(23 september 2019) Over jezelf laten zien en authenticiteit. Over het samengaan van ambitie en imperfectie. Over bezield leraarschap waarbij wie je bent hand in hand gaat met waartoe en hoe je lesgeeft.
Als leraar breng je de wereld in je klas. En de wereld doet je iets.
De beelden van vluchtelingen op tv doen je misschien rillen. Wie weet engageer je je voor mensen die leven in armoede in je gemeente. Positief omgaan met de toenemende diversiteit in de samenleving vind je misschien soms uitdagend. En misschien vraag je je soms in stilte af of een geldinzamelactie een efficiënte manier van helpen is.
Wat doe jij hiermee? Wie zien de leerlingen, als ze vooraan in het lokaal de leraar zien? Zien ze enkel de professionele leraar die zo neutraal mogelijk lesgeeft? Of zien ze een mens, met waarden en normen, sterktes en zwaktes, emoties, overtuigingen en inspiratiebronnen?
Als je overtuigd bent van het tweede, lees dan zeker verder en denk mee. Heb je bedenkingen? Doe dan alsjeblieft hetzelfde, want ik ga graag in gesprek en laat zo mijn ideeën rond ‘inspirerend burgerschap’ groeien!
Deze blog gaat over kwetsbaarheid en authenticiteit, twee thema’s die Brené Brown centraal stelt in haar boek ‘De kracht van kwetsbaarheid’ (2013). Eén idee dat regelmatig aan bod komt, is:
Duik mee de arena in.
En dat is wat ik zelf ook probeer als pedagogisch begeleider en (toekomstig) leraar. Het begeleiden van leraren rond ‘inspirerend burgerschap’ betekent voor mij ook zelf aan de slag gaan in de klas. Leerlingen laten groeien als inspirerende burgers lukt me enkel als ik ook zelf bereid ben om hierin te groeien. Zo herken ik mezelf in de leraar en de leerling, en – zo hoop ik – ook omgekeerd.
Hiermee geef ik zelf alvast een voorlopig antwoord op een prangende vraag die ik me steeds opnieuw stel in mijn werk: Wat geef ik mee van mezelf als ik leerlingen zelfstandig wil leren denken, zonder hen te beïnvloeden?
De kern van wat Brown vertelt in haar boek is dit: laat jezelf zien en toon je kwetsbaar. Dus ook als leraar voor de klas. Toon je persoonlijke identiteit, wat ook Wim Kuiper ons vertelt met de identiteitsdriehoek. Hierin verbindt de persoonlijke identiteit van de leraar zich met haar professionele identiteit en de institutionele identiteit van de school.
Vertel de leerlingen hoe jij over een kwestie denkt. Spit it out. Leg het op tafel. Maar leg het daar kwetsbaar, als onderzoeksonderwerp. Laat je bevragen. Nodig de leerlingen uit om naast jouw bijdrage ook iets op tafel te leggen, om te onderzoeken, om te bevragen. Luister naar elkaar. En ga actief op zoek naar diversiteit om je eigen perspectief open te breken. Met bewondering denk ik vaak terug aan wat ophing in een Londense basisschool die ik bezocht: “Always be prepared to change your mind.” En dat lukt het best in dialoog.
Van zodra je bereid bent om de dialoog centraal te stellen, moet je jezelf dus niet verstoppen. Als dat al mogelijk is. Want, kan je als leraar jezelf niet tonen? Kan je, bij het binnengaan van de klas, je persoonlijke identiteit als het ware samen met je jas buiten aan de kapstok hangen?
Bestaat onderwijs er niet net uit dat een leraar als bezield en begeesterd persoon voor de klas staat?
Naast kwetsbaarheid, is authenticiteit een stokpaardje van Brené Brown. Als leraar moet je de volwassene zijn die je wil dat je leerlingen worden, vaak vertaald als: Teach what you preach. Is wat je zegt, in overeenstemming met wat je doet? Zien leerlingen in je gedrag wie je zegt dat je bent, wat je zegt dat belangrijk is?
Enkele voorbeelden:
Maar elke leraar met kilometers op de teller, weet dat ook wat authenticiteit betreft: woorden een stuk makkelijker zijn dan daden. Uiteraard is het onmogelijk om altijd te doen wat je zegt en verwacht. Maar als je gedrag steeds indruist tegen wat je zegt, bereik je natuurlijk niet wat je beoogt met je leerlingen.
Moet je dan eerst de perfecte versie van jezelf bovenhalen? Moet je eerst zelf een kei zijn in recycleren, nooit meer vooroordelen hebben over een medemens, je engageren voor tig goede doelen en nog zoveel meer?
‘Nee!’ is het antwoord dat ik van de daken wil schreeuwen. Stel ‘inspirerend burgerschap’ in je klas en school vooral niet uit tot je vindt dat je zelf het perfecte voorbeeld bent. Authentiek voor de klas staan, betekent ook samen zoeken. Wees een voorbeeld voor je leerlingen van wie je ook verwacht dat ze zichzelf laten zien en hun identiteit steeds verder vormen.
Groei samen met je leerlingen, maar gun hen en jezelf om te worstelen en te falen. Verontschuldig je niet als je met de auto naar school komt tijdens de week van de duurzame mobiliteit (16-22 september ’19), om eender welke reden. Geef leerlingen ruimte om al dan niet te participeren aan de leerlingenraad. Stel hoge ambities, maar relativeer ze: er is meer tijd dan vandaag. Inspirerend burgerschap gaat immers over zelf leren denken en doen.
Brown sluit haar boek af met een hoofdstuk over ‘bezield ouderschap’. Ze heeft het over de moed om de volwassenen te zijn die we willen dat onze kinderen worden. Wie we zijn, leert hen immers veel meer dan wat we zeggen.
Ik wil graag spreken over ‘bezield leraarschap’ wat al het voorgaande voor mij samenvat. Het betekent dat je je ziel legt in je leraar zijn. Wie je bent, is waartoe en hoe je lesgeeft. Het komt neer op drie onontbeerlijke eigenschappen als leraar:
Als je dus ergens, al is het maar een sprankeltje, aanvoelt dat ‘inspirerend burgerschap’ van belang is voor jou, ga er dan gewoon mee aan de slag. Probeer en experimenteer mee. Duik in de arena, ook al moet je daar nog zoveel uitzoeken. Vind voor jezelf uit wat jouw ambitie is voor jezelf en je leerlingen. En wees hier ook vooral kwetsbaar in. Heb de moed om niet perfect te zijn.
Miette Plessers, pedagogisch begeleider ‘inspirerend burgerschap’
Bronnen: