De totale kostprijs van je opdracht bepaalt voor welke procedure je mag kiezen.
De wet onderscheidt twee procedures die je zonder verantwoording of voorwaarden kunt aanwenden: de openbare procedure en de niet-openbare procedure.
De openbare procedure (artikel 36 WOO) is een plaatsingsprocedure waarbij elke belangstellende ondernemer naar aanleiding van een aankondiging van een opdracht een offerte mag indienen.
De openbare procedure is een procedure in één beweging of fase: de kwalitatieve selectiefase en de gunning gebeuren in één keer.
Je kunt werken met één gunningscriterium (bijvoorbeeld prijs) of meerdere gunningscriteria.
Bij de openbare procedure mag je niet onderhandelen. Je vergelijkt de offertes uitsluitend op basis van de informatie die bij de elektronische offerte zat. Je mag enkel de inschrijvers contacteren om ontbrekende attesten op te vragen en/of voor een verantwoording van elementen die tot de onregelmatigheid van de offerte zouden kunnen leiden.
De minimumtermijn (artikel 36 WOO en artikel 60 WOO) om offertes te laten indienen, bedraagt 35 dagen en dit zowel voor Europese als Belgische openbare procedures. Je mag die termijn zelf uitbreiden. Bij complexe opdrachten bijvoorbeeld hebben ondernemers waarschijnlijk meer tijd nodig om een goede offerte in te dienen.
Bij alle termijnen die we hier vermelden moet je rekenen zonder de datum waarop de termijn start (bijvoorbeeld de datum van publicatie) en zonder de datum waarop de termijn eindigt (bijvoorbeeld de datum van de opening van de inschrijvingen).
Je kunt de termijn ook inkorten tot 15 dagen op voorwaarde dat er een vooraankondiging is gebeurd of in geval van hoogdringendheid. Hou er dan wel rekening mee dat die hoogdringendheid niet het gevolg mag zijn van een reden waarvoor het schoolbestuur zelf verantwoordelijk is.
Minimumtermijn voor de ontvangst van de offertes
Normale minimumtermijn
In geval van hoogdringendheid
Indien offertes langs elektronische weg mogen worden ingediend
Wanneer een vooraankondiging werd gepubliceerd 35 dagen 15 dagen 30 dagen 15 dagen
Een opdracht met een bekendmakingsstermijn van 35 dagen:
Stel dat 7 april op een zaterdag valt, dan kan de openingszitting ten vroegste plaatsvinden bij het verstrijken van de eerstvolgende werkdag. Dat betekent ten vroegste op dinsdag 10 april na het verstrijken van maandag 9 april.
De niet-openbare procedure (artikel 37 WOO) is een plaatsingsprocedure waarbij elke belangstellende ondernemer naar aanleiding van een aankondiging van een opdracht geen offerte, maar een aanvraag tot deelneming mag indienen. Alleen de kandidaten die de aanbestedende overheid selecteerde in de eerste fase mogen in de tweede fase een offerte indienen.
De niet-openbare procedure verloopt in twee fasen:
Je kunt werken met één gunningscriterium (bijvoorbeeld prijs) of meerdere gunningscriteria.
Bij de niet-openbare procedure mag je niet onderhandelen. Je vergelijkt de offertes uitsluitend op basis van de informatie die bij de elektronische offerte zat. Je mag de inschrijvers enkel contacteren om ontbrekende attesten op te vragen en/of voor een verantwoording van elementen die tot de onregelmatigheid van de offerte zouden kunnen leiden.
De minimumtermijn om aanvragen tot deelneming te laten indienen bedraagt ten minste 30 dagen(artikel 37 WOO). Ook de termijn om in de tweede stap offertes te laten indienen bedraagt ten minste 30 dagen. Dit geldt zowel voor de Europese als voor de Belgische procedures. Je mag die termijn zelf uitbreiden. Bij complexe opdrachten bijvoorbeeld hebben ondernemers waarschijnlijk meer tijd nodig om een goede offerte in te dienen.
Minimumtermijnen voor de ontvangst van aanvragen tot deelnames
Minimumtermijn voor de ontvangst van de offertes
Normale minimumtermijn
In geval van hoogdringend-heid
Normale minimum-termijn
In geval van hoogdringendheid
Wanneer een vooraankondiging werd gepubliceerd
Indien offertes langs elektronische weg mogen worden ingediend
30 dagen
15 dagen
30 dagen
10 dagen
10 dagen
25 dagen
De mededingingsprocedure met onderhandeling (artikel 38 WOO) is een plaatsingsprocedure waarbij elke belangstellende ondernemer naar aanleiding van een aankondiging van een opdracht een aanvraag tot deelneming mag indienen. Alleen de door de aanbestedende overheid geselecteerde kandidaten mogen vervolgens een offerte indienen. Zij mag tot slot over de voorwaarden van de opdracht onderhandelen met de inschrijvers.
