“Jullie staan kritisch ten aanzien van jullie christelijke roots, jullie katholieke opvoeding en zijn zoekend, dat lijkt me heel lastig”.
Mijn vroegere collega, zelf een moslima, zei het bijna achteloos. Maar haar opmerking zindert tot vandaag bij me na. Ze hield me een spiegel voor die nog wat meer werd opgepoetst toen ik onlangs naar 'De Columbus' keek. In dat televisieprogramma reist Wim Lybaert met zijn gasten doorheen Europa in een uit de kluiten gewassen mobilhome. Serine Ayari, een Belgische comédienne met Tunesische roots was één van zijn metgezellen. In een gesprek over geloven zei Wim Lybaert: “We hebben met de ontvoogding van de kerk het kind met het badwater weggegooid. “
De puzzelstukjes vielen pas sinds kort op hun plaats. Het is misschien pas nu dat ik echt mijn christelijke en katholieke identiteit kan ontwaren en dat ik begrijp wat het project 'katholieke dialoogschool' kan betekenen. Niet in het minst tijdens de Warmste Week.
In de Warmste week staat identiteit niet onterecht centraal. “Kunnen zijn wie je bent” is de titel van de solidariteitsactie bij de VRT. In Klasse lezen we tips rond meervoudige identiteit. In het nieuws zagen we recent een aantal pijnlijke situaties waarin jongeren om hun genderidentiteit werden gediscrimineerd of met geweld te maken kregen. Een onderzoek van de studiedienst van de VRT wijst op het feit dat slechts 1 op 5 Vlamingen aangeeft te kunnen zijn wie hij of zij wil zijn. Aanleiding genoeg om in dit blogbericht de kansen te verkennen die een katholieke dialoogschool biedt om de identiteitsontwikkeling van leerlingen te ondersteunen.
In een katholieke dialoogschool zoeken we in dialoog naar identiteit. We zoeken naar wat ons onderscheidt maar ook naar wat ons verbindt. Identiteit is niet meer zomaar (voorgegeven?) en vanzelfsprekend. Door met elkaar in gesprek te gaan bereiden we leerlingen voor op het samenleven in verschil. Het is de opdracht van de school om in dat gesprek ook de christelijke stem op een eigentijdse en verfrissende manier te laten klinken. Een katholieke dialoogschool wil met andere woorden een veilige oefenplaats vormen die de leerlingen voorbereidt op zinvol leven en samenleven in onze complexe en uitdagende samenleving.
We concretiseren dit streven via inspirerend burgerschap. Inspirerend burgerschap veronderstelt dat leerlingen hun eigen grote en kleine inspiratiebronnen leren benoemen. Dit ondersteunt hun identiteitsontwikkeling doordat ze zich spiegelen aan inspiratiebronnen en overtuigingen vanuit hun bredere leefwereld en vanuit het katholieke schoolproject. De leerlingen ervaren hierbij dat hun identiteit dynamisch is. Centraal staat het streven naar het opnemen van verantwoordelijkheid voor elkaar en voor de samenleving.
We vertrekken hiervoor van vijf pijlers: leerlingen groeien in het onderzoeken van de wereld: met een kritische blik kijken ze naar wat zich afspeelt en gaan ze in dialoog, met de ander, die per definitie anders is en hen hierdoor uitdaagt zichzelf te definiëren (identificeren). In deze dialoog ontstaat verbondenheid, werken aan een verbindend schoolklimaat ondersteunt dit proces. De verbondenheid met de andere(n) is een voorwaarde om tot leren te komen in de school en doelbewust actie te ondernemen. Door actie te ondernemen geven leerlingen mee de wereld vorm en worden ze aangezet tot reflectie: wat gebeurt er bij mij, wat gebeurt er bij de ‘ander’ en waarom is mijn actie betekenisvol en wat zegt dit over wie ik ben of wie ik wil zijn. Op deze manier ontwikkelen leerlingen hun identiteit in dialoog met zichzelf, de ander en de wereld.
Daarmee staan we op de schouders van vorige generaties die katholiek onderwijs hebben vormgegeven. Identiteitsvorming is namelijk niet nieuw in onze scholen: we kennen een rijke traditie waarin iedere school vanuit de eigen visie, het eigen pedagogisch project bewust en actief probeert bij te dragen aan de brede persoonsvorming van de leerlingen. Daarnaast willen we vanuit de grondgedachte van de katholieke dialoogschool bijdragen aan een open, betekenisvolle, verdraagzame en duurzame samenleving.
De verschijningsvormen, de deuren waarlangs identiteitsvorming de school binnenkomt zijn wel nieuw: zo komen steeds meer in aanraking met gendergerelateerde thema’s, vullen onze klassen zich met leerlingen met verschillende levensbeschouwelijke of religieuze overtuigingen, dienen zich steeds meer leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften aan … Dat alles daagt ons uit om de ons vertrouwde wegen en middelen te herdenken, hertalen.
Als we spreken over persoonlijke identiteit bedoelen we over het algemeen wat eigen of uniek is aan iemand, wat iemand typeert, het karakter, wie je bent. Diversiteit en identiteit zijn twee zijden van dezelfde munt. Je kunt het niet hebben over diversiteit zonder ook je identiteit te benoemen. Je identiteit is persoonlijk en sociaal, maar ook gelaagd en dynamisch.
Identiteit is meerlagig, bestaat uit verschillende facetten of deelidentiteiten. Soms wordt een taartvorm of een lasagne gebruikt als metafoor om de verschillende deelidentiteiten voor te stellen. Zelf gebruiken we vaak het beeld van een bord spaghetti omdat dit ook de complexiteit en dynamiek nog meer in de verf zet.
Zo ben je naast leraar ook mama/papa maar ook zoon of dochter van je ouders, kun je ook toneelspeler zijn of kom je misschien uit een onderwijsfamilie … Identiteit ontwikkelt zich op heel verschillende assen: we kunnen ons onderscheiden op heel verschillende domeinen als geslacht, leeftijd, economische status, opleidingsniveau, gezondheid, opleiding, migratiestatus, nationaliteit, seksuele orientatie, religie …
Identiteit kan dus ook gezien worden als de verschillende manieren waarop we onszelf definiëren en beschrijven. Dat doen we steeds in interactie met onze omgeving, onze context. Die context bestaat uit (onder andere fysieke en sociale) ruimte maar ook tijd in de dubbele zin van het woord: het momentum (lees ook: actualiteit) waarin we ons bevinden en de levensfase waarin we onszelf bevinden.
Het gemeenschappelijke funderend leerplan (GFL) stelt de persoonsvorming van alle leerlingen centraal en formuleert dus de algemene doelen omtrent identiteitsontwikkeling. De dialoog tussen de leerling, de ander en de wereld en het toekomstbeeld dat we voor onze jongeren voor ogen hebben staan hierin centraal. De doelen in het GFL worden vanuit de visie van de school door het volledige lerarenteam nagestreefd en vertaald in concrete activiteiten en initiatieven. Ook in andere leerplannen vinden we doelen die expliciet inzetten op de identiteitsontwikkeling van onze leerlingen. In de eerste plaats denken we hierbij aan de vakken mens & samenleving, MEAV en MAVO, bij uitbreiding vinden we ook in Nederlands en geschiedenis doelen die inzetten op identiteitsbewustzijn en ontwikkeling. Doelgericht werken doe je via verschillende werkvormen en methodieken. Onderaan dit bericht vind je een - niet-exhaustieve - lijst van werkvormen die dit ondersteunen.
Naast het werken aan identiteit vanuit het eigen pedagogisch project van de school en vanuit de leerplannen (wat we kunnen zien als een vertaling van een maatschappelijke verwachting) kunnen we ook niet voorbij gaan aan de ambitie die elke leraar vanuit de eigen professionele identiteit heeft. Vooreerst en niet in het minst vanuit het meesterschap in het vakgebied: straffe leraren vereenzelvigen zich met de inhouden van hun vak en modelleren dus in hun doen en laten hoe hun vak, hun ‘metier’ mee hun identiteit bepaalt, hoe ze op school vooreerst leraar zijn en dus daarnaast ook werken aan de droom die ze voor elk van hun leerlingen voor ogen hebben. Hiermee raken we ook aan het persoonlijk engagement dat leraren voor hun leerlingen opnemen, zowel in de dagelijkse lessen als in de vele vakoverschrijdende projecten die scholen uitrollen. Dit engagement is naast het planmatig en doelgericht werken een meer impliciete manier om aan persoonsvorming en identiteitsvorming te werken.
Werken aan identiteitsontwikkeling betekent per definitie dat het regelmatig schuurt en wringt, dat we gevoelige thema’s aansnijden of dat gevoelige thema’s -over het algemeen ongepland- onze klas binnenkomen. De dialoogcirkel is een methodiek die het gesprek over dergelijke heikele kwesties kan ondersteunen.
Laat dit een betoog zijn om vooreerst identiteit én diversiteit vol en proactief op de agenda te zetten, dit doelgericht, planmatig en met effectieve methodieken te doen. In het bijzonder de identiteitsthema’s die de klas binnen komen met de leerlingen (zoals bijvoorbeeld gender, migratiestatus, vaccinatie en gezondheid… ) en die ons uitdagen en ‘schuren of wringen’ verdienen primair onze aandacht.
Daarnaast wil dit ook een betoog zijn om actief en doelgericht vanuit het gemeenschappelijk funderend leerplan verder de brede persoonsvorming te ondersteunen en hierbij onze ervaring en expertise te koppelen aan de actuele en nieuwe kansen die zich iedere dag in onze klas aandienen en dit vanuit de droom die we voor elk van onze leerlingen hebben.
Concrete tools en bronnen die het werken rond identiteit en diversiteit ondersteunen:
Jurgen Viaene, pedagogisch begeleider
Reacties? inspirerendburgerschap@katholiekonderwijs.vlaanderen