk contact op met het overlegforum van je regio om geïnformeerd te worden over timing en aanpak van het overleg. De contactpersonen vind je in bijlage 5 van SO 61.

Juridische aandachtspunten

sla link op in klembord

Kopieer

Programmatie duale opleiding en niet-duale variant

sla link op in klembord

Kopieer

Het is niet verplicht naast een duale opleiding ook de niet-duale variant aan te bieden. Een school kan er dus voor kiezen om een opleiding enkel via een duale leerweg aan te bieden. Daarnaast is het ook niet nodig om een concordantie aan te vragen voor een duaal structuuronderdeel. Die structuuronderdelen zijn immers al afgestemd op de matrix secundair onderwijs en blijven dus behouden in het aanbod.

Vanaf schooljaar 2025-2026, wanneer heel het secundair onderwijs gemoderniseerd is, zal een centrum voor deeltijds onderwijs enkel duale opleidingen of aanloopfase kunnen aanbieden. Voor de centra is het nodig om het opleidingsaanbod dbso te concorderen naar een duaal aanbod. Alle informatie over de transitie van leren en werken naar duaal leren is terug te vinden op de website van het departement Onderwijs.

Ook scholen in het buitengewoon secundair onderwijs kunnen vanaf schooljaar 2022-2023 een duale opleiding programmeren zonder de nauw-verwante niet-duale opleiding aan te bieden.

Omzendbrief SO 61

sla link op in klembord

Kopieer

In deze omzendbrief vind je informatie over de programmatie van duale opleidingen in het gewoon secundair onderwijs.

Omzendbrief SO/2006/03(buso)

sla link op in klembord

Kopieer

In deze omzendbrief vind je informatie over de programmatie van duale opleidingen in het buitengewoon secundair onderwijs.

Heb je vragen?

sla link op in klembord

Kopieer

De collega's van de dienst onderwijsplanning bieden ondersteuning bij programmatievragen van duale opleidingen. Contacteer Chris Van der Vorst (chris.vandervorst@katholiekonderwijs.vlaanderen).

Concreet aan de slag

sla link op in klembord

Kopieer

Meer concrete informatie over de onderwijsplanning van het gewoon voltijds secundair onderwijs, het deeltijds secundair onderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs vind je op de themapagina Onderwijsplanning van Katholiek Onderwijs Vlaanderen.

Rollen en taakverdeling

sla link op in klembord

Kopieer

School: trajectbegeleiding en leraren

sla link op in klembord

Kopieer

De rol en taak van trajectbegeleiding is decretaal vastgelegd: 'Het is een continu proces van begeleiding en opvolging van de persoonlijke ontwikkeling en vorming van de leerling zowel tijdens de schoolcomponent als tijdens de werkplekcomponent met het oog op de volledige realisatie van het opleidingsplan'.

De trajectbegeleiding neemt een centrale rol in en situeert zich op drie niveaus:
1. Vakinhoudelijke en pedagogische aspecten

  • op basis van het leerplan een opleidingsplan opstellen op maat van de leerling;
  • aandacht besteden aan de persoonlijke ontwikkeling van de leerling;
  • opvolgen van de competentieontwikkeling zowel op school of in het centrum als op de werkplek;
  • begeleiden, opvolgen en evalueren van het leerproces.
2. Administratie en wetgeving
  • opvolgen van het traject op administratief vlak (opmaak van overeenkomst, controle van de uitbetaling van leervergoedingen, registratie rond attestering enzovoort);
  • opvolgen van de sociale wetgeving.
3. Communicatie: aanspreekpunt voor de betrokkenen in het traject
  • contactpersoon voor de leerling/ouder, het bedrijf/mentor en de andere leerkrachten.

Het is de keuze van de school/centrum om de verschillende aspecten toe te wijzen aan één personeelslid of aan verschillende personeelsleden. Vanwege het ruime takenpakket en omwille van de complexiteit van de job spreken we het liefst van trajectbegeleiding, eerder dan van een trajectbegeleider. Meerdere personeelsleden nemen een deel van het takenpakket op en werken samen aan een krachtige leeromgeving.

De vakleraar of andere leraren met een duidelijke vakbekwaamheid in het studiegebied nemen de vakinhoudelijke trajectbegeleiding op. De vakleraar is immers het best op de hoogte van de inhoud van het traject, beschikt over specifieke pedagogisch-didactische vaardigheden en bewaakt de afstemming tussen school- en werkplekcomponent. Hierover kun je meer lezen bij ‘leertraject ontwerpen en opleidingsplan’ en bij ‘opleiding, begeleiding en opvolging’.

In de school is ook administratieve ondersteuning voor duaal leren noodzakelijk. Naast de specifieke onderwijswetgeving is het belangrijk om de sociale wetgeving goed te kennen. De leerling wordt immers ook werknemer. Deze wetgeving opvolgen en zich voortdurend professionaliseren is daarom ook een aandachtspunt binnen de trajectbegeleiding. Hierover kun je meer lezen bij 'administratie en arbeidswetgeving'.

Ten slotte is het belangrijk dat het voor de verschillende partners (leerlingen, ouders, mentoren, organisatoren van de aanloopfase ... ) duidelijk is wie het aanspreekpunt is als er vragen of problemen zijn. Goede communicatie is een voorwaarde om de samenwerking met de onderneming en met de leerling te doen slagen.

Onderneming: werkgever en mentor

sla link op in klembord

Kopieer

Ondernemingen hebben bepaalde plichten met betrekking tot de opleiding en begeleiding van de leerling op de leerwerkplek. 

De onderneming:

  • moet zich goed bewust zijn van de opdracht duaal leren: de leerling op een gestructureerde manier opleiden (de leerling de nodige competenties aanleren, de vorderingen opvolgen en meewerken aan de evaluatie);
  • mag geen verkeerde verwachtingen koesteren: de leerling wordt in de eerste plaats opgeleid (nieuwe leerinhouden aanbrengen op de werkplek);
  • besteedt aandacht aan het onthaal en de integratie van de leerling;
  • vraagt een erkenning aan;
  • stelt een mentor aan die de verplichte mentoropleiding volgt;
  • volgt de administratie en wetgeving op;
  • betaalt een leervergoeding bij een OAO.  

Een aantal verplichtingen wordt vastgelegd in de overeenkomst die de leerling, de school en de onderneming samen sluiten. Meer informatie over enkele plichten van een duale werkplek vind je op de website van het Departement Werk en Sociale Economie.

De onderneming stelt een mentor aan. De mentor is de persoon die verantwoordelijk is om de leerling op de werkplek op te leiden en te begeleiden.

De mentor:

  • doet het intakegesprek met de leerling;
  • verzorgt de eerste dag het onthaal van de leerling;
  • begeleidt de leerling, rekening houdend met zijn onderwijsbehoeften;
  • reikt kennis en vaardigheden simultaan aan volgens de afspraken van het opleidingsplan;
  • volgt de leerling op en geeft de leerling de nodige feedback;
  • heeft regelmatig overleg met de trajectbegeleider;
  • evalueert en bespreekt de resultaten met de trajectbegeleider;
  • is een stemgerechtigd lid van de klassenraad.

Binnen de onderneming is het belangrijk dat de mentor hiervoor een formele taakomschrijving krijgt, zodat hij deze taken kwaliteitsvol kan opnemen.

Als het mentorschap verdeeld wordt over verschillende personeelsleden, moet het overzicht bewaakt worden en is het belangrijk dat het volledige team achter de keuze staat om de jongere op te leiden.