De opdracht moet aan minstens één van de voorwaarden voldoen.
De mededingingsprocedure met onderhandeling verloopt in twee fasen:
Bij de mededingingsprocedure met onderhandeling mag en moet je zelfs onderhandelen. Die onderhandeling mag gaan over alle ingediende offertes. Dus niet alleen over de initiële maar ook over alle offertes die nadien werden opgesteld met het oog op de verbetering van de inhoud.
Je mag niet onderhandelen over:
Als aanbestedende overheid kun je enkel objectieve redenen inroepen om te rechtvaardigen waarom je niet zou onderhandelen. Je moet dat ook expliciet melden in de opdrachtdocumenten.
Bij alle termijnen die we hier vermelden moet je rekenen zonder de datum waarop de termijn start (bijvoorbeeld de datum van publicatie) en zonder de datum waarop de termijn eindigt (bijvoorbeeld de datum van de opening van de inschrijvingen).
De minimumtermijn om aanvragen tot deelneming te laten indienen bedraagt ten minste 30 dagen (artikel 38 WOO) te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de opdracht. Ook de termijn om in de tweede stap offertes te laten indienen bedraagt ten minste 30 dagen vanaf de verzenddatum van de uitnodiging.
Als ze elektronisch ingediend worden, mag je deze termijn beperken tot 25 dagen. Je kunt de tweede stap zelfs inkorten tot 15 dagen op voorwaarde dat er een vooraankondiging is gebeurd of in geval van hoogdringendheid. Hou er dan wel rekening mee dat die hoogdringendheid niet het gevolg mag zijn van een reden waarvoor het schoolbestuur zelf verantwoordelijk is.
Afhankelijk onder welke criteria je deze procedure toepast, dien je al dan niet de aankondiging van de opdracht te publiceren. Liep bijvoorbeeld je vorige aangekondigde procedure vast, dan kun je in sommige gevallen de mededingingsprocedure met onderhandeling als een vervolg van die eerste procedure gebruiken. Je hoeft dan niet opnieuw aan te kondigen. Lees voor detailinformatie artikel 38 WOO.
Minimumtermijn voor de ontvangst van aanvragen tot deelname
Minimumtermijn voor de ontvangst van de eerste offertes
Normale minimumtermijn
In geval van hoogdringendheid
Normale minimumtermijn
In geval van hoogdringendheid
Wanneer een vooraankondiging werd gepubliceerd
Indien offertes langs elektronische weg mogen worden ingediend
30 dagen
15 dagen
30 dagen
10 dagen
10 dagen
25 dagen
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking
De vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking (artikel 41 WOO) is een plaatsingsprocedure waarbij elke belangstellende ondernemer naar aanleiding van een aankondiging van een opdracht een offerte mag indienen. De aanbestedende overheid mag met een of meer van hen over de voorwaarden van de opdracht onderhandelen.
Sociale en andere specifieke diensten zoals bijvoorbeeld administratieve diensten voor onderwijs (bijlage 3 WOO) kunnen altijd, ongeacht het bedrag, beroep doen op deze procedure (artikel 88 WOO).
De vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking verloopt in één fase: de kwalitatieve selectiefase en de gunning verlopen in één beweging.
Bij de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking mag je onderhandelen. Die onderhandeling mag gaan over alle ingediende offertes. Dus niet alleen over de initiële maar ook over alle offertes die nadien werden opgesteld met het oog op de verbetering van de inhoud.
Je mag niet onderhandelen over:
Bij alle termijnen die we hier vermelden moet je rekenen zonder de datum waarop de termijn start (bijvoorbeeld de datum van publicatie) en zonder de datum waarop de termijn eindigt (bijvoorbeeld de datum van de opening van de inschrijvingen).
De minimumtermijn om offertes te laten indienen (artikel 41 §2 WOO) bedraagt ten minste 22 dagen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van een opdracht. Als ze elektronisch ingediend worden, mag je deze termijn beperken tot 17 dagen.
Je kunt de procedure zelfs inkorten tot 15 dagen op voorwaarde dat er een vooraankondiging is gebeurd of in geval van hoogdringendheid. Hou er dan wel rekening mee dat die hoogdringendheid niet het gevolg mag zijn van een reden waarvoor het schoolbestuur zelf verantwoordelijk is.
Minimumtermijn voor ontvangst van de initiële offertes
Normale minimumtermijn
In geval van hoogdringendheid
Indien de offertes langs elektronische weg mogen worden ingediend
Wanneer een vooraankondiging werd gepubliceerd
22 dagen
15 dagen
17 dagen
15 dagen
De onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking (artikel 42 WOO) is een plaatsingsprocedure waarbij je als aanbestedende overheid eerst zelf een aantal ondernemers kiest en hen vraagt een offerte in te dienen. Met een of meer van hen kun je vervolgens over de voorwaarden van de opdracht onderhandelen.
De opdracht moet aan minstens één voorwaarde voldoen.
Bij de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking kun je als aanbestedende overheid met de inschrijvers onderhandelen. Die onderhandeling mag gaan over alle ingediende offertes. Dus niet alleen over de initiële maar ook over alle offertes die nadien werden opgesteld met het oog op de verbetering van de inhoud. Je mag niet onderhandelen over de gunningscriteria opgenomen in het opdrachtdocument.
Voor de onderhandelingsprocedure (artikel 42 §2 WOO) legt de wet geen minimum aantal dagen op. Het is aan jou als aanbestedende overheid om in alle redelijkheid en rekening houdend met de complexiteit van de opdracht een redelijke termijn vast te leggen.
De procedure van de aanvaarde factuur (artikel 92 WOO) mag je alleen gebruiken als de waarde van de opdracht lager is dan 30 000 euro excl. btw.
Er gelden amper andere formele regels voor die procedure. Er liggen ook geen vormen vast om ze te gunnen of te sluiten.
De opdrachten via aanvaarde factuur blijven uiteraard wel onderworpen aan de algemene beginselen van de wetgeving overheidsopdrachten. Zo moet je de vrije mededinging en het gelijkheidsbeginsel (artikel 4 WOO) eerbiedigen. Dat betekent concreet dat je een degelijke marktverkenning moet doen door minimaal drie mogelijke ondernemers te raadplegen. Je moet dat ook kunnen bewijzen. Het is dan ook belangrijk om de marktverkenning te documenteren. Dat kan makkelijk als de raadpleging per email , fax of brief gebeurt in plaats van per telefoon of mondeling.
Je kiest zelf de ondernemers die een offerte mogen indienen en je beslist volledig autonoom met welke ondernemer je in zee gaat. Je hebt wel de plicht om te motiveren waarom je een bepaalde keuze gemaakt hebt. Je gunningsbeslissing met daarin de motivatie van je keuze bezorg je aan de verschillende inschrijvers. Verder stel je ook een gunningsverslag op waarin je je keuze motiveert. Dat verslag bewaar je intern. Je moet het niet bezorgen aan de ondernemers.
Een raamovereenkomst (artikel 43 WOO) is een overeenkomst tussen een of meer aanbestedende overheden en een of meer ondernemers. In die overeenkomst leggen zij voor een te plaatsen opdracht en voor een bepaalde periode de voorwaarden vast, onder meer op het vlak van prijs, kwaliteit en eventueel hoeveelheden. Kijk alvast even naar de raamovereenkomsten die de aankoopcentrale DOKO aanbiedt.
Buiten de hier besproken gunningswijzen, voorziet de wetgeving nog enkele andere mogelijkheden waar je als bestuur hoogstwaarschijnlijk minder mee te maken zult krijgen:
De Europese commissie legt iedere twee jaar nieuwe drempels vast voor het Europees plaatsen van opdrachten (artikel 11 KB Plaatsing). De drempels vanaf 1 januari 2024 zijn de volgende:
Type opdracht
Europees drempelbedrag excl. btw
Leveringen en diensten
221 000 EUR (decentrale overheden)
143 000 EUR (centrale overheden)
Werken
5 538 000 EUR
Let wel, voor sociale en andere specifieke diensten ligt de drempel om Europees te gaan op 750 000 euro.
De wetgeving onderscheidt verschillende soorten bekendmakingen.
Als je als aanbestedende overheid de termijn voor de ontvangst van de offertes wil inkorten, moet je gebruik maken van de ‘vooraankondiging’ (artikel 60 WOO en artikel 21 KB Plaatsing). De informatie die je moet opnemen in de vooraankondiging vind je terug in de bijlage 3 van het KB Plaatsing.
Met de aankondiging van een opdracht (artikel 61 WOO , artikel 16 KB Plaatsing en artikel 22 KB plaatsing) start je als aanbestedende overheid de gunningsprocedure effectief op. Het is de aankondiging waarmee we het meest vertrouwd zijn. Ze is verplicht zowel voor opdrachten onder als boven de Europese drempel. De inlichtingen die je moet opnemen in de aankondiging vind je terug in de bijlage 4 van het KB Plaatsing.
De aankondiging van de gegunde opdracht (artