Hoe volg je de taalontwikkeling van de leerlingen voortdurend op?
We stellen als leeruitkomst dat leerlingen hun talige vaardigheden inzetten in allerlei situaties. Hoe kunnen we door onze manier van evalueren onze leerlingen helpen om beter te leren en zich beter te ontplooien? Hoe kunnen we doorheen alle ontwikkelvelden ervoor zorgen dat door de manier waarop we evalueren onze leerlingen uitgroeien tot betere taalgebruikers? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ze al luisterend, sprekend, lezend en schrijvend doeltreffender kunnen communiceren? In welke mate gaan we na of de school- en instructietaal geen belemmering vormt voor onderwijs doorheen alle ontwikkelvelden?
Aan de slag met taalontwikkeling Nederlands in je klas en leerlingen evalueren in het basisonderwijs geeft je handvatten om sterk taalonderwijs te koppelen aan een onderbouwd evaluatiebeleid.
De verwachte leeruitkomst voor taalontwikkeling Nederlands geeft een houvast voor de grote lijnen die belangrijk zijn bij het in kaart brengen van de taalontwikkeling van de leerlingen: in welke mate is een leerling steeds beter in staat om zijn talige vaardigheden in te zetten, in steeds complexere, betekenisvolle situaties met taal? In welke mate groeit hij in het verkennen van talen en de talige diversiteit om zich heen? Het dagelijkse handelen van leerlingen in allerlei situaties waarin taal een rol speelt en/of in de focus staat, geeft je daarover al heel wat informatie. De leeruitkomsten van de ontwikkelvelden en ontwikkelthema’s geven richting aan die brede beeldvorming. Aan de hand van de generieke doelen, leerinhouden en leerlijnen kun je die omzetten in vragen die de leraar zich stelt om die brede kijk vanuit het curriculum onder woorden te krijgen.
Dit ruwe beeld is richtinggevend, maar vaak nog erg algemeen. Om een breed, volledig beeld te krijgen van taalontwikkeling in het Nederlands, is een variatie aan evaluatiepraktijken aangewezen.
Wat en hoe evalueren (verzamelen, beoordelen, handelen en communiceren)?
Zeker als de taalontwikkeling niet helemaal volgens verwachting verloopt, is het belangrijk via een gevarieerde evaluatiepraktijk een beter beeld te krijgen van de aspecten van taalontwikkeling die moeilijker lopen (de ‘pixels’), zodat je er gericht op kunt inspelen. De leerhouden van taalontwikkeling Nederlands bieden handvatten om de variatie vorm te geven.
Evalueren betekent dat je als leraar over de verschillende onderdelen van de taalontwikkeling informatie verzamelt, beoordeelt, ernaar handelt en erover communiceert.
Spellingvaardigheid van leerlingen in kaart brengen betekent daardoor niet alleen kijken naar het kunnen rubriceren van woorden met –ng en nk . Dit betekent eveneens, en zelfs in de eerste plaats, kijken in welke mate een leerling geleerde spellingsregels als verenkelen en verdubbelen weet toe te passen in een zelfgeschreven briefje naar een vriend, de meester of een ouder, of in een kort gedichtje. Gerichte observatie en registratie van leerlingen tijdens de activiteit ‘slang of slank’, geeft informatie over de wijze waarop de leerlingen kunnen spellen in isolatie, maar ook geïntegreerd in de complexiteit van een schrijfopdracht.
Deze variatie in gegevens verzamel je best op een doordachte manier. Doordachte evaluatie van taalontwikkeling betekent niet alleen dat je zoekt wanneer je nood hebt aan een fijnmaziger beeld van een leerling en voor welke doelstellingen, maar ook dat je evaluatie-instrumenten afstemt op dat beeld en die doelstellingen. Zo is het weinig zinvol om leesplezier (TOtg1) in kaart te brengen aan de hand van een leestoets; daarvoor is gericht observeren tijdens leesopdrachten, vrij lezen, een bibliotheekbezoek … meer aangewezen. Concrete ideeën lees je in dit document:
Het schema ‘Breed Evalueren’ legt alle aspecten van evaluatie bloot binnen het evaluatiebeleid van het lerarenteam. Alle gegevens rond taalontwikkeling Nederlands vullen elkaar aan. Vanuit zelfevaluatie, feedback en een permanente & formatieve blik vergaar je gegevens over aandachtspunten voor de onderwijsarrangementen met taalontwikkeling in de focus en vergaar je feedback voor een individuele leerling. Met summatieve evaluatiegegevens wil je de leerlingen beoordelen voor de bereikte doelen op langere termijn. Die komen samen in het volgen van leerlingen en leiden tot schoolbrede communicatie en doorstroming en getuigschrift. Hoe je dat kunt voor Nederlands lees je in dit document:
Sinds 2021 leggen alle vijfjarige kleuters (bij aanvang van de leerplicht) een verplichte taalscreening af, middels een opgelegd evaluatie-instrument door de overheid: KOALA. De afname van die screening gebeurt tussen half oktober en eind november. Het instrument gaat de luistervaardigheid na, als voorspeller van schoolsucces.
In de bijdrage mondelinge taalvaardigheid in KOALA lees je er meer over. Het geeft ook indicaties voor de beheersing van de school- en instructietaal. Die screening wordt samen met de brede evaluatie door de leraar beoordeeld, waarna de school handelt naargelang de resultaten.
Op basis van de resultaten mondt dat voor sommige leerlingen uit in een taal(integratie)traject. Een taal(integratie)traject is een krachtige leeromgeving die naargelang de leerling en de context verschillende vormen kan aannemen in een meerlagig ondersteuningsmodel:
De ondersteuning van leerlingen speelt zich af op domeinen zoals taalrijke mondelinge interactie, interactief voorlezen, intentioneel woordenschatonderwijs, schriftelijke geletterdheid … Over elk van die invalshoeken vind je een inspiratiefiche en een bijdrage in het Dossier taaltrajecten in de materialenbank.
Om kleuters permanent te evalueren ontwikkelden we een aantal handvatten en een leidraad, die zijn gebaseerd op de principes van goede evaluatie.
Je vindt nog meer handvatten:
De taalcompetenties van de kleuters worden in de overgang van kleuter- naar lager onderwijs meegenomen.