Helaas komt pesten onder leerlingen veel voor. Niet alleen in Vlaanderen, maar ook in de rest van de wereld is pesten een hardnekkig probleem. Het heeft nefaste gevolgen voor slachtoffers op korte en lange termijn en een negatieve impact op de groepssfeer. Vaak dragen mensen die als kind gepest zijn dat gevoel voor de rest van hun leven mee. Bovendien lopen leerlingen die gepest worden een groter risico om mindere resultaten te behalen.
De preventie en aanpak van pesten is daarom cruciaal als je op school het welbevinden wilt bevorderen. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat leerkrachten een sleutelrol spelen in het verminderen van pesten.
Pesten is iemand herhaaldelijk en opzettelijk vervelend behandelen, kwetsen, bedreigen of beledigen waardoor die persoon zich soms slecht voelt. Dit kan in het echte leven zijn, of op het internet. Zeggen dat je dat niet leuk vindt en vragen om te stoppen, helpt niet.
De vijf belangrijkst kenmerken van pesten zijn:
Vaak gebeurt het pesten systematisch, over een kortere of langere periode. Het wordt vaak erger naarmate het blijft duren. De leerling die gepest wordt ervaart een open of verborgen dreiging van nog meer pesterijen.
De leerling die gepest wordt geraakt geïsoleerd.
Leerlingen die pesten zijn altijd sterker of worden als sterker gezien dan leerlingen die gepest worden. Leerlingen die gepest worden of omstaander zijn, leren schrik te hebben voor de macht van diegenen die pesten. Leerlingen die pesten vertrouwen er sterk op dat niemand iets verder vertelt over de situatie. Ze hebben de omstaanders nodig om hen aan te moedigen, toe te kijken en verder niets te doen.
Waar gepest wordt zijn altijd meerdere leerlingen betrokken, die elk een rol hebben:
De grootste groep leerlingen wordt niet gepest en pest niet zelf, maar is wel getuige van pesten. Studies van COPA (Canada, 2013) wijzen uit dat er in 85% van de pestsituaties omstaanders zijn. Helaas kijkt 75% van de kinderen alleen maar toe. Ze doen weinig of niets om het pesten te stoppen. Soms zetten ze zelfs aan tot pesten en worden ze daardoor medeplichtig.
Ook omstaanders ondervinden negatieve gevolgen van pestsituaties. Soms identificeren ze zich met de leerling die pest en geven ze de leerling die gepest wordt de schuld. Dat is een bekend verschijnsel waarnaar nogal eens verwezen wordt met de Engelse uitdrukking blaming the victim. Omstaanders zijn soms zelf bang van diegenen die pesten, wellicht uit schrik om zelf gepest te worden. Ze durven vaak niet tussenbeide te komen of hulp te zoeken, bijvoorbeeld uit angst om als klikspaan te worden aanzien. Soms verwijten ze het zichzelf omdat ze niet proberen of er niet in slagen om op te komen voor hun leeftijdsgenootjes die gepest worden.
Vaak is het net deze groep die de sleutel tot verandering in de hand heeft. Het blijft echter een feit dat reageren op pestgedrag onder leeftijdsgenoten moeilijk is omdat de plaats in de groep zo cruciaal is.
Diegene die gepest wordt voelt zich rot (pijn, angst …); diegene die pest haalt plezier uit de gevolgen voor diegene die gepest wordt. De leerling die gepest wordt herstelt moeilijk van het pesten.
Bij plagen zijn er gelijke machtsverhoudingen. Het gedrag of de opmerking is vaak bedoeld om iemand te laten lachen. De context speelt daarbij een rol. Wie plaagt heeft niet de bewuste intentie om te kwetsen, ook al kan het plagen kwetsend zijn. Wat voor de ene grappig is, is voor een ander kwetsend. Als je tegen de persoon die plaagt zegt dat je dat niet leuk vindt en je vraagt om ermee te stoppen, dan stopt het plagen ook. Er komt geen ruzie van. Plagerijen zijn meestal gericht op wisselende leerlingen. De geplaagde leerling blijft in groep en kan het voorval snel vergeten. Plagen heeft weinig nadelige gevolgen.