Juridische aandachtspunten

sla link op in klembord

Kopieer

Bij duaal leren verwerft de leerling een groot deel van de competenties in de onderneming. Om te bewaken dat de leerling op een kwaliteitsvolle leerwerkplek voldoende leerkansen krijgt, moet de werkplek erkend zijn als leerwerkplek. De onderneming moet erkend zijn voor

  • elke duale opleiding waarvoor een overeenkomst afgesloten wordt;
  • elke vestiging waar de leerling opgeleid wordt. 

Hierbij moet de onderneming aan een aantal voorwaarden voldoen, zowel op het niveau van de onderneming als op het niveau van de mentor.

De erkenning wordt door de ondeneming online (via Werkplekduaal) aangevraagd bij het Vlaams of sectoraal partnerschap. Pas nadat de erkenning is verleend, kan de overeenkomst afgesloten worden. Het Departement Werk en Sociale Economie licht de erkenningsvoorwaarden en de erkenningsprocedure toe.

Heb je vragen?

sla link op in klembord

Kopieer

Heb je vragen over 'rollen- en taakverdeling' in een duale opleiding? Neem contact op met de pedagogisch begeleider van je studiedomein:

Concreet aan de slag

sla link op in klembord

Kopieer

Wil je meer informatie over de taken en competenties van de verschillende partijen in een duaal leertraject? Ben je startende trajectbegeleider en zoek je snel informatie over het takenpakket van trajectbegeleiding? Probeer je als trajectbegeleider het leertraject op school en op de werkplek beter op elkaar af te stemmen? Of wil je je laten inspireren door getuigenissen? Ga naar 'rollen en taakverdeling' op de tegel 'concreet aan de slag'.

Organisatie

sla link op in klembord

Kopieer

De school moet bij het organiseren van een duaal leertraject heel wat keuzes maken:

  • Kiest de school voor een lineair of modulair curriculum?
  • Biedt de school naast de duale opleiding ook de niet-duale variant aan of organiseert de school enkel de duale opleiding?
  • Wordt er in het duale leertraject afgeweken van de gebruikelijke regeling van de schoolweek en schoolvakanties?
  • Zal de leerling tijdens het leertraject op verschillende werkplekken leren?
  • Kiest de school voor leerjaar- of graadevaluatie?

Lineaire of modulaire organisatie

sla link op in klembord

Kopieer

In het standaardtraject wordt er een onderscheid gemaakt tussen het lineaire en modulaire curriculum. Een school kan op elk moment zelf beslissen of de duale opleiding modulair dan wel lineair wordt aangeboden. Het is niet meer nodig dit via administratieve groepsnummers door te geven.

Vanaf schooljaar 2022-2023 zijn er geen voordelen meer gekoppeld aan een lineaire of modulaire organisatie.

  • In beide organisatievormen kan een leerling doorgaan naar een volgende graad als de leerling enkel geslaagd is voor de beroepsgerichte vorming en niet voor de algemene vorming. Doorstroming naar een volgende graad op basis van enkel slagen voor algemene vorming is niet mogelijk.
  • Ook kan de leerling bij beide organisatievormen op eigen snelheid een kwalificatie behalen namelijk zodra de leerling alle competenties behaalt. Een kwalificatie kan dus op elk moment van het schooljaar uitgereikt worden.

Duale opleiding en niet-duale variant

sla link op in klembord

Kopieer

De school heeft de keuze om de duale opleiding naast de niet-duale variant aan te bieden of alleen maar de duale opleiding/niet-duale variant aan te bieden. Vanuit de visie van de school zal deze keuze gemaakt worden.

De centra voor deeltijds onderwijs zullen in de toekomst alleen duale opleidingen en eventueel de aanloopfase aanbieden.

Meer informatie hierover vind je bij de bouwsteen 'programmeren-juridische aandachtspunten' en bij de bouwsteen 'visie'.

Flexibele organisatie van het leertraject tijdens het schooljaar

sla link op in klembord

Kopieer

Duaal leren biedt mogelijkheden om in te zetten op een flexibele organisatie van de opleidingstrajecten. 

  • Bij de organisatie van het leertraject kan er afgeweken worden van de gebruikelijke regeling van een schoolweek (9 halve dagen van maandag tot vrijdag).
  • Leerlingen in duaal leren hebben recht op alle schoolvakanties. In bepaalde gevallen zijn er afwijkingen mogelijk.
  • Daarnaast wordt het aantal uren op de werkplek berekend als een gemiddelde op jaarbasis. De school heeft de keuze om werkplekleren wekelijks of gedurende bepaalde periodes in te richten. Bij de keuze van de school moet steeds rekening gehouden worden met de arbeidswetgeving en de sectorale afspraken.
  • De leerling kan leren op één enkele werkplek, maar kan zijn werkplekcomponent ook invullen bij meerdere leerwerkplekken. In een kleine of zeer gespecialiseerde onderneming is het soms niet mogelijk alle competenties aan te bieden in een bepaalde tijdsperiode en biedt roteren tussen verschillende werkplekken een oplossing. Het kan ook een bewuste keuze zijn om rotatie te voorzien tussen verschillende leerwerkplekken als de noodzaak er niet is. Er zijn een aantal voordelen aan verbonden voor de leerlingen zoals een groter netwerk, beter inzicht in loopbaanmogelijkheden, verwerven van competenties in verschillende contexten...

Jaar- of graadevaluatie

sla link op in klembord

Kopieer

Gelijktijdig met de progressieve uitrol van de modernisering, kun je als school ook kiezen voor leerjaar- of graadevaluatie. Meer informatie hierover vind je bij de bouwsteen ‘evalueren en feedback - juridische aandachtspunten.

Juridische aandachtspunten

sla link op in klembord

Kopieer

Organisatie schooljaar: meer informatie over de organisatie van een duaal leertraject vind je in de omzendbrief 'duaal leren en aanloopfase'.

Heb je vragen?

sla link op in klembord

Kopieer

Heb je een vraag rond organisatie? Contacteer de pedagogisch begeleider schoolbeleid van je regio: pedagogische begeleiding schoolbeleid per regio.

Concreet aan de slag

sla link op in klembord

Kopieer

Suggesties voor de verdeling van de opleidingstijd op school vind je in de modellessentabellen op de themapagina 'modernisering'.

Wil je graag meer weten over de mogelijke voor- en nadelen van rotatie tussen werkplekken voor leerling, school en werkplek? Zoek je praktijkvoorbeelden van rotatie in Vlaanderen? Ga naar organisatie op de tegel 'concreet aan de slag'.

Administratie en arbeidswetgeving

sla link op in klembord

Kopieer

Statuut van de leerling

sla link op in klembord

Kopieer

Voor elke opleiding in het secundair onderwijs wordt vastgelegd met welke overeenkomst er wordt gewerkt: een  ‘Overeenkomst alternerende opleiding’ (OAO) of de ‘Stageovereenkomst alternerende opleiding’ (SAO). In heel specifieke gevallen (bv. gezondheidssector) wordt er ook nog gebruik gemaakt van de ‘Deeltijdse arbeidsovereenkomst’ (DA) in het kader van de Sociale Maribel. Het type overeenkomst is afgesproken op het bevoegde sectoraal partnerschap en kan dus niet zomaar gekozen worden.

We geven meer informatie over de twee meest voorkomende overeenkomsten.

OAO (overeenkomst alternerende opleiding)

sla link op in klembord

Kopieer

  • min. 20 uur/week op de werkplek (gemiddeld op jaarbasis);
  • de leerling bouwt sociale zekerheidsrechten op;
  • de leerling ontvangt een leervergoeding;
  • het aantal uur is altijd gekoppeld aan de cao van de sector (meestal 38 uur/week, maar afwijkingen mogelijk per sector of bedrijf);
  • voor de berekening van het aantal uren binnen de overeenkomst telt een les of een activiteit die gelijkgesteld is met een les, mee voor zestig minuten;
  • dagen met geschorste lessen ≠ vrije dagen: de leerling gaat naar het leerbedrijf;
  • gewettigde/ongewettigde afwezigheid op school of op de leerwerkplek = vermindering leervergoeding;
  • de arbeidsongevallenverzekering wordt door de onderneming afgesloten en is van toepassing op zowel de werkplek- als de schoolcomponent, ook voor activiteiten die buiten het curriculum vallen;
  • de schoolvakanties zijn vrij, maar uitzonderingen zijn mogelijk in geval van een leeropportuniteit.  

SAO (stageovereenkomst alternerende opleiding

sla link op in klembord

Kopieer

  • min. 14 uur/week en max. 19uur/week op de werkplek (gemiddeld op jaarbasis). Er zijn wel uitzonderingen afgesproken:
    • Bouwtechnieken (min. 8 uur/week en max. 19uur/week)
    • Elektromechanische technieken (min. 8 uur/week en max. 19uur/week) 
    • Mechanische vormgevingstechnieken (min. 8 uur/week en max. 19uur/week)
    • Natuur- en groentechnieken (min. 10 uur/week en max. 19uur/week) 
  • de leerling ontvangt géén leervergoeding;
  • gekoppeld aan de lessentabel van de school (min. 28u/week);
  • het afsluiten van een arbeidsongevallenverzekering voor de leerlingen is de verantwoordelijkheid van de school of het centrum;
  • de schoolvakanties zijn vrij, maar uitzonderingen zijn mogelijk in geval van een leeropportuniteit.

Voor meer info en modelovereenkomsten klik hieronder op de soort overeenkomst:

De aanmaak en registratie van de overeenkomst moet steeds gebeuren via de daartoe ontwikkelde online tool Werkplekduaal. Deze tool bevat ook de gegevens van erkende ondernemingen, waardoor het opmaken van een overeenkomst grotendeels wordt geautomatiseerd. Na ondertekening moet je als trajectbegeleider de overeenkomst terug opladen in het digitale loket app.werkplekduaal.be. Ook bij vroegtijdige beëindiging van de overeenkomst moet je dit melden via registratie in de applicatie.

Thematische infofiches

sla link op in klembord

Kopieer

Heel veel wetgeving wordt doorlopend bijgestuurd. Voor een leek in de materie is het niet eenvoudig om dat bij te houden. Toch wordt aan scholen en centra regelmatig gevraagd hoe het nu zit met vakantiewerk, kinderbijslag, het al dan niet ten laste zijn …

Hier vind je alle informatie met de nodige links op een rijtje:

Juridische aandachtspunten: opleidingstijd

sla link op in klembord

Kopieer

Duaal leren is een geïntegreerd traject van leren op school en leren op de werkplek. De arbeidsduur voor leerlingen met een OAO wordt bepaald door de CAO die geldt in de sector of de onderneming. De arbeidsduur omvat de uren schoolcomponent én de uren werkplekcomponent. Bij de berekening van de arbeidsduur geldt dat een uur op school gelijk staat aan 50 minuten, een uur op de werkplek wordt gerekend in 60 minuten. De opleidingstijd op school wordt verdeeld tussen de lessen algemene vorming en specifieke vorming. Afhankelijk van de overeenkomst moet een leerling minstens 20 uur gemiddeld op weekbasis leren op de werkplek (OAO) of tussen 14 en 19 uur (SAO, uitzonderingen mogelijk).
Voor de leerlingen in een duaal traject met een SAO of voor leerlingen in de aanloopfase geldt een minimale invulling van 28 uur per week.

Heb je vragen?

sla link op in klembord

Kopieer

Heb jij of de mentor een vraag die betrekking heeft op administratieve verplichtingen of arbeidswetgeving? Ga of verwijs naar de website van het Departement Werk en Sociale Economie. Op deze website staan ook de links naar de websites van de sectorale partnerschappen.

Op onze themapagain stages en werkplekleren vind je meer specifieke informatie over stages en andere vormen van werkplekleren.

Concreet aan de slag

sla link op in klembord

Kopieer

Onder de tegel ‘concreet aan de slag’ vind je na filteren op 'administratie en arbeidswetgeving' extra administratieve aandachtspunten bij de start van een duaal leertraject. Daarnaast wordt er verwezen naar ondersteunende webinars en tutorials waar verschillende administratieve facetten van de werkplekcomponent in alternerende opleidingen aan bod komen. Op deze tegel vind je ook bijkomende info over de erkenningsaanvraag, de leervergoeding ...

Leertraject ontwerpen en opleidingsplan

sla link op in klembord

Kopieer

Vóór de leerling aan de slag gaat in een duale opleiding is het noodzakelijk dat er een individueel leertraject ontworpen wordt. Dit gebeurt door de opmaak van het opleidingsplan op basis van het leerplan.

Individueel opleidingsplan: enkele uitgangspunten

sla link op in klembord

Kopieer

Bij duaal leren is het essentieel dat het leren op de werkplek en het leren op school op elkaar afgestemd worden zodat de leerplandoelstellingen gerealiseerd worden. Het opleidingsplan dat in samenspraak met de onderneming voor elke individuele jongere wordt gemaakt, is een leidraad bij het vormgeven van de opleiding.

Daarnaast is het opleidingsplan ook een communicatiemiddel om duidelijke afspraken te maken tussen leerling, school en mentor (en eventuele organisatoren IBAL/aanloopfase). Er worden afspraken gemaakt over:

  • de inhoud van de opleiding: Hiervoor wordt het leerplan als uitgangspunt genomen, eventueel aangevuld met bijkomende ondersteuning die de leerling krijgt. Het is belangrijk daarbij de competenties (ondersteunende kennis en de te verwerven vaardigheden en attitudes) te expliciteren in een leerlijn met aandacht voor het verwachte niveau.
  • de taakverdeling: Afspraken over wie welke inhouden of ondersteuning biedt: school, werkplek(ken), eventuele organisator (IBAL), opleidingscentrum (sector, VDAB …).

Uit de opmaak van het opleidingsplan spreekt een engagement van leerling, school en werkplek. De drie partijen engageren zich om de afspraken over het leertraject zo goed mogelijk te realiseren.

Het opleidingsplan is ook een planningsdocument. In het opleidingsplan staan afspraken over wanneer welke competenties aangeboden worden op school en op de werkplek. Het document biedt mogelijkheden voor het realiseren van een leerlijn in het opleidingstraject op maat van leerling, school en bedrijf.

Ten slotte is het opleidingsplan een dynamisch instrument en kan het in de loop van het jaar bijgestuurd worden omwille van wijzigende omstandigheden bij leerling, school of werkplek. Het is een handig instrument om te registreren welke activiteiten plaatsvonden zodat leerling, trajectbegeleider en mentor een overzicht hebben van de activiteiten die nog aan bod moeten komen.

Het opleidingsplan geeft een goed overzicht van de te verwerven competenties en kan ingezet worden voor opvolging van het leertraject. Het is geen evaluatie-instrument, maar wel de vertrekbasis voor de uitwerking van de evaluatie.

Voor leerlingen uit het buso wordt het opleidingsplan opgenomen in de handelingsplanning.

Opmaak van het individueel opleidingsplan

sla link op in klembord

Kopieer

De coördinatie van de opmaak van het individueel opleidingsplan ligt in handen van de trajectbegeleiding.

