Polarisatie is een doorgedreven wij-zij denken. Het is een opdeling van de samenleving of een deel ervan in groepen. In kampen. Die groepen kunnen heel reëel zijn. Zo leven er in België Vlamingen en Walen, leven er op school jongens en meisjes. De polarisatie duikt pas op als de ene pool kenmerken gaat toeschrijven aan de andere pool. Dan hoor je dat meisjes gemotiveerd zijn en jongens niet, of dat jongens sportief en meisjes niet.
Bart Brandsma ziet polarisatie als een abstracte gedachteconstructie die niet gestoeld is op feiten. Het gaat over ‘wij’ tegen ‘zij’. Identiteiten worden loodrecht tegenover elkaar gesteld. Zo zijn Duitsers punctueel, Nederlanders zuinig, Fransen joviaal, de ene groep is lui en de andere racistisch. Dat klopt natuurlijk niet. Op zich is het positief dat polarisatie start met een gedachteconstructie. Want gedachten kan je veranderen of ‘omdenken’.
Zo’n constructie heeft voortdurend brandstof nodig, anders dooft de polarisatie stilletjes uit. Vergelijk het met een haardvuur waar je ook regelmatig een stronk op moet gooien om het vuur niet te laten doven. De brandstof bij polarisatie zijn vaak one-liners of veralgemenende uitspraken over ‘onze’ of ‘hun’ identiteit. Het gaat vaak om beweringen die op geregelde tijdstippen herhaald en versterkt worden. (Sociale) media leveren vaak brandstof door aandacht te geven aan ongenuanceerde standpunten, en minder aan genuanceerde meningen.
Hoewel de wij-zij-verschillen worden voorgesteld als een feitelijke waarheid, hebben feiten maar een beperkt effect op polarisatie. Dat komt omdat het bij uitstek een gevoelsdynamiek is. Polarisatie is niet rationeel, maar heeft voornamelijk met gevoelens te maken.
Polarisatie is een universele dynamiek. Iedereen – ook jij – deelt mensen in in groepen. En daar is op zich niets mis mee. Denken in hokjes is zelfs zo oud als de mens. Het was een manier om in te schatten of een omgeving veilig was of niet. Die manier van denken heeft ons mee gemaakt tot wie wij nu zijn. Door te denken in ‘wij’ bevestigen we onze identiteit. En identiteit biedt veiligheid en houvast.
We kunnen polarisatie deproblematiseren door te spreken over polariteit: verschillende polen in een (onafscheidelijke) eenheid, in een specifiek context. Polariteit zorgt voor evenwicht en geeft energie. Omgaan met polariteit, met verschil, vraagt dat je afstand neemt. De dialoog met de ander kan je perspectief verbreden: je neemt afstand van je eigen kijk, van het hier en nu, van de urgentie.
Omgaan met polariteit veronderstelt dat je de twee tegengenstelde polen vol aanvaard en erkent in het verschil én dat je het spanningsveld dat het met zich meebrengt ook aanvaard en erkent. Tegengestelde polen zorgen net voor beweging, voor verandering, voor energie (denk hierbij aan de metafoor van de + en – pool van een batterij). Constructief omgaan met polariteit biedt kans tot groei en ontwikkeling.
Het wordt een probleem wanneer die wij-groep zich afzet tegen de (vermeende) identiteit van de zij-groep. Dat zorgt voor een toenemende onderlinge spanning. Mensen gaan verder van elkaar staan. Steeds meer mensen voelen de druk om te kiezen voor één van beide partijen. Zo ontspint zich een zichzelf versterkend proces van vervreemding dat uiteindelijk kan uitmonden in agressie of zelfs oorlog.
Polarisatie kunnen we zien als een essentieel onderdeel van een democratie. Het begint met enkelingen die een algemeen aanvaard idee (bv. “HOLEBI’s kunnen niet trouwen”) aanvechten. Zij verdedigen hun mening vurig en zoeken medestanders. Zo tekenen zich kampen af van voor- en tegenstanders. We noemen dit politieke polarisatie: meningen of ideeën staan tegenover elkaar. De uitkomst van zo een polarisatie kan positieve verandering en groei zijn. Denk maar aan de afschaffing van de slavernij, betaalde vakantie voor werknemers, meer rechten voor minderheden, meer aandacht voor het klimaat … Op school kan het gaan over het uniform (en andere kledijvoorschriften) of andere regels in het schoolreglement die ter discussie gesteld worden.
Polarisatie wordt pas bedreigend als het focust op identiteiten in plaats van op ideeën. Er wordt niet meer op de bal gespeeld, maar op de man. Dat soort polarisatie (zogenaamde interetnische of sociale polarisatie), waarbij een open gesprek tussen groepen onmogelijk wordt, is schadelijke voor de sociale cohesie. Het kan uiteindelijk uitmonden in een gewelddadige dynamiek.