Een conflict is een ruzie of een meningsverschil tussen twee of meerdere mensen die in een gelijke machtspositie zitten. In een conflict zijn er twee kanten aan het verhaal, beide partijen kunnen de situatie beïnvloeden. De emoties kunnen hoog oplopen, een slecht aangepakt conflict kan zelfs leiden tot geweld.
Conflicten zijn vervelend maar komen regelmatig voor in het dagelijks leven. Het is bovendien nuttig voor leerlingen om ruzie te leren maken en conflicten op te lossen. Het is goed om leerlingen te leren omgaan met kritiek en hun ideeën goed te verwoorden. Dat is de basis voor goede relaties, een fijne schoolsfeer en een gezonde samenleving. Als een conflict goed wordt aangepakt volgt meestal verzoening. Het betekent dus niet automatisch het einde van de vriendschap.
Online pesten is even erg, even kwetsend en even verkeerd als ‘klassiek’ pesten. Alleen de plaats waar het gebeurt is anders. Namelijk: in de digitale wereld, zoals op sociale media, in games, op websites.
Uitsluiten: zoals iemand niet uitnodigen of toelaten in groepen, geruchte verspreiden …
Beledigen: online uitschelden of vernederen. Bijvoorbeeld via berichten, comments, foto’s of memes.
Belachelijk maken: lijkt een beetje op beledigen, maar nu worden gênante foto’s gebruikt of bewerkt en online gezet, zonder toestemming. Vaak worden die foto’s massaal gedeeld.
Een webpagina of blog maken waarbij de maker doet alsof hij iemand anders is, met de bedoeling iemands online reputatie of account bewust te beschadigen. Bijvoorbeeld door een profiel te hacken, iemands wachtwoord te veranderen, of door naar iemand virussen te sturen.
Nadoen: nepaccount aanmaken en zich voordoen als iemand anders, om de andere persoon schade toe te brengen. Bijvoorbeeld iemand anders laten doorgaan voor de maker van foto’s en filmpjes of de schrijver van berichten op internet.
Bedreigen: iemand online bang maken of afpersen. Bijvoorbeeld door dreigende berichten of video’s te sturen.
Haatspraak: online gemene dingen zeggen over een andere persoon of een groep mensen vanwege hun huidskleur, geloof, afkomst, geslacht of andere kenmerken. Haatspraak of discriminatie is strafbaar.
Grensoverschrijdende sexting: wanneer iemand intieme foto’s of berichten van zichzelf of iemand anders deelt zonder toestemming van die persoon. Bijvoorbeeld dickpics of nudes van iemand anders zonder toestemming doorsturen. Dat is strafbaar.
Online pesten is laagdrempelig en gebeurt vaak anoniem. Daarbij komt nog dat degene die pest, niet ziet hoe degene die gepest wordt, reageert. De pester ziet dus niet de gevolgen van zijn daden. Dat maakt het voor de pester vaak gemakkelijker om te blijven doorgaan. Bij online pesten is het moeilijker om te nuanceren, zowel voor degene die pest, als degene die gepest wordt. Daardoor komen de online uitspraken vaak nog harder en kwetsender binnen.
Online pesten gebeurt meestal buiten de school, buiten de schooluren. De leerling die gepest wordt kan daardoor het gevoel hebben nooit en nergens nog veilig te zijn. Hij ervaart het pesten als onvoorspelbaar. Bovendien gebeurt online pesten potentieel voor een groot publiek. Het blijft vaak op het internet staan en kan zelfs snel verspreiden (sneeuwbaleffect).
Soms zijn er ook leerlingen van andere scholen bij betrokken. Toch ligt online pesten meestal in het verlengde van wat op school gebeurt. Voor leerlingen die het slachtoffer worden van online pesten ben jij en je school vaak nog de enige hoop om het pesten te stoppen.