Eerste fase: Voor de afstemmende gesprekken tussen trajectbegeleider, mentor, leerling (en eventueel derden) maakt de praktijkleraar een aanzet van een opleidingsplan op basis van het leerplan.

  • De leerplandoelen worden geconcretiseerd met aandacht voor het verwachte niveau. Wat moet de leerling uiteindelijk kennen en kunnen? Belangrijk bij deze concretisering is de inhoud (bv vaardigheden, ondersteunende kennis, attitudes) en het gedrag (handelingswerkwoord).
  • In de opbouw van het individueel opleidingsplan zit een leerlijn. Daarnaast bewaakt een realistische planning de goede spreiding over het traject.

Tweede fase: Het opleidingsplan wordt aangepast in overleg met mentor(en), leerling, vakleerkrachten en derden. Het individueel opleidingsplan opmaken is immers maatwerk: het komt tegemoet aan de noden van de individuele leerling rekening houdend met de specifieke context van de werkplek (procedures werkplek, hulpmiddelen,…). Als één enkele werkplek niet volstaat om het opleidingsplan te realiseren, is het mogelijk dat er met meerdere ondernemingen een overeenkomst wordt afgesloten. In het opleidingsplan staan dan de afspraken over competentieverwerving met de verschillende werkplekken.

Duaal leren voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften

sla link op in klembord

Kopieer

Speciale onderwijsmiddelen

sla link op in klembord

Kopieer

Alle leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften die een duale opleiding volgen, kunnen rekenen op ondersteuning. Leerlingen in het gewoon en buitengewoon onderwijs kunnen bijzondere tewerkstellingsondersteunende maatregelen aanvragen. Speciale onderwijsleermiddelen kunnen aangevraagd worden door leerlingen in het gewoon onderwijs. Zowel de aanvragen die betrekking hebben op de schoolcomponent als de aanvragen die betrekking hebben op de werkplekcomponent dien je in bij de cel Speciale Onderwijsleermiddelen van AGODI.

Flexibel leertraject

sla link op in klembord

Kopieer

Normaal gezien volgt de leerling het hele programma van de opleiding. In enkele uitzonderlijke situaties kan de klassenraad beslissen om de leerling voor een onderdeel een aangepast programma te geven. Meer informatie over flexibele leertrajecten vind je op de themapagina 'begeleiding van lerenden'.

Juridische aandachtspunten: individueel opleidingsplan, trajectbegeleiding, onderneming

sla link op in klembord

Kopieer

Het individueel opleidingsplan is een wettelijk verplicht document dat bij de start van het schooljaar moet opgesteld en geregistreerd  worden. Bij duale opleidingen staan de school en de werkplek samen in voor de realisatie van het individueel opleidingsplan.

Bij decreet is immers vastgelegd dat:

  • de trajectbegeleiding belast is met de opvolging en begeleiding van de leerling met het oog op de volledige realisatie van het opleidingsplan (Codex SO);
  • de onderneming verplicht is de trajectbegeleiding op de hoogte te houden van het verloop van de opleiding en de vorderingen van de leerling, en eventuele problemen meldt aan de trajectbegeleiding (decreet tot regeling van bepaalde aspecten ven alternerende opleidingen).

Heb je vragen?

sla link op in klembord

Kopieer

Zoek je ondersteuning bij de opmaak van het opleidingsplan vanuit het leerplan?
Neem contact op met de pedagogisch begeleider van je studiedomein:

Concreet aan de slag

sla link op in klembord

Kopieer

Het opleidingsplan wordt op maat van de leerling, de school en de leerwerkplek gemaakt, maar er kan vertrokken worden van bestaande instrumenten aangereikt door de pedagogische begeleidingsdienst, de sector … Elke school beslist zelf over het gebruik van aangeboden tools.

Op de tegel ‘concreet aan de slag’ vind je onder 'Leertraject ontwerpen en opleidingsplanheel wat tools die je als trajectbegeleider ondersteunen bij de opmaak en het gebruik van een individueel opleidingsplan. Naast een inspirerend sjabloon met toelichting krijg je via een stappenplan zicht op de aandachtspunten bij de opmaak en het gebruik van het individueel opleidingsplan.

Wil je meer weten hoe het opleidingsplan ondersteunend kan zijn tijdens het leertraject? De verschillende reflectiekaarten 'afstemmen van het leertraject op school en op de werkplek’ zijn een hulp bij de afstemming tussen leren op school en leren op de werkplek met o.a. ondersteuning van het opleidingsplan.

Screening

sla link op in klembord

Kopieer

Screening als toeleiding naar duaal leren

sla link op in klembord

Kopieer

Arbeidsrijpe en arbeidsbereide jongeren zijn in staat om competenties te verwerven en te leren op de werkvloer en zijn gemotiveerd om dit te doen. De concepten 'arbeidsrijpheid en arbeidsbereidheid' zijn dus belangrijk in de screening voor een toeleiding naar duaal leren. Dit inschatten is niet zo eenvoudig. Een kwaliteitsvol screeningsproces bestaat uit verschillende methodieken om in te schatten of een leerling competent is voor duaal leren.

Screening is geen selectiemoment, maar het beginpunt van de matching van een specifieke leerling met een specifieke leerwerkplek enerzijds (matching) en van het specifieke begeleidingstraject dat een leerling nodig heeft anderzijds (begeleiding). Het zijn belangrijke stappen om duaal leren te doen slagen, zowel voor de leerling als voor de onderneming.

In het gewoon secundair onderwijs kunnen leerlingen die wel gemotiveerd zijn (arbeidsbereid), maar nog niet helemaal arbeidsrijp zijn, starten in de aanloopfase. Leerlingen die instappen in de aanloopfase moeten door de aanbieder van de aanloopfase (voltijdse school, CDO of Syntra vzw) gescreend worden via gevalideerde tools. Deze instrumenten kun je uiteraard ook gebruiken buiten de context van de aanloopfase. Meer informatie hierover vind je onder de bouwsteen onderwijsloopbaan.

De screening van de aanloopfase moet binnen de 25 opleidingsdagen gebeuren en bepaalt of de leerling ingeschreven mag blijven in de aanloopfase. De screening focust op de loopbaangerichte, arbeidsgerichte en vaktechnische competenties die de leerling nodig heeft om in de duale opleiding te starten. Via de screening krijgt de klassenraad zicht op de arbeidsrijpheid, arbeidsbereidheid, studieoriëntatie, interesses, motivatie en eerder verworven competenties van de leerling.

Juridische aandachtspunten: gevalideerde screeningtools

sla link op in klembord

Kopieer

De aanbieder van de aanloopfase (voltijdse school, CDO of Syntra vzw) moet één van de erkende screeningsinstrumenten gebruiken die in de omzendbrief duaal leren worden opgesomd:

Heb je vragen?

sla link op in klembord

Kopieer

Voor de trajectbegeleiding blijft het vaak zoeken naar de geschikte aanpak om de leerlingen te screenen. De schoolbegeleider van je regio kan ondersteuning bieden in de zoektocht naar geschikte screeningsinstrumenten en de toepassing ervan:

Concreet aan de slag

sla link op in klembord

Kopieer

Wil je meer informatie over de gevalideerde screeningtools die gebruikt worden tijdens het screeningsproces in de aanloopfase? Of wil het schoolteam de verschillende fasen in het screeningsproces kwaliteitsvol vormgeven? Ga naar de tegel 'concreet aan de slag' en filter op screening. Hier vind je heel wat ondersteunend materiaal zoals een reflectiekaart met voor elke fase in het screeningsproces ondersteunende hulpvragen, een overzicht van gevalideerde tools met linken....

Matching

sla link op in klembord

Kopieer

Naar een goede match tussen leerling en leerwerkplek

sla link op in klembord

Kopieer

Matching en het intakegesprek brengen de leerling, de onderneming en de trajectbegeleider samen. Een goede match tussen leerling en leerwerkplek is de start van een succesvolle samenwerking tussen de drie partijen bij een duaal leertraject.

Voor duaal leren moet een leerwerkplek erkend zijn. Bij de zoektocht naar een kwaliteitsvolle werkplek kun je putten uit de database met erkende leerwerkplekken. Daarnaast kun je (stage)bedrijven uit het eigen netwerk motiveren om een erkenning aan te vragen.

Tijdens het matchen maak je een inschatting van welke leerling, onderneming en mogelijke mentor je best aan elkaar koppelt. Hou hierbij rekening met de grootte en bereikbaarheid van de onderneming, de ondersteuningsnoden en de persoonlijkheid van de leerling, het aanbod aan te verwerven competenties van de werkplek, de stijl en de persoonlijkheid van de mentor. Een goede match voorkomt dat de overeenkomst vroegtijdig beëindigd wordt.

Kwetsbare leerlingen verdienen extra aandacht tijdens dit matchingsproces. Dit kan door een voorselectie te maken van geschikte werkplekken, leerlingen te versterken in hun arbeidsattitudes en sollicitatievaardigheden, kwetsbare leerlingen te ondersteunen bij het leggen van contacten en bij intakegesprekken met ondernemingen.

Het is van belang dat leerlingen tijdig een werkplek hebben. Bij voorkeur organiseer je deze zoektocht reeds voor de zomervakantie. Een leerling heeft per schooljaar in gewone omstandigheden een periode van 20 opleidingsdagen om een overeenkomst met een werkplek af te sluiten.

Een intake- of opstartgesprek is de laatste stap bij het matchen. Hierbij stem je de verwachtingen op elkaar af zodat leerling, school en onderneming op eenzelfde lijn zitten. In de ideale omstandigheden zijn alle partijen hierbij aanwezig. Een goed kennismakingsgesprek werkt motiverend voor leerling en bedrijf. De trajectbegeleiding bereidt de leerling voor op de eerste contacten met het bedrijf en in het bijzonder op het startgesrpek. Vooral de motivatie van de leerling en zijn startcompetenties zijn belangrijke criteria die ondernemingen in overweging nemen.

Een ander praktijkvoorbeeld om elkaar te leren kennen is een jobbeurs georganiseerd op school. Op deze beurs kunnen leerlingen in contact komen met een aantal bedrijven waarna de definitieve afstemming plaatsvindt.

Na die eerste kennismaking beslissen leerling én leerwerkplek of ze met elkaar verder willen gaan. Sommige ondernemingen maken graag uitgebreider kennis met de leerling. Als de onderneming en de leerling zich definitief engageren, dan wordt vervolgens de overeenkomst, inclusief het opleidingsplan, opgemaakt en ondertekend.

Juridische aandachtspunten: termijn voor het afsluiten van een overeenkomst

sla link op in klembord

Kopieer

Een leerling heeft per schooljaar een periode van 20 opleidingsdagen om een overeenkomst met een werkplek af te sluiten. Deze termijn begint te tellen vanaf de eerste lesbijwoning van de leerling in de duale opleiding. De periode waarin de leerling nog geen werkplek heeft gevonden, moet hij een voltijdse invulling van minstens 28 uur per week krijgen bij de aanbieder duaal leren. In de omzendbrief 'duaal leren en aanloopfase' lees je in welke situaties de periode van 20 opleidingsdagen verlengd kan worden.

Heb je vragen?

sla link op in klembord

Kopieer

Heb je specifieke vragen over matching. Neem contact op met de pedagogisch begeleider van je studiedomein:

Vind je geen geschikte werkplek? Contacteer een medewerker van het betrokken sectoraal partnerschap (sectoraal partnerschap) of het Departement Werk en Sociale Economie (Departement Werk en Sociale economie). Je kunt dit digitaal melden. Vul het formulier ‘Werkplek gezocht in.

Concreet aan de slag

sla link op in klembord

Kopieer

De school en de werkplek streven naar een optimale match tussen leerling en werkplek. Er kunnen  tools (bijvoorbeeld het jongeren- en bedrijfspaspoort) ingezet worden zodat het startgesprek  tussen school en werkplek goed voorbereid wordt. Wil je een overzicht van de stappen die gezet kunnen worden voor een goede matching en het afstemmen van het leertraject op de sterktes en de noden van leerling en werkplek? Of wil je de leerling zo goed mogelijk voorbereiden op de start van het duaal leertraject? Ga naar de tegel ‘concreet aan de slag’ en filter op ‘matching’.

Onthaal leerling

sla link op in klembord

Kopieer

Onthaalbeleid

sla link op in klembord

Kopieer

Om een goede start van het duale leertraject te verzekeren, moeten bedrijven veel aandacht besteden aan een degelijk onthaalbeleid voor de leerling. Naast een algemeen onthaal (praktische afspraken onder andere pauzes en maaltijden) is ook een specifiek onthaal in functie van de opleiding op de werkvloer noodzakelijk (onder andere veiligheidsinstructies bij machines waar de leerling op zal leren). De voorbereiding van het onthaal gebeurt in samenspraak met de preventieadviseur en de mentor.

Verder is een goede informatie-uitwisseling tussen school, leerbedrijf en leerling cruciaal. Voor alle duidelijkheid neem je best alle info op in een informatiedocument. De school kan hierbij een faciliterende rol spelen.

Welzijn op het werk

sla link op in klembord

Kopieer

Het uitvoeren van de risicoanalyse en het nemen van de preventiemaatregelen behoren tot de verantwoordelijkheid van de onderneming. Bij het onthaal zal je de werkpostfiche (of risicoanalyse) samen met de leerling overlopen.

Daarnaast is het noodzakelijk om preventief in te zetten op het welbevinden en de motivatie van de leerling. De mentor en trajectbegeleiding hebben hier bijzonder oog voor en verwittigen tijdig als zij problemen ervaren op de werkplek, zodat ze samen naar een oplossing kunnen zoeken.

Concreet aan de slag

sla link op in klembord

Kopieer

Naast de onthaalbrochures uitgewerkt door de sectoren vind je op de tegel 'concreet aan de slag' bij 'onthaal leerlingenenkele uitgewerkte documenten om een warm onthaal te organiseren.

Opleiding, begeleiding en opvolging

sla link op in klembord

Kopieer

Eigenheid van opleiden en begeleiden in een duale opleiding

sla link op in klembord

Kopieer

De bouwsteen 'opleiden en begeleiden' is verweven met andere bouwstenen, in het bijzonder met de bouwstenen rollen en taakverdeling, leertraject ontwerpen en opleidingsplan, onthaal leerling en evalueren en feedback. In dit luik bespreken we hoe het opleiden, begeleiden en opvolgen van het leertraject kan verlopen. We verwijzen soms naar andere bouwstenen voor meer informatie.

Kenmerkend voor duaal leren is dat de mentor en de trajectbegeleiding als team instaan voor de opleiding, begeleiding en evaluatie van de leerling. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid van beide actoren. Maak daarom van bij de start van het leertraject afspraken met de mentor over de opleiding, begeleiding, opvolging en evaluatie. Het is belangrijk dat rollen en taken geëxpliciteerd en verdeeld worden. Het individueel opleidingsplan is hierbij een ondersteunend document.

Een positieve samenwerking tussen school en bedrijf met ruimte voor wederzijds leren verhoogt de kwaliteit van de opleiding. Mentor en trajectbegeleiding delen hun expertise:

  • De mentor heeft veel technische vakkennis en schat kennis en vaardigheden in vanuit de praktijk. Hij/zij is op de hoogte van de ontwikkelingen in de sector.
  • Jij beschikt als leraar niet alleen over vakkennis, maar ook over de nodige pedagogisch-didactische en sociale vaardigheden om de leerling op te leiden en te begeleiden.

Naast een goede match kan de opleiding en begeleiding tijdens een duaal leertraject leiden tot extra leerwinst doordat

  • de een-op-eenbegeleiding gericht is op de individuele noden van de leerling; 
  • een goede sociale ondersteuning van mentor en collega's kansen biedt om de motivatie en de betrokkenheid van de leerling voor de opleiding te versterken.

Opleiden, co-begeleiden en opvolgen

sla link op in klembord

Kopieer

De dagelijkse opleiding, begeleiding en opvolging op de werkplek is vooral in handen van de mentor en de collega's in de onderneming. Plan regelmatig een overleg met mentor en leerling. Het uitwisselen van kennis en ervaring tussen leerling, mentor en leraar is van groot belang. 

Enkele aandachtspunten bij de aanpak:

  • Werk samen met de mentor aan een veilige leeromgeving zowel op school als op de werkplek. De leerling moet vragen durven stellen en mag niet bang zijn fouten te maken.
  • Integreer zoveel mogelijk het leren op de werkplek en het leren op school. Maak afspraken over leerinhouden en leermiddelen. Zoek samen naar werkvormen om leren mogelijk te maken. Als leerkracht is het belangrijk te weten aan welke competenties er gewerkt wordt op de werkplek zodat je op school kan inspelen op wat op de werkplek gebeurt. Alle leerinhouden moeten aan bod komen.
  • Speel als coach in op de specifieke noden van de leerling. Bij het differentiëren hou rekening met de talenten en beperkingen van de jongere.
  • Bewaak het aanleren van de nieuwe vaardigheden en de oefenkansen op de werkplek. Vaardigheden kunnen op verschillende manieren aangebracht worden en moeten meermaals ingeoefend worden. Investeer samen met de mentor in remediëring en herhaling.
  • Stimuleer het eigenaarschap van de leerling door de leerling actief te betrekken in de begeleiding. Meestal verwerft de leerling in de loop van het leerproces meer zelfstandigheid.
  • Organiseer regelmatig tussentijdse informele overlegmomenten of tussentijdse feedbackmomentent.
  • Neem tijdig contact op met mentor en leerling als er problemen zijn zodat een vroegtijdige beëindiging van de overeenkomst voorkomen wordt. 

Het regelmatig opvolgen en bijsturen van de competentieontwikkeling van de leerling op school en op de werkplek draagt bij tot een kwaliteitsvolle duale opleiding. De opvolging start op de eerste dag dat de leerling op de werkplek doorbrengt.

  •  De werkplekbezoeken zijn de meest aangewezen manier om zicht te krijgen op de werkplekomgeving, de leerkansen die deze biedt en de manier waarop de leerling hierin functioneert. Concreet bieden werkplekbezoeken de gelegenheid om informatie uit te wisselen over de vorderingen die de leerling maakt op school én op de leerwerkplek, over zijn leerproces en functioneren. Tijdens werkplekbezoeken kan ook de planning aan bod komen en kunnen competenties en ondersteuningsnoden die bijkomende aandacht vragen, besproken worden. Werkplekbezoeken zijn met andere woorden onmisbaar voor een goede afstemming tussen school en onderneming: op school kan je beter inspelen op wat er op de werkplek gebeurt en de relatie tussen school en onderneming verloopt vlotter als je voeling hebt met het werkveld. 
  • Naast de werkplekbezoeken kun je bijvoorbeeld ook telefonische en digitale contacten inzetten om het contact met leerwerkplek en leerling te garanderen en kort op de bal op te spelen.
Het is noodzakelijk dat de trajectbegeleiding ervoor zorgt dat ouders op de hoogte blijven van de vorderingen van de leerling in het duale leertraject.

    Instrumenten bij opvolging

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Samenwerking en communicatie tussen school en werkplek kan geoptimaliseerd worden door het gebruik van eenvoudige tools om het leerproces van de jongere te monitoren.

    • Het opleidingsplan met een overzicht van de verschillende aan te leren competenties en met informatie over wanneer en waar de jongere dit zal aanleren, wordt bij de start van het leertraject opgemaakt en tijdens het leertraject aangepast indien nodig.
    • Hieraan gekoppeld kan je kiezen voor bijkomende tools zoals observatiefiches of tools waarbij de leerling een actieve rol krijgt. Via een feedbackagenda, portfolio,… houdt de leerling de uitgevoerde activiteiten en aangeleerde competenties op de werkplek bij en koppelt terug naar leerkracht en mentor. Op die manier wordt de leerling gestimuleerd om actief na te denken over het eigen leerproces en de verschillende competenties die behaald moeten worden. Het zijn ook hulpmiddelen voor de trajectbegeleiding om te bewaken dat de activiteiten op de werkplek voldoende gevarieerd en in overeenstemming met de leerdoelen aangeboden worden. Sommige vakleerkrachten gebruiken deze instrumenten op school om tijdens de lessen in te gaan op leerervaringen van leerlingen op de werkplek.
    • Digitale afstemmingsinstrumenten kunnen bijdragen tot snellere communicatie tussen trajectbegeleiding, mentor en leerling.

    Moedig leerlingen ook aan hun loopbaanadministratie te documenteren. Dat biedt kansen om de algemene vorming te integreren met het leren op de werkplek.

    Juridische aandachtspunten

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Bij decreet werden een aantal plichten rond opleiden en begeleiden voor school en werkplek vastgelegd. Deze vind je ook terug bij andere bouwstenen. We geven nog enkele aanvullingen.

    Aanspreekpunt op school en binnen de onderneming

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Specifiek voor deze bouwsteen is dat school en werkplek moeten zorgen voor een aanspreekpunt voor leerlingen wanneer ze op de leerwerkplek aan de slag zijn. Leerlingen kunnen met hun bekommernissen en vragen terecht bij de trajectbegeleider en mentor.

    Vroegtijdige beëindiging van de overeenkomst

    sla link op in klembord

    Kopieer

    De trajectbegeleiding is bij decreet verplicht te bemiddelen tussen de leerling en de leerwerkplek in de vorm van een verzoeningspoging als de overeenkomst vroegtijdig beëindigd dreigt te worden.

    Heb je vragen?

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Heb je nood aan ondersteuning bij vakinhoudelijke, pedagogische of didactische taken?
    Neem contact op met de pedagogisch begeleider van je studiedomein:

    Concreet aan de slag

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Op de PRO.-site van Katholiek Onderwijs Vlaanderen vind je onder de tegel 'begeleiding van leerlingen' meer informatie over begeleiding.
    Wil je je coachingvaardigheden in kaart brengen en versterken?
    Zoek je tips om samen met de mentor de voortgang van het leerproces van de leerling op te volgen en bij te sturen? Wil je de leerling stimuleren zijn eigen leerproces meer in handen te nemen? Of ben je op zoek naar handige inspirerende tools (vb feedbackagenda TOPunt Gent)? Ga naar de tegel 'concreet aan de slag' en filter op 'begeleiding en opvolging'.

    Evalueren en feedback

    sla link op in klembord

    Kopieer

    De evaluatie van de leerling doorheen het schooljaar met betrekking tot de schoolcomponent én de werkplekcomponent blijft de hoofdverantwoordelijkheid van de aanbieder (school/centrum). Het is dan ook belangrijk dat de trajectbegeleiding zicht blijft houden op het deel van de opleiding dat op de werkplek plaatsvindt.

    Evaluatiebeleid

    sla link op in klembord

    Kopieer

    De school is vrij om zelf het evaluatiebeleid uit te werken. De evaluatie van het duaal leertraject moet in de lijn zijn met het bredere evaluatiebeleid van de school. We verwijzen naar de algemene visietekst rond Goed onderwijs en de Algemene Pedagogische Reglementering 3.

    Het opleidingsplan an sich is geen evaluatie-instrument, maar kan daar wel een aanzet toe zijn. Vanuit het individueel opleidingsplan denk je na over de essentiële ingrediënten van evaluatie:

    • Welke competenties worden (samen) geëvalueerd?
    • Waarom wordt geëvalueerd?
    • Wat wordt verwacht (evaluatiecriteria)?
    • Wanneer, waar en door wie wordt geëvalueerd?
    • Welke evaluatietool wordt gebruikt?

    Evaluatie van leerplandoelen in het duaal leertraject

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Evaluatie gebeurt op basis van de leerplandoelen die leerlingen moeten verwerven.
    Hierbij enkele aandachtspunten:

    • De centrale vraag is ‘Beheerst de leerling een bepaald leerplandoel al dan niet in voldoende mate?’. Hoe je dit concretiseert, hangt af van het leerplandoel. De evaluatie kan zich soms beperken tot op niveau van de activiteit. Soms is het nodig om onderliggende vaardigheden te onderzoeken om een betekenisvol oordeel te kunnen formuleren over het leerplandoel en ontwikkelingsgerichte feedback te kunnen geven. Uitgangspunt is dat je zoveel mogelijk evalueert op niveau van de leerplandoelen zodat je niet automatisch terecht komt in een onwerkbaar uitgebreide afvinklijst. Het is dus niet de bedoeling dat alle items uit het opleidingsplan een op een geëvalueerd worden. Het is vooral belangrijk om een gefundeerde evaluatie op niveau van het leerplandoel uit te spreken.
    • Je evalueert samen met de mentor en de leerling de diverse leerplandoelen op verschillende manieren. Naast de evaluatie van de taak is het ook belangrijk te kijken naar de aanpak van de leerling bij het uitvoeren van een taak (het proces) en de mate waarin de leerling de opdracht zelf kan plannen, evalueren en bijsturen (zelfregulatie).
    • Zowel de ‘formatieve evaluatie’ (evaluatie als een deel van het leerproces), als de ‘summatieve evaluatie’ (evaluatie die beslist over het kwalificeren) vormen een belangrijk onderdeel van ‘evaluatie en feedback’. Bij formatieve evaluatie staat het leerproces van de leerling centraal. De leerling wordt permanent geëvalueerd in functie van het toewerken naar de te behalen doelen. Tussentijds (bij afronden van een thema, na een lange periode) en bij de eindevaluatie wordt er summatief geëvalueerd. De leraar en de mentor bekijken vanuit het geheel van de vorming of een leerling de afgesproken leerdoelen behaald heeft.

    Evaluatie en feedback

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Een duidelijke communicatie en intensieve opvolging van de leerdoelen, alsook het inzetten van vakleerkrachten als trajectbegeleiders bevorderen het leerpotentieel van het werkplekleren. Evalueren gebeurt niet enkel aan het einde van een proces, maar gebeurt voortdurend. Evalueren om te leren impliceert dat zowel de mentor, de leraar als de leerling sterk betrokken zijn.

    Bij evaluatie hoort feedback. Leg samen met de mentor op voorhand tussentijdse evaluatie- en feedbackmomenten vast.

    Ontwikkelingsgerichte feedback geeft de leerling inzicht in waar hij staat ten opzichte van het doel en hoe hij dat kan bereiken. Deze feedback stelt de leerling in staat om zichzelf te verbeteren en kan in belangrijke mate bijdragen tot het eigenaarschap bij de leerling.

    Tijdens evaluatie- en feedbackgesprekken kunnen 4 kernvragen aan bod komen.
    •    Feedup: ‘Wat is de gewenste eindsituatie?’
    •    Feedback ‘Waar sta je nu?’ 
    •    Feedforward: ‘Hoe ga je naar de gewenste eindsituatie?’
    •    Take up: ‘Hoe ga je als leerling met de feedback aan de slag?’.

    Feedup: leerdoelen verhelderen en evaluatiecriteria delen

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Voor de leerling moet het duidelijk zijn aan welke doelen uit het individueel opleidingsplan gewerkt wordt op de werkplek en op school. Hierbij is het belangrijk dat het doel voor de leerling zowel uitdagend als haalbaar is. Vanuit de leerdoelen worden passende evaluatiecriteria opgesteld. De leerling moet immers weten welke criteria gebruikt worden om te weten of het doel bereikt is. Maak zowel met de mentor als met de leerling duidelijke afspraken over wat de doelen inhouden en wat de verwachtingen zijn bij elk doel.

    Feedback: waar staat de leerling nu?

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Werkplek en school mogen geen gescheiden werelden zijn. Stem feedback en evaluatie op school en op de werkplek op elkaar af en betrek de leerling erbij.

    • De leerling staat dagelijks stil bij wat hij gedaan heeft. Laat leerlingen oefenen op zelfreflectie en zelfevaluatie.
    • De mentor benut de kansen die observaties op de werkplek bieden en koppelt deze aan korte gesprekken met de leerling. Een voordeel van deze vorm van evalueren is dat het mogelijk is om relatief snel in te spelen op mogelijke problemen in het leerproces van de leerling.
    • De leerling neemt wekelijks de feedback gekregen op de werkplek mee naar school en bespreekt deze met de leraar.

    Feed forward: stappen vooruit zetten

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Naast de regelmatige feedback van de mentor en de leerkracht is het de taak van de trajectbegeleiding om samen met de mentor en de leerling de voortgang die de leerling maakt op te volgen en deze zichtbaar te maken. Er worden op regelmatige basis (bv maandelijks) met de drie partners gesprekken gepland om verder af te stemmen.
    Tijdens zo'n tussentijds evaluatiemoment maak je tijd om verbeterpunten te bespreken. Je stelt de vraag hoe de leerling dichter bij het doel kan raken, wat er nodig is om het doel te bereiken. Door de leerling actief te betrekken creëer je een krachtige duale leeromgeving.

    Take up: samen met de feedback aan de slag gaan

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Na dit gesprek start een nieuwe leerperiode. Op school en op de werkplek krijgt de leerling voldoende tijd om aan de competenties te werken die hij/zij nog niet onder de knie heeft. De leerling gaat, met ondersteuning van mentor en leraar, aan de slag met de gekregen feedback.

    Juridische aandachtspunten

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Graad- of leerjaarevaluatie

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Vanaf schooljaar 2022-2023, gelijktijdig met de progressieve uitrol van de modernisering, kun je als school/centrum kiezen voor graad- of leerjaarevaluatie. Een bestuur dat voor graadevaluatie kiest, moet dit vermelden in het schoolreglement. Als dit niet wordt vastgelegd, is leerjaarevaluatie de norm. Leerjaren van duale opleidingen die nog niet vallen onder de modernisering behouden graadevaluatie. De keuze voor graad- of jaarevaluatie heeft gevolgen voor de toelatings- en overgangsvoorwaarden en studiebekrachtiging. Meer informatie vind je op de pagina van LER en in de omzendbrief 'organisatie SO’.

    Evaluatie in het schoolreglement

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Heel wat keuzes rond evaluatie zijn school- en leraargebonden. De overheid legt wel gedetailleerd vast welke aspecten van evaluatie in het schoolreglement opgenomen moeten worden.

    Heb je vragen?

    sla link op in klembord

    Kopieer

    De pedagogisch begeleider van je studiedomein kan jou ondersteunen bij de evaluatie van duale leertrajecten:

    Voor vragen over instap- en overgangsvoorwaarden kun je terecht bij de collega’s van  Dienst Lerenden.

    Concreet aan de slag

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Meer informatie over kwaliteitsvol evalueren vind je op de themapagina 'evaluatie' van Katholiek Onderwijs Vlaanderen.
    De gekozen evaluatietools, de frequentie en de spreiding van de evaluatie verschillen naargelang de doelen die geëvalueerd worden. Een optimale mix van beoordelingsinstrumenten (zoals observatiewijzers met rubrics, portfolio, logboek, reflectiedocumenten,…) goed getimed en afgestemd met de werkplek inzetten, brengt in kaart wat de leerling kan.

    Wil je samen met collega’s reflecteren om te zien of de evaluatie van het duaal leertraject kwaliteitsvol verloopt? Wil je de leerling stimuleren het leerproces zelf in handen te nemen? Zoek je tips en tools die hierbij ondersteuning bieden?
    Ga dan naar de tegel ‘concreet aan de slag’ en filter op 'evalueren en feedback'.

    Studiebekrachtiging

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Klassenraad

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Bij de eindevaluatie overloop je met de mentor en de leerling in welke mate alle competenties behaald werden om een kwalificatie te halen.  Afstemmen tussen school en mentor is bij de finale evaluatie belangrijk om tot een gedragen beslissing te komen. De trajectbegeleider en de mentor van de werkplek worden mee opgenomen als stemgerechtigde leden in de klassenraad.

    Attestering

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Vanaf de progressieve uitrol van de modernisering kunnen scholen/centra in het gewoon SO en buso OV4 kiezen voor graad- of leerjaarevaluatie. Deze keuze heeft een invloed op de attestering na 1 jaar.

    • Bij leerjaarevaluatie wordt er jaarlijks een oriënteringsattest A, B of C toegekend door de klassenraad.
    • Bij graadevaluatie worden geen oriënteringsattesten uitgereikt. De leerling krijgt op het einde van het eerste jaar van een graad een attest van regelmatige lesbijwoning. Bij wijze van uitzondering wordt er aan leerlingen die op het einde van het eerste of tweede leerjaar van de tweede graad of het eerste leerjaar van de derde graad beslissen om over te stappen naar een andere opleiding ook een oriënteringsattest gegeven nadat de klassenraad een uitspraak heeft gedaan over het eerste of tweede leerjaar van de tweede graad of het eerste leerjaar van de derde graad.

    Op het einde van een structuuronderdeel kunnen er aan de leerling in de duale opleiding verschillende vormen van studiebekrachtiging uitgereikt worden:

    1. Onderwijskwalificatie: Deze varieert afhankelijk van het niveau en de onderwijsvorm van de opleiding. De onderwijskwalificatie van een opleiding wordt toegekend aan de leerling die geslaagd is voor het geheel van de onderwijsdoelen van de opleiding (beroepsgerichte vorming, algemene en sociale vorming) zoals vermeld in het standaardtraject van de opleiding.
    2. Bewijs van beroepskwalificatie: Dit wordt uitgereikt aan de leerling die niet slaagt voor het geheel van de onderwijsdoelen van het standaardtraject, maar wel voor alle competenties die deel uitmaken van een beroepskwalificatie. Sommige opleidingen zijn gebaseerd op meerdere beroepskwalificaties, waardoor de leerling ook meerdere bewijzen van beroepskwalificatie kan behalen met één opleiding.
    3. Bewijs van deelkwalificatie: Een deelkwalificatie is een afgerond geheel van competenties uit een beroepskwalificatie dat relevant is voor de arbeidsmarkt. Niet voor elke opleiding zullen er deelkwalificaties afgebakend kunnen worden aangezien niet elke beroepskwalificatie toelaat om nog kleinere gehelen af te bakenen met afzonderlijke relevantie op de arbeidsmarkt.
    4. Bewijs van competenties: Aan een leerling die geen afgerond geheel van competenties bereikt, kan een bewijs van competenties uitgereikt worden waarop de afzonderlijke competenties staan die de leerling behaalde. Daarnaast kan dit ook toegekend worden aan een leerling die bovenop een beroepskwalificatie of deelkwalificatie, nog verschillende andere competenties behaalde zonder dat dit echter een afgerond geheel van competenties vormt.

    Indien een leerling zijn opleiding stopzet, zonder competenties te hebben bereikt, krijgt deze leerling een attest van regelmatige lesbijwoning.

    Juridische aandachtpunten

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Studiebekrachtiging op het einde van de aanloopfase

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Een leerling die wel de motivatie heeft om te leren op de werkplek, maar hier nog niet helemaal klaar voor is, kan ingeschreven worden in de aanloopfase. Het doel van de aanloopfase is om de leerling voor te bereiden op de instap in een duale opleiding. Meer informatie over de studiebekrachtiging in de aanloopfase vind je op onze PRO.-pagina en in de omzendbrief 'duaal leren en aanloopfase'.

    Modellen van studiebekrachtiging

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Modellen van de studiebewijzen zijn toegevoegd als bijlage aan de omzendbrief SO/2019/01.

    Heb je vragen?

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Heb je vragen over de studiebekrachtiging van duale opleidingen. Contacteer onze stafmedewerker van Dienst Lerenden: Barbara Heyde (barbara.heyde@katholiekonderwijs.vlaanderen).

    Internationalisering in duaal leren en leren en werken

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Buitenlandse ervaring: een onderdeel van het duaal leertraject?

    sla link op in klembord

    Kopieer

    In duaal leren en in leren en werken is het mogelijk om een deel van het traject te organiseren in een andere regio of het buitenland. Er zijn momenteel twee pistes:

    • Leerlingen in een duaal traject kunnen een overeenkomst afsluiten met een bedrijf in Nederland, Wallonië of de Duitstalige Gemeenschap. Daarvoor gelden er bijzondere afspraken. Info over Interregionale mobiliteit Nederland vind je in de bijhorende infofiche.
    • Dankzij het ErasDu-project is het voor leerlingen in duale opleidingen of leerlingen in leren en werken mogelijk om korte werkstages te lopen in het buitenland. Er is ook specifieke aandacht voor leerlingen uit duale trajecten in het buitengewoon secundair onderwijs. Voor meer informatie kan je terecht op de ERASDU-website.

    Meer weten?

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Neem zeker eens een kijkje op onze themapagina internationalisering.

    Ook leerlingen uit de A- en D/A-finaliteit kunnen hun vaktechnische en persoonlijke competenties versterken via buitenlandse stages en uitwisselingsprojecten.Tijdens de netwerkdag duaal leren van Katholiek Onderwijs Vlaanderen (17 november 2022) werd de sessie 'Erasmuservaring voor iedereen: buitenlandse stage, een onderdeel van het duale leertraject?' georganiseerd. Bekijk de presentatie in bijlage.

    Heb je vragen?

    sla link op in klembord

    Kopieer

    ×
    Kijkt als...
    Niveau
    Regio