Hoe voelen leerlingen zich op school? Zijn ze betrokken?
Er bestaan verschillende methodieken om via een kingesprek het welbevinden en de betrokkenheid bij leerlingen in kaart te brengen, denk aan gesprekskaartjes, geluksbarometer, gevoelensdoos, etc. Ook in samenwerking met de leerlingenraad of het kinderparlement kan je hier een onderzoek naar organiseren.
Ouders hebben een ander perspectief op het welbevinden en betrokkenheid van hun kind. Zij kunnen aanvullende waardevolle informatie geven.
Ook leerlingobservatie is waardevol, maak hierbij een onderscheid tussen klasobservatie en speelplaatsobservatie. Dit kan een ander beeld geven. Vanuit het CEGO werden verschillende instrumenten ontwikkeld. Ook de ZIKO-VO is een instrument dat ontwikkeld werd voor baby's en peuters, maar ook gebruikt kan worden bij niet-talige leerlingen.
Er bestaan verschillende mogelijkheden om leerlingen via een vragenlijst te bevragen. Er zit wel een groot verschil op deze bevragingen in termen van focus, anoniem versus niet anoniem, éénmaal per schooljaar of meerdere malen ... . Het burgerschapskompas is een jaarlijkse anonieme leerlingvragenlijst waarin naar heel wat thema's gepeild wordt, onder andere verbondenheid met de school. Appwel is een digitaal bevragingsinstrument waarin leerlingen op meerdere momenten per schooljaar naar hun welbevinden op een aangeven. Deze bevraging is niet anoniem.
Cijfers over het schoolverzuim kun je vinden in je eigen administratie, of via DataWijzer en Dataloep.
Het klasklimaat kun je bevragen met methodieken zoals bijvoorbeeld een klasklimaatschaal, een klasthermometer of een sociogram. Je kunt bijvoorbeeld ook werken rond de fasen van forming, storming, norming en performing.