In een verbindend schoolklimaat kiest het schoolteam er expliciet voor om conflicten (o.a. pesten, ruzie op de speelplaats, agressie-incidenten…) op een herstelgerichte manier aan te pakken. Herstelgerichte maatregelen zijn in essentie altijd verbindend. Maar wat maakt dat we een bepaalde aanpak ‘herstelgericht’ noemen? Om dat te bepalen doen we een beroep op het social discipline window (Wachtel, T. & McCold, P., 2012).
In de matrix worden vier pedagogische basishoudingen zichtbaar, van waaruit binnen een school kan gewerkt worden aan relaties en conflicten. De vier basishoudingen zijn geënt op de pijlers ‘controle’ (structuur) en ‘zorg’ (ondersteunen). Het social discipline window kan je helpen bij het reflecteren over je aanpak van relaties, van conflicten, je eigen handelen als leraar …
Een aanpak met heel veel structuur en controle vanuit macht, maar weinig zorg. De school legt strikte grenzen op zonder de leerling actief te betrekken. Dit kan leiden tot weerstand en weinig eigenaarschap bij de leerling.
Veel zorg, maar weinig structuur. De school neemt conflicten over van de leerling, wat de verantwoordelijkheid van de leerling ondermijnt en duurzame oplossingen belemmert.
Noch structuur, noch zorg. Conflicten worden genegeerd, wat vaak leidt tot escalatie en een onveilig leerklimaat.
Hoge mate van structuur én zorg. De school kiest voor een herstelgerichte aanpak waarbij leerlingen verantwoordelijkheid nemen en samen met betrokkenen zoeken naar oplossingen. Deze stijl bevordert respect, eigenaarschap en duurzame relaties.
Scholen die werk maken van een verbindend schoolklimaat gaan ervanuit dat conflicten of overschrijding van normen weliswaar het schoolklimaat verstoren, maar dat strafmaatregelen geen garantie bieden voor een goede aanpak van de problematiek. Uiteraard zijn schoolregels er niet voor niets en iemand die ze overtreedt, kan men eventueel sanctioneren. Dat schept duidelijkheid en structuur.
Basisvragen om dat te bepalen zijn:
Maar met sanctioneren is het probleem meestal niet opgelost. Er is schade ontstaan, die materieel, fysiek en emotioneel kan zijn. Zowel voor de dader, het slachtoffer als voor de andere betrokkenen staat die schade nieuwe kansen, een nieuwe start in de weg. Sterker nog: het kan de bron zijn voor nieuwe conflicten.
Uit: De Verbindende school, Herstelrecht in het Nederlandse onderwijs, p.20-21 (KPC groep).
Herstelgericht werken gaat daarom een flinke stap verder. Daarin wordt vooral aandacht besteed aan herstel van de verhoudingen en het bevordert het eigenaarschap van de leerlingen.
De basisvragen van herstelgericht werken gaan dan ook veel verder dan de basisvragen die gebruikt worden bij het bepalen van een sanctie:
Alle methodieken van herstelgericht handelen verlopen volgens een aantal vaste principes en sommige zoals een herstelcirkel of een hergo vragen om professionalisering:
We geven hieronder een aantal voorbeelden van herstelgerichte werkvormen weer. Ze bewegen zich op een continuüm van informeel naar zeer formeel (hergo). Al naargelang de leeftijd en de ontwikkeling van je leerling(en) die betrokken is/zijn bij een conflict, beslis je welke vorm van herstel je toepast.
De leerlingen krijgen in een kort gesprek de kans om het effect van bepaald gedrag op hun gevoelens te uiten.
De zes basisvragen van de herstelgerichte taal (zie punt 5.2) worden gesteld. Die vragen stimuleren een bewustwording van het gedrag en doen de leerling het effect van het gedrag op anderen inzien. Je gaat dat gesprek aan met een leerling die bijvoorbeeld de les stoort, of een ongepaste opmerking geeft.
Ruzie op de speelplaats, pesterijen, niet mogen meedoen … Jij of een collega ziet het conflict gebeuren of het wordt door anderen gemeld. Jijzelf of een collega brengt beide partijen samen en stelt een herstelgesprek voor. Dat kan snel en zonder voorbereiding afgehandeld worden.
Een herstelcirkel is een herstelgesprek met een groep leerlingen (vaak een klas). Ook hier is het noodzakelijk om het gesprek voor te bereiden met een aantal individuele herstellende gesprekken om zicht te krijgen op wat er gebeurd is, om te weten wat ieders rol erbij is en om na te gaan of men bereid is om aan herstel te werken.
Na het gesprek worden de afspraken op papier genoteerd en ondertekend door alle deelnemers. Uiteraard kunnen de afspraken ook meegedeeld worden via pictogrammen, foto’s, een tekening, … De school volgt op of de gesprekken nageleefd worden. Het voeren van een herstelcirkel vraagt al enige ervaring in het voeren van herstelgesprekken en van gesprekscirkels. Het is aangewezen om er niet zomaar aan te beginnen, maar om zich terdege te laten ondersteunen.
Hergo staat voor herstelgericht groepsoverleg en is een bemiddelingsvorm waarbij niet alleen dader(s) en slachtoffer(s) aanwezig zijn, maar waarbij zij elk ook steunfiguren mogen meebrengen (personen uit hun sociale netwerk, die hen kunnen ondersteunen tijdens het proces). Het gehele proces wordt gestuurd door een moderator/bemiddelaar.
Om een hergo een kans op slagen te geven, moeten drie voorwaarden vervuld zijn:
Ook het slachtoffer moet in staat zijn én bereid zijn om aan de hergo deel te nemen.
Vooraleer een hergo te organiseren moet een school weten dat een dergelijk overleg veel tijd kost. De school moet zich afvragen of er een voldoende groot draagvlak is en of de situatie veilig is voor de deelnemers. Ook de aard van het incident en de verantwoordelijkheidszin die bij de verschillende betrokkenen aanwezig is, spelen een rol. Verder moet een dergelijke aanpak kaderen binnen het algemene sanctioneringsbeleid van de school. Een hergo wordt enkel voorbehouden voor zeer ernstige feiten, voor zwaar normoverschrijdend gedrag dat aanleiding is voor het opstarten van een tuchtprocedure.
De hergo krijgt, indien vermeld in het schoolreglement, een specifieke plaats binnen de tuchtprocedure. Zo kan de tuchtprocedure stopgezet worden om een hergo te laten plaatsvinden. Indien de hergo mislukt, kan de tuchtprocedure verdergezet worden.
Het modereren van een hergo vraagt een doorgedreven opleiding. Mocht je school nood hebben aan gespecialiseerde ondersteuning kan de school beroep doen op de pedagogische begeleiding.