Als praktijkleraar en ambachtsman/vrouw willen we leerlingen voorbereiden op het métier van keukenmedewerker, hulpkok, kok, kelner, sommelier, patissier, broodbakker, chocolatier, slager, charcutier, traiteur … We willen dat onze lessen het gewenste effect hebben.
Op onze themapagina en in een interactieve visual belichten we de verschillende elementen die bijdragen tot lessen met effect.
In deze bijdrage vertalen we deze principes naar een praktijkles in het domein Voeding en horeca. We volgen dezelfde structuur als de visual. Meer informatie en duiding kan je nalezen op de themapagina of visual.
In de vorige nieuwsbrieven bespraken we de voorbereidingsfase en de beginfase. In deze nieuwsbrief gaan we dieper in op de middenfase van een les of lessenreeks.
Een goed opgebouwde, directe instructie heeft een groot effect in het leren van de leerling. Het is daarbij belangrijk om veel vragen te stellen en voortdurend te controleren of de leerlingen de leerinhoud begrepen hebben. Je kan ook hier woord en beeld combineren: een duidelijke foto of schets van een versnijding, een sober bordplan met de belangrijkste stappen van een bereiding, een stappenplan met foto’s …
Vaktermen en moeilijke begrippen spreek je niet enkel uit maar schrijf je ook uit of maak je zichtbaar op bord of scherm.
Afhankelijk van de groep leerlingen of het beoogde doel kan je de instructie minder concreet maken of vertrekken vanuit een probleemstelling (zie ook leerplandoel ‘de leerlingen ontwerpen een oplossing voor een probleem of een uitdaging door wetenschappen, wiskunde of technologie geïntegreerd aan te wenden.‘) Je neemt in dit geval meer de rol van begeleider op en stelt kritische vragen of geeft tips om de leerling verder te helpen.
Het inoefenen sluit direct aan op de instructie en zorgt voor succeservaring bij de leerlingen. Het is daarom belangrijk om dit goed op te bouwen en stap voor stap naar meer complexe, uitdagende taken te evolueren.
Na een demonstratie van een bereiding, techniek, versnijding … volgt dus zo snel mogelijk het inoefenen. Begeleid dit inoefenen door regelmatig te onderbreken, bepaalde stappen opnieuw te tonen, te wijzen op belangrijke aandachtspunten. Je kan een leerling aanduiden en vragen om je handelingen te verwoorden. Je kan een leerling een taak laten demonstreren en andere leerlingen vragen om te observeren en feedback te geven (zie ook didactische werkvorm demo-les).
Door het geleidelijk aan afbouwen van de begeleiding (scaffolding) wordt de leerling zelfstandiger in het uitvoeren van de opdracht.
De keuze van de oefeningen, het afwisselen en het spreiden in de tijd zorgt ervoor dat de leerling het geleerde beter en beter beheerst en automatiseert.
Je kan zo een bereidingswijze toepassen op andere grondstoffen, de versnijdingstechniek herhalen in een menu in het volgend semester …
In praktijkgericht onderwijs is timing en tempo vaak een probleem voor leerlingen. Dit komt nog duidelijker tot uiting in authentieke situaties (vb. in didactisch restaurant of werkplaats, op stage). Maak leerlingen bewust van hun tijdsbesteding en benadruk het belang van efficiëntie. Anderzijds moeten leerlingen ook de ruimte krijgen om technieken in te oefenen en te automatiseren. Maak daarom een doordachte keuze van opdrachten en bouw deze op in functie van de competentie van de leerling.
In een volgende nieuwsbrief bespreken we de eindfase.
Heb je zelf concrete voorbeelden van uitgewerkte documenten, verwerkingsopdrachten … of wens je te reageren op deze bijdrage? Aarzel niet om mij te contacteren!