Farrington en Ttofi (2009) onderzochten de werkzaamheid van antipestprogramma's. Ze ontdekten dat een effectieve aanpak het pesten doet afnemen met gemiddeld 20-23%. Deze programma’s vragen een groot gedragsmanagement en afspraken in de hele school, met steun van ouders en andere betrokkenen.
Succesvolle programma's waren meestal intensiever, werden over een langere periode geïmplementeerd en omvatten de volgende elementen:
Uit onderzoek blijkt dat een bestraffende benadering beter werkt voor jongere kinderen (tot eerste of tweede graad van de basisschool), terwijl niet-bestraffende benaderingen beter werken voor oudere kinderen (vanaf de derde graad van de basisschool).
Andere elementen die een rol spelen zijn:
Wat je ook onderneemt tegen pesten, het doel is om pesten te stoppen.
Dat doe je in de eerste plaats door in te zetten op preventie. Daarop verder bouwend zal je actief optreden tegen pesten (curatieve luik). Preventie tegen pesten bestaat enerzijds uit het realiseren van een verbindend schoolklimaat, anderzijds door acties te ondernemen die het pesten voorkomen. Actief optreden tegen pesten kun je met een niet-confronterende of met een confronterende aanpak doen. Het schema hieronder geeft dit overzichtelijk weer.
Uitgebreide informatie over het realiseren van een verbindend schoolklimaat vind je in het fundament verbindend schoolklimaat. We vermelden hier alleen enkele aandachtspunten die helpen om verbinding te creëren tussen jou en je leerlingen, tussen je leerlingen onderling, en doorheen de sfeer in je klas:
In de brochure ‘Samen sterk! Leerkrachten tegen pesten en voor harmonie in de klas’ (Finet e.al., 2024) vind je wetenschappelijk onderbouwde tips en adviezen voor leerkrachten.
De auteurs maken concreet:
Weet dat leerlingen die een goede band hebben met hun leerkracht:
Het voorkomen van pesten doe je bijvoorbeeld door een aanspreekpersoon integriteit aan te duiden, door professionalisering te volgen over pesten en diversiteit of door mogelijke aanleidingen tot pesten, frustraties en risico’s weg te werken. Denk bijvoorbeeld aan een goed doordacht speelplaatsbeleid.
Curatief handelen betekent dat je actief reageert op pesten. Bijvoorbeeld door duidelijk te maken welk gedrag je verwacht, door positief, gewenst gedrag te bekrachtigen, door pesten nooit te negeren en door actief tussen te komen bij pesten.
Een niet-confronterende aanpak is een probleemoplossende aanpak die vertrekt vanuit de beleving en hulpvraag van het kind dat gepest wordt. Uitgangspunt is dat iedereen mee verantwoordelijk is voor de oplossing, zonder dat de focus op schuld en schaamte komt te liggen.
Deze aanpak is geschikt wanneer het pesten nog vrij recent is en de feiten minder ernstig of ingrijpend zijn. Het kind dat pest geniet nog maar beperkte bijval. Het lerarenteam heeft een groot geloof in de kracht van de groep en de leraren steunen de gekozen aanpak.
Voorbeelden zijn een herstelcirkel of de ‘no blame’ aanpak.
Een confronterende aanpak is een probleemoplossende en herstelgerichte aanpak, waarbij je de leerling die pest confronteert met zijn gedrag en de gevolgen ervan. Deze aanpak vertrekt ook vanuit de beleving en hulpvraag van het kind dat gepest wordt. Degene die pest wordt echter wél aangesproken op diens persoonlijke aandeel in wat fout is gelopen.
Deze aanpak is geschikt wanneer het pesten al langer bezig is en een grote impact heeft. Het kind dat pest geniet een hoge status en veel bijval, het slachtoffer staat quasi alleen. Er is een dwingende en snelle correctie nodig. Het lerarenteam steunt de gekozen aanpak.