Hoe ga je om met controverse en polarisatie in de klas?
Sinds enkele jaren nemen de maatschappelijke spanningen en tegenstellingen toe. De spanningen en conflicten komen, vaak onaangekondigd, de school en de klas binnen. Een maatschappelijk omstreden thema in de actualiteit (migratie, gender, racisme, koloniaal erfgoed, klimaat, inclusie …), een schijnbaar banale uitspraak in de klas, op de speelplaats of een omstreden lesonderwerp kunnen de klas in lichterlaaie zetten. Niet zelden krijgt een ‘offline’ incident een bitsig online vervolg op (sociale) media.
Controverse of conflict kan leiden tot polarisatie en omgekeerd. We hebben over het algemeen een negatieve perceptie bij de begrippen controverse en polarisatie, we zien het als een bedreiging van ons schoolklimaat. Actoren in de school worden uitgedaagd om er constructief mee op te gaan
Maar wat is nu precies het onderscheid tussen conflict, polarisatie en controverse? Zijn er enkel risico’s aan verbonden of biedt dit ook kansen? Hoe gaan we als onderwijsprofessional om met risico’s op welke manier grijpen we de kansen die spanningen en tegenstellingen ons bieden?
Polarisatie is nauw verweven met conflict. Conflicten versterken de polarisatie. Omgekeerd komen uit polarisatie ook nieuwe conflicten voort. Toch hebben de begrippen verschillende eigenschappen. Hieronder beschrijven we een aantal verschillen.
Controverse kunnen we kortweg omschrijven als heftige meningsverschillen, heftige twisten.
Het onderscheid tussen polarisatie en controverse herkennen is belangrijk. Ten eerste kan controverse bijdragen tot:
Dat in tegenstelling tot polarisatie, waarbij het veilig klimaat net onder druk komt te staan.
Bovendien kan het helpen om in het geval van controverse, of hevige uitspraken net aandacht te geven aan de uitspraak en ze vanuit pedagogisch perspectief te verkennen, te onderzoeken en leerlingen te laten reflecteren. Als er sprake is van polarisatie daarentegen is het net aangewezen om de ‘pushers’ zoals Brandsma ze omschrijft te ontwijken en in gesprek te gaan met het ‘midden’.
Controverse Polarisatie Communicatievorm Mening verkondigt op het scherp van de snede, standpunten worden betwist. Eén of een paar individuen steken een monoloog af, stellingen worden geponeerd zonder interactie. Klasdynamiek Een verhitte uitwisseling van meningen, verschillende betrokkenen hebben inbreng. Enkele 'pushers' hebben het hoogste woord, er wordt niet naar anderen geluisterd. De pushers werven en proberen een steeds grotere groep rond zich te verzamelen. Wij-zij verhouding Wij en zij maar een overkoepelend wij (de klas, de school, de gemeente, de samenleving ...). Wij tegen zij, er is geen overkoepelend wij, samenleven en leren komt onder druk te staan. De 'ander' als ... ... 'politiek' tegenstander ... morele vijand of dreiging.
Controverse en conflicten tussen (groepen) leerlingen horen bij het leven op school. Vanaf het einde van het basisonderwijs en zeker in het secundair onderwijs werken we met jongeren in een identiteitsgevoelige levensfase.
Jongeren identificeren zich met een breed gamma levensbeschouwelijke, ideologische, (sub-)culturele stromingen. LGBTQIA+ leerlingen, leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, leerlingen met uitgesproken politieke standpunten, leerlingen met een andere levensbeschouwing worden steeds meer zichtbaar in onze scholen.
De identificatie kan meer expliciete, controversiële vormen aannemen. Werken aan die identiteitsontwikkeling betekent dus per definitie dat het regelmatig schuurt en wringt, dit is inherent aan de ontwikkeling bij jongeren. Hiermee omgaan behoort tot de kernopdracht van de school, van de leraar en veronderstelt dat we voorbij observeerbaar gedrag en taalgebruik proberen te kijken en jongeren ook de kans geven om meer controversiële standpunten te uiten en te verkennen.
Wanneer het discours echter vervalt tot vormen van ideologische, levensbeschouwelijke of etnisch wij-zij denken wordt het problematisch. Dat kan leiden tot ontvlambare situaties, in het slechtste geval leidt dit tot verbaal (of fysiek) geweld.
Vanuit het concept katholieke dialoogschool engageren we ons om de dialoog aan te gaan en ‘iedereen die thuis is in de school, kritisch-creatief te leren omgaan met wat eigen en wat anders is, met wat verbindt en wat onderscheidt.’
