Hoe doe je dat?
Net zoals de wijze waarop teams met het leerplan omgaan vervat zit in het eigenaarschap over het leerplan, vallen de keuzes die bij de rapportering gemaakt worden onder de verantwoordelijkheid van het schoolteam. Die keuzes beschrijf je in het schoolwerkplan en in het schoolreglement. Dat rapporteringsbeleid sluit aan bij het pedagogisch project en bij het evaluatiebeleid van de school. We ontwikkelden een kijkwijzer om na te denken over je communicatie en rapportering.
Nadenken over het rapporteringsbeleid kan je aan de hand van deze zes vragen: waarom, wat, hoe, aan wie, wanneer en waarvoor evalueer je? Zij vormen de bouwstenen voor rapportering en communicatie in je school.
Leraren, leerlingen en ouders communiceren voortdurend formeel en informeel met elkaar. Dit bevordert de samenwerking in het belang van de leerling. Om die reden koppelt de leraar in elke fase van het leer- en evaluatieproces de resultaten terug naar de leerlingen en andere betrokkenen. Evalueren is inherent verweven in het onderwijsleerproces. Feedback is daarbij een zeer effectieve vorm.
Een bijzondere vorm van communiceren is de rapportering. Schoolteams communiceren op een transparante manier waar de leerling staat in zijn ontwikkeling ten aanzien van de te behalen doelen. Die rapportering is helder, breed en informatierijk. Ze vormt de basis voor oriëntering en attestering.
Rapporteren is dus verslag uitbrengen over iets. Elke basisschoolleerling (vanaf 2,5 jaar) en zijn ouders/voogd hebben recht op informatie over het leerproces, de groei daarin en de mate waarin de doelen bereikt worden. Dat kan uiteraard in wederzijdse dialoog.
Een specifieke vorm van rapportering in onderwijs is ‘het rapport’. Daarmee bedoelt men een overzicht van de behaalde ‘cijfers’. In de tekst proberen we voortaan rapporteren breder te zien dan een overzicht van de behaalde cijfers.
Je kan aan de leerling en/of de ouders en het team rapporteren vanuit verschillende invalshoeken of motieven:
Het schoolteam rapporteert, vanuit de visie in Zin in leren! Zin in leven!, over de totale ontwikkeling van de leerling. De rapportering houdt dus rekening met de harmonische ontwikkeling: persoons- en cultuurgebonden. Het leerplan biedt ook voor communicatie en rapportering handvatten via ontwikkelvelden en ontwikkelthema’s, leeruitkomsten, doelen en leerlijnen met ontwikkelstappen. De rapportering getuigt enerzijds van die totale ontwikkeling van de leerling en anderzijds heeft ze aandacht voor de te behalen doelen. Het gaat hierbij om kennis, vaardigheden, inzichten en attitudes.
Afhankelijk van de beweegredenen kies je als school op welke manier en wanneer je met de leerling en de ouders communiceert. Je kan dus op verschillende wijzen communiceren met en rapporteren aan de leerling of de ouders (zie ook ‘Wie is er betrokken bij de communicatie en de rapportering?’). ‘Het (schriftelijke) rapport’ is daar één vorm van.
Je maakt best een onderscheid tussen communiceren in de context van de formatieve evaluatie en rapporteren in de context van de summatieve evaluatie.
Bij formatieve evaluatie of evalueren om te leren draagt communicatie over het leren en de leerprestaties van leerlingen bij tot het onmiddellijk bijsturen van het onderwijsleerproces. In de eerste plaats bevat elke evaluatie een mondelinge en/of schriftelijke terugkoppeling (feedback) aan de leerling. Die formatieve evaluaties helpen de leerling de taak, zijn gedrag, het proces aan te passen en bieden de leraar de kans om het onderwijsleerproces bij te sturen.
Via een ‘groeimap’ (takenmap/portfolio…) kunnen de ouders permanent op de hoogte gebracht worden van de gegevens met betrekking tot het onderwijsleerproces en de beoordeling daarvan door de leerling en de leraar. Ook werkjes en schriften van leerlingen bevatten veel van die gegevens. Op die wijze kunnen leraar, leerling en ouders ‘dagelijks’ het groei- of leerproces opvolgen.
Bij summatieve evaluatie of evaluatie van het leren gaat het om het inschatten of ‘plaatsen’ van een leerling in zijn ontwikkeling ten aanzien van de vooropgestelde doelen.
Op geregelde tijdstippen staan leerlingen, leraren en ouders stil bij hoever de leerling in zijn ontwikkeling staat. Je voorziet daarbij een synthese van de evaluatiegegevens. Rapportering in die context bestaat uit op een zo geldig en betrouwbaar mogelijke wijze de maat van de leerling nemen.
Die synthese kan dus vanuit de beeldvorming van de leraar (samenspel van ervaringskennis met andere informatiebronnen) mondeling gedeeld worden:
Bovenop de permanente stroom van evaluatiegegevens en mondelinge contacten kan de school ervoor kiezen om op geregelde basis een schriftelijke synthese te maken, in de vorm van ‘het rapport’. De school maakt daarbij keuzes over de gegevens, de doelgroep, de wijze en tijdstip van de rapportering. Die schriftelijke rapportering heeft een toegevoegde waarde bovenop alle andere communicatiemiddelen, en is nuttig en belangrijk in functie van doorstroming, attestering en oriëntering. Die rapportering kan in de vorm van een schriftelijke verslaggeving tussen ouders en school of in de vorm van ‘een rapport’.
Leerling, leraar en ouders zijn directe betrokkenen bij de rapportering. De rapportering laat alle betrokkenen toe om te communiceren. In die zin is het van belang om binnen het evaluatiebeleid alle betrokkenen meteen te betrekken bij de afspraken in verband met de rapportering (schoolreglement). Je onderzoekt als schoolteam dan ook best hoe wijzigingen in de wijze waarop je rapporteert, door de leerlingen, ouders en andere betrokkenen worden gezien.
De leerling is de eerste betrokkene in het evaluatieproces en de communicatie daarin. Enerzijds liggen er kansen tot zelfevaluatie (bijvoorbeeld door kijkwijzers of portfolio) en peerevaluatie (beoordelingen van leerlingen onderling). Anderzijds krijgt leerling de kans om feedback te geven, te ontvangen en te verwerken. Ook dat is een leerproces (IVzv5). De leerling kan uit de rapportering elementen halen om zichzelf doelen te stellen of om te weten waaraan gewerkt wordt in de toekomst. De rapportering draagt bij tot een positief, realistisch zelfbeeld (IKid2). Een goede rapportering geeft dus ook kansen tot zelfreflectie bij de leerling.
In die zin is de rapportering ook steeds gericht op de individuele leerling. De communicatie gaat over zijn ontwikkeling, zijn context en houdt rekening met zijn behoeften. Dat betekent dat de differentiatie ook naar de rapportering dient te worden doorgetrokken. In die zin maakt de rapportering evolutie zichtbaar en gelden dus ook daar niet voor alle leerlingen dezelfde doelen, criteria. In het bijzonder voor leerlingen waarvoor redelijke aanpassingen worden georganiseerd of leerlingen met een IAC. Een gedifferentieerde aanpak kan dus ook leiden tot een gedifferentieerde evaluatie, communicatie en rapportering.
Ouders voelen zich uitgenodigd om over de rapportering in gesprek te gaan en toelichting te krijgen. Ook de ouders halen uit de rapportering hoe bepaalde onderdelen opgevolgd kunnen worden. Ouders krijgen de kans om het beeld van de leraar over hun kind te vergelijken met het eigen beeld.
De rapportering is de verantwoordelijkheid van alle leraren die met de leerling werken. Elke leraar krijgt de kans om de rapportering van de leerling aan te vullen, te corrigeren, te nuanceren.
Leraren kunnen ook onderling aan elkaar rapporteren. Rapporteren naar het team is gericht op het signaleren, onderzoeken en uitzoeken hoe de aanpak van het onderwijsleerproces kan worden bijgestuurd. Die rapportering gebeurt schriftelijk steeds vaker via leerlingendossiers of digitale systemen om kinderen te volgen. Die beeldvorming van leraren vormt de basis voor de mondelinge en schriftelijke rapportering aan de leerling en de ouders.
Al heeft ‘het rapport’ een summatief karakter, als het goed gebruikt wordt, krijgt het ook een formatief karakter, in die zin dat het aanknopingspunten geeft voor de verdere ontwikkeling en opvolging van de leerling en de bijsturing van de onderwijsaanpak door de leraar.
Als de verslaggeving helder en accuraat is, kennen alle betrokkenen de sterktes en zwaktes van de leerling en de wijze waarop eraan gewerkt wordt. In die zin kan de synthese van alle rapporteringen de basis vormen voor de klassenraad en de uitreiking van het getuigschrift basisonderwijs.
Synthese
Communicatie en rapportering doorheen de hele basisschool (vanaf 2,5 jaar) = in dialoog gaan en verslag uitbrengen, mondeling en/of schriftelijk, “het rapport” is hier een onderdeel van. We ontwikkelden een kijkwijzer om na te denken over je communicatie en rapportering die je kan ondersteunen.