Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (1986) is gezondheid “een toestand van een zo optimaal mogelijk lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden”. Gezondheid is dus een holistisch begrip, waarbij de onderscheiden componenten elkaar beïnvloeden. De mens is een ondeelbaar geheel en iemands gezondheid beïnvloedt alle aspecten van het dagelijks functioneren.
De overheid brengt in het decreet leerlingenbegeleiding gezondheid onder in twee afzonderlijke domeinen: preventieve gezondheidszorg enerzijds en psychisch en sociaal functioneren anderzijds.
Conform het decreet leerlingenbegeleiding kiezen we er ook in dit vademecum voor om deze begeleidingsdomeinen apart te benoemen en te omschrijven. In de bouwsteen welbevinden belichten we de geestelijke en sociale component. We kiezen voor het begrip welbevinden, omdat dit concept in veel scholen meer ingeburgerd is dan psychisch en sociaal functioneren.
In de bouwsteen Gezondheid komt de holistische visie op gezondheid en de beleidsmatige aanpak ervan aan bod.
“Onder welbevinden verstaan we een positief gevoel en positief in het leven (kunnen) staan, zelfvertrouwen, geluk, doorzettingsvermogen en energie, een gevoel dat je ertoe doet, eigenwaarde, het ervaren van steun uit de omgeving en het goed kunnen omgaan met je eigen emoties.” (Kleinjan et al., 2020; Schoemaker et al., 2019) Iemand met een goed welbevinden zit goed in zijn vel, voelt zich gelukkig (Vlaams Instituut Gezond Leven).
Mentale, emotionele, gedragsmatige, lichamelijke en sociale factoren dragen ertoe bij dat iemand zich gelukkig en tevreden voelt. De onderwijsomgeving (school, centrum, internaat, …) kan bijdragen aan de positieve ontwikkeling tot een gezond, sociaal en zelfstandig mens. Zo spelen in het onderwijs betrokkenheid en verbinding een grote rol in het welbevinden van leerlingen. Een goed pedagogisch klimaat, waarin kinderen zich veilig voelen en zichzelf kunnen zijn, is hierdoor een basisvoorwaarde. We verwijzen hiervoor naar het fundament Verbindend schoolklimaat.
Ook wat leerlingen van thuis uit meekrijgen beïnvloedt hun welbevinden. We verwijzen hiervoor naar de bouwsteen Kwetsbaarheid en armoede.
Welbevinden is het resultaat van de perceptie van een leerling op de dimensies tevredenheid, academisch zelfconcept, pedagogisch klimaat en participatie (De Volder, I. & De Lee, L., 2009).
Uit cijfers van Sciensano blijkt dat ongeveer 1 op 5 Belgen zeer tevreden is met zijn leven en 2 op 3 van de ondervraagden heeft een goed niveau van psychologisch welzijn. Bij kinderen en jongeren van 2 tot 18 jaar heeft ongeveer 1 op 10 een psychisch of gedragsprobleem dat professionele ondersteuning vereist. Het gaat om volgende psychische problemen: relatiestoornissen (11%), emotionele stoornissen (10%), gedragsstoornissen (9%), aandachtstekort-hyperactiviteitsstoornissen (AHDH) (12%) en prosociale gedragsstoornissen (7%).
De HBSC-studie U-gent bevroeg in 2022 ongeveer 20 000 jongeren van 11 tot 18 jaar. Uit deze studie blijkt dat de meerderheid (9 op 10) van de jongeren vrij tevreden is over hun leven. 7 op 10 jongeren vinden hun mentaal welbevinden goed. Daarnaast ervaart een aanzienlijk aantal wel mentale moeilijkheden. 1 op 3 jongeren voelt zich soms humeurig, zenuwachtig, ongelukkig en/of ervaart slaapproblemen. 1 op 5 heeft soms zelfmoordgedachten en iets minder dan 1 op 5 stelt zelfbeschadigend gedrag. Hier vind je meer data over het mentaal, sociaal en fysiek welzijn van jongeren.