Uiteraard zijn er grenzen:
Je school bepaalt uiteraard haar grenzen vanuit haar eigen identiteit. Die grenzen worden expliciet genoemd en telkens opnieuw toegelicht. Dat is van wezenlijk belang voor de aanvaarding ervan. Ten slotte mag je niet vergeten dat ze nooit definitief zijn, ze zijn onderhevig aan evolutie en maatschappelijke veranderingen. Hier houd je best rekening mee. Je bereikt maximale gedragenheid door goed te communiceren en met alle betrokkenen in dialoog te gaan.
Grenzen stellen betekent niet dat je niet in dialoog kunt gaan. Grenzen richten zich op de taal, de uitspraak of het gedrag dat gesteld wordt, niet op de persoon.
Werken aan een verbindend schoolklimaat draagt bij tot betere relaties tussen groepen met uiteenlopende visies of standpunten. Werken aan positief contact draagt bij aan het verminderen van wederzijdse vooroordelen. In het fundament Verbindend schoolklimaat van het Vademecum zorgbreed en kansenrijk onderwijs vind je meer daarover.
Hoe ga je constructief in dialoog met leerlingen/ouders? Is het altijd nodig om te reageren om controversiële uitspraken?
Er zijn heel wat mogelijke redenen om niet te reageren op controversiële uitspraken:
Let wel: niet reageren betekent per definitie dat je de uitspraak tolereert. Het is dus aangewezen om altijd te reageren! Afhankelijk van de situatie, kan je kiezen welke reacties op welk moment voor jou de beste is.
Je kunt afblokken, niet reageren op de inhoud en doorgaan (met de les, vergadering). Om te vermijden dat de controverse verder toeneemt en mogelijk leidt tot polarisatie. Hier is het echter van belang om op een later moment terug te komen op de uitspraak.
Een tweede manier van reageren is rationeel en helder (tegen-)argumenteren en dus het controversiële karakter ontkennen. Dat is een strategie die we vaak hanteren bij wetenschappelijke evidenties (bijvoorbeeld de evolutietheorie), ook hier is het aangewezen om te polsen als diegene die de uitspraak doet zich voldoende gehoord, begrepen voelt.
Je kunt ook laten ventileren, stoom van de ketel laten, en tegelijkertijd ook (tegen-) argumenten ophalen bij anderen. Dat biedt meer ruimte aan diegene die ventileert, maar vraagt meer tijd en ruimte en veronderstelt reeds een basisveiligheid.
Een laatste methode is de open dialoog vanuit onpartijdigheid: inventaris van standpunten ophalen, open vragen stellen, verschillende visies verkennen. Argumenten bevragen en onderbouwing van mening bevragen. Deze laatste methode veronderstelt een grotere veiligheid en vergt vaak de nodige voorbereiding en sterke gespreksleiding.
Elke van de voorgestelde reactiewijzen heeft voor- en nadelen. Om in te schatten welke reactie in welke situatie de beste is gebruik je als professional in jouw context je expertise en voeling met de klas, team en/of individuele leerlingen/personeelslid/ouder.
Je mag er vanuit gaan dat er in alle geledingen (personeel, leerlingen, ouders, bestuur) uiteenlopende standpunten aanwezig zijn. Er bestaat dus een reële kans dat je als professional geconfronteerd wordt met controversiële uitspraken en of conflicten. Bij gevoelige of controversiële onderwerpen ervaren we vaak schroom om de dialoog op te starten. Wanneer het gesprek op (sociale) media gevoerd wordt, wordt het nog moeilijker om er vat op te krijgen.
We hebben vanuit ons engagement als katholieke dialoogschool echter geen keuze, we worden uitgedaagd in dialoog te gaan met diegene die (ook fundamenteel) van ons verschilt. Bovendien staan we vanuit onze functie per definitie in het ‘midden’ zoals Brandsma het omschrijft en blijven we dus weg van de ‘polen’ of ‘pushers’ zoals hij ze omschrijft.
De vraag is dus niet hoe we de controverse vermijden, wel hoe we polarisatie en controverse zien als kans tot verdiepende dialoog, tot sociale verandering. Het uitgangspunt daarbij is: hoe bieden we maximaal ruimte voor dialoog, voor meerstemmigheid, hoe transformeren we naar agonistische relaties: relaties waarbij we elkaar nog steeds als tegenstrever, fundamentele andere zien maar elkaar niet als vijand bekijken. Door in dialoog te gaan blijven we weg uit destructieve vormen van polarisatie en conflict. Uiteraard bestaat de kans dat er een gepolariseerde situatie ontstaat.
In dat geval moet je depolariseren, dit vraagt een specifieke strategie.
Je kunt ook individueel bijdragen aan een beter schoolklimaat waar controverse en polarisatie aangepakt worden: