COVID houdt ons allemaal in de ban. Worden de vijf schoolweken die ons straks nog resten voor de kerstvakantie een rollercoaster of geven ze andere mogelijkheden in deze ‘ongewone’ tijden?
Half november, met de nodige COVID-maatregelen is er de maandelijkse personeelsvergadering op een doorsnee Vlaamse basisschool. De teamleden zijn ‘Zillig‘ zoekend hoe ze met hun school kunnen inspelen op een vraag van de grotere gemeenschap waartoe ze behoren: het uitwerken van een Zill-arrangement voor de gehele school.
De ‘brainstorm’ gaat van Black Friday over Sinterklaas en Sint-Maarten, alternatieven voor kerstmarkten, ijspistes, de warmste week, … Als partner aan deze vergadering stel ik de vraag: wie van de teamleden laat zich beïnvloeden door het fenomeen ‘Black Friday’ en wat is de motivering om er al dan niet in mee te gaan. Verrassend of niet: in dit team kiezen een aantal leraren om aankopen uit te stellen tot op de bewuste ‘zwarte vrijdag’. Dan zijn er grote kortingen en kan je meer kopen met het beschikbare geld. Andere leraren stellen dat ze daar niet aan meedoen met als reden dat dit puur commercieel is en er veel ‘bedrog‘ mee gemoeid is.
Wat alle teamleden wel aangeven, is dat veel van hun leerlingen, zeker zij die uit wat ‘begoede thuismilieus’ komen, het daar wel over hebben en er soms ook mee ‘oplopen’. De leerlingen die het thuis niet breed hebben, spreken zich daar niet over uit.
Al vlug komt men ook bij het feest van Sinterklaas en ook bij de vraag: mag het bedrag dat elke klas krijgt, een ‘indexsprongetje’ maken? Hier wordt er verdeeld op gereageerd, sommige leerkrachten geven aan, niet te weten wat ze nog zouden kunnen kopen, hun kasten zitten vol met gezelschapspellen, dozen en bakjes vol met knutselmaterialen, het boekenrek puilt uit en heel wat boeken worden al lang niet meer ‘ontleend’, laat staan ingekeken. Zo komt men uit bij het Kerstgebeuren, wat zouden we in dit ‘ongewone jaar’ kunnen doen?
Wat een rollercoaster bij dit jaareinde met nog andere zaken als de advent, toetsen, rapporten, oudercontacten, het schrijven van nieuwjaarsbrieven, een corona-veilig Kerstfeest, …
Het zet velen aan tot nadenken en ‘onderonsjes’: in mijn klas is …, bij mij komt dit …, op ons niveau zou het beter …
Tot de jongste leerkracht het woord vraagt. Zij is de juf van het eerste leerjaar, nog niet lang afgestudeerd, positief kritisch ingesteld, assertief en heeft al duidelijk haar plaats gevonden in het team.
Haar voorstel is ‘tegendraads’ te zijn en niet langer mee te gaan in het verhaal van de rollercoaster. Ze roept op om kritisch te kijken en dit ‘patroon’ te doorbreken: kunnen we het ‘beschikbare geld’ niet beter besteden aan een mooi Kerstgebeuren waar leerlingen en leerkrachten veel deugd aan beleven? Mag de echte vreugde en de rijke diversiteit van onze gemeenschap ervaren worden?
Het wordt stil in de grote eetzaal waar de vergadering doorgaat, de jonge leerkracht verwacht niet direct een antwoord maar vraagt de collega’s om er eens over na te denken en er de dagen nadien, de tekening van de Sint (ad valvas in de leraarskamer) mee in te kleuren als goedkeuring van wat ze voorstelt.
Wat later komt Sinterklaas dan ‘virtueel’ langs op de school, voor elke klas is er een fruitmand!
De school krijgt als ‘groepsgeschenk’ een groot pak met daarin de volledig ingekleurde tekening en een mooi bedrag om er een sfeervol en verzorgd Kerstgebeuren voor allen mee uit te bouwen.
Meteen zijn dit ook kansen voor een arrangement. De inspiratie en ideeën zijn er, het nieuwe kalenderjaar biedt alle kansen om er ook vanuit en met de COVID-bril, samen werk van te maken als meer geïnspireerde teamleden en burgers.
Mag dit voor jou een aanzet zijn om hier met collega’s en je team in dialoog te gaan? Durf jij ook ‘tegendraads’ te zijn en mee te nemen wat waardevol kan zijn in jullie eigen schoolverhaal?
Johan Vandenbroucke, pedagogisch begeleider