Leesonderwijs

Hoe organiseer je sterk leesonderwijs?

Leesvaardigheid is het vermogen om geschreven teksten te begrijpen, te gebruiken, erover te reflecteren en zich ermee bezig te houden. Zo kan iemand zijn doel kan bereiken, zijn kennis en capaciteiten ontwikkelen en participeren in de maatschappij. Naast het decoderen en het letterlijk begrijpen van teksten omvat leesvaardigheid ook het interpreteren van en het reflecteren op teksten en het vermogen om lezen te gebruiken om de persoonlijke doelen in het leven te bereiken (Pisa). Onderwijs in lezen is een zeer complex en samenhangend verhaal.

Leesbeleid

sla link op in klembord

Kopieer

Een school die sterke lezers wil en op alle aspecten van lezen wil inzetten, voert een doordacht leesbeleid, als onderdeel van het talenbeleid.

De belangrijkste doelstelling van het leesbeleid is de leesvaardigheid van leerlingen verbeteren. De leesscan stelt het kernteam of het team belangrijke vragen die peilen naar de verschillende aspecten van een leesbeleid. De leesscan is een ontwerp van de Taalunie en kan digitaal afgenomen worden. De leesscan is een lijst van een vijftigtal vragen die je helpt om op een snelle en eenvoudige manier zicht te krijgen op de sterktes en uitdagingen voor het leesonderwijs op jouw school. Het resultaat wordt meteen gevisualiseerd. Op basis van je leesscan kun je doelen en acties bepalen om je leesonderwijs te versterken.

We hebben de verschillende aspecten van het leesbeleid geordend. Ook al zijn de verschillende rubrieken vaak in elkaar verweven. Om goede lezers te vormen, zijn alle aspecten in samenhang belangrijk.

Inhoudelijke aspecten van lezen

sla link op in klembord

Kopieer

Leesonderwijs kent een aantal inhoudelijke aspecten die onderling samenhangen

Leesomgeving

sla link op in klembord

Kopieer

Voorwaarde om (voor) te lezen, is dat leerlingen kunnen kiezen uit een divers, aantrekkelijk en hedendaags leesaanbod zoals fictie, kranten, strips, poëziebundels, informatieve boeken, digitale prentenboeken, meertalige boeken ... Deze boeken zijn zichtbaar en vlot toegankelijk voor de leerlingen in bijvoorbeeld een schoolbib, boekenhoek, klasbib, boekenkast, thematafel. Leerlingen zijn gebaat met rijke teksten. Leerlingen hebben buiten de ‘leesles’ manieren nodig om veel en betekenisvol te lezen. Dat kan door o.a. het inrichten van een boekenhoek, vrij lezen, leescircuit, tutorlezen, mandjeslezen, lezen doorheen alle leergebieden, enz. Kinderen die meer lezen, zijn beter in taal.

Meer lezen: Les in lezen, fiche 16: Helpt inzetten op leesmotivatie om betere lezers te maken van kinderen? (p.44)

Voorlezen

sla link op in klembord

Kopieer

Voorlezen is niet enkel leuk en ontspannend, het is ook lestijd. Voorleesmomenten kunnen een vaste plek krijgen in het weekrooster. Elke dag bewust tijd maken om voor te lezen heeft een positief effect op de ontwikkeling van alle leerlingen, ongeacht hun socio-economische status. Voorlezen en het bijbehorende luisterbegrip vormen de basis voor het begrijpend lezen. Je kan voorlezen uit prentenboeken, verhalenbundels, poëzie, moppenboeken, informatieve boeken … De leraar kan daarvoor doelgericht inzetten op genietend, herhaald, interactief of hardop denkend voorlezen. Dat voorleesmoment kun je koppelen aan een onderwijsarrangement. Het boek of de tekst kan een begin zijn van een klasgesprek of een thema. Daarnaast kan het de leerlingen prikkelen om zelf beginnen te lezen. Het geeft vaak kansen tot allerlei taalvaardigheden, maar kan ook andere ontwikkelingen stimuleren: creativiteit, muzische ontwikkeling, socio-emotionele ontwikkeling, wetenschappen en techniek…

Meer lezen: Les in lezen, fiche 2: Waarom zou je voorlezen aan je leerlingen? (p.16)

Vrij lezen

sla link op in klembord

Kopieer

Vrij lezen is gebaseerd op het idee dat leerlingen 15-30 minuten per dag kunnen lezen in zelfgekozen boeken of teksten. Dat draagt bij tot de leesmotivatie. Aidan Chambers leert ons in ‘Leespraat’ hoe dat kan aan de hand van de leescirkel. Volgende zaken zijn essentieel opdat leerlingen groeien in leesmotivatie, leestechniek en leesbegrip.

  • Leer kinderen strategieën aan om zelfstandig boeken te kiezen, te lezen en erop te reageren in een rijke leesomgeving.
  • Laat leerlingen lezen in zelfgekozen boeken of teksten.
  • Lees elke dag vijf minuten voor.
  • Geef meermaals een introductie over bepaalde aspecten van leesbegrip via een mini-les, zoals over personages, tijd, gevoel, emoties, karakter, plaats…
  • Zorg elke dag voor 15 minuten vrije leestijd of driemaal per week voor 20-25 minuten.
  • Hanteer werkvormen voor hardop lezen en stillezen.
  • Voer gesprekken met de leerlingen over wat ze lezen.
  • Toon als leraar zelf dat je een gemotiveerde lezer bent, door zelf te vertellen over boeken, voor te lezen, mee te lezen, boeken te promoten ...

Geletterdheid

sla link op in klembord

Kopieer

Leesonderwijs start in de kleuterschool, met aandacht voor de schriftelijke taalvaardigheid en het nadenken over klanken en letters (taalbeschouwing). Je leest er meer over in ‘Taalontwikkeling bij het jonge kind’.

In de eerste plaats door de aandacht via verhalen en prentenboeken voor genietend lezen, luister- en leesbegrip via herhaald en interactief voorlezen. In de tweede plaats door ‘schrijven’: kleuters grijpen en krijgen de kans om te ervaren dat dingen die je schrijft, blijvend zijn, over tijd en ruimte heen: wat ik vertel bij een tekening, kan de juf noteren en kan mijn papa later opnieuw lezen. Ze bootsen volwassenen na, ze krabbelen, proberen al tekenend iets te vertellen, gebruiken symbolen en letters, maken gebruik van invented spelling, vullen boodschappen aan. Tot slot leren oudere kleuters ‘abstracter’ naar een taal kijken door ze te beschouwen. In de eerste plaats denken ze na over klank en rijm, betekenissen, woorden en zinnen. Maar gaandeweg ook naar tekst- en tekststructuur en spellingvormen, zoals letters en hun verhouding met klanken.

Meer lezen:

  • Les in lezen, fiche 1: Waarom werk je best al van in de kleuterklas aan de basis van geschreven taal? (p.14)
  • Les in lezen, fiche 3: Waarom zijn programma’s die werken volgens het alfabetisch principe een goede basis voor vlot lezen? (p.18)
  • Les in lezen, fiche 4: Hoe maak je sterke leesmomenten van voorlezen? (p.20)
  • Les in lezen, fiche 6: Bieden digitale boeken een meerwaarde? (p.24)

Vlot lezen

sla link op in klembord

Kopieer

Hoe vlotter een leerling de tekst kan decoderen, zeg maar lezen, hoe meer ruimte er in het werkgeheugen vrij komt om de tekst ook te begrijpen. Het ‘aanvankelijk en voortgezet technisch lezen-proces’ moet dus kwaliteitsvol verlopen, zodat eerste lezers ze snel als mogelijk hun aandacht weer op het begrip kunnen richten. Dat is het uiteindelijke doel van vlot lezen: voldoende vlot kunnen lezen om leeftijdsadequate teksten te kunnen lezen (TOsn2). Hoe je dat aanpakt voor ALLE leerlingen, beschrijven we in het tienpuntenplan voor leesvertraging.

Meer lezen:

  • Les in lezen, fiche 7: Haal je risicolezers uit de les voor extra ondersteuning? (p.26)
  • Les in lezen, fiche 8: Hoe trek je het leesniveau van je leerlingen op door te modelleren? (p.28)
  • Les in lezen, fiche 12: Hoe maak je van vlotte lezers vloeiende lezers? (p.36)

Begrijpend lezen

sla link op in klembord

Kopieer

Begrijpend lezen is een erg complexe vaardigheid. Leerlingen ondersteunen om effectief een schriftelijke boodschap te verwerken (TOsn1) eveneens. Voor elke lezer is het van cruciaal belang te werken met authentieke, betekenisvolle, uitdagende teksten en leesopdrachten (functionaliteit), waarbij interactie gestimuleerd wordt met de leraar en tussen leerlingen onderling (interactie), en leesstrategieën expliciet onderwezen en ingeoefend worden (strategie-instructie). Dat alles binnen een motiverende leesomgeving (leesmotivatie) en binnen een gevarieerdheid aan contexten over de leergebieden en over de leerjaren heen (transfer). In het zevenpuntenplan voor begrijpend lezen brengen we die knowhow in een notendop samen en leggen we ook verbanden met de andere aspecten. We stellen elk punt beknopt voor in korte filmpjes. Je kunt er ook een interview over terugvinden.

We brachten de doelen van vlot lezen (TOsn2) en begrijpend lezen (TOsn1) samen in een inspirerende, didactische poster voor in de leraarskamer/op het prioriteitenbord.

Meer lezen:

Lezen in andere leergebieden

sla link op in klembord

Kopieer

Betekenisvol en functioneel wordt het als leerlingen ervaren dat boeken en teksten hun iets te bieden hebben. Dat kan door lezen te integreren binnen thema’s (thematisch lezen), bv. vanuit oriëntatie op de wereld. Bovendien werken leerlingen op deze wijze geïntegreerd aan kennis, attitudes, vaardigheden en inzichten in enerzijds alle ontwikkelthema’s van Nederlands, maar bovendien aan de kennis van de wereld doorheen andere ontwikkelvelden. De Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) beschrijft in zijn inspiratiegids voor het basisonderwijs vanaf p.35 enkele mogelijke didactische aanpakken. Ze bevatten één of meerdere van bovenstaande uitgangspunten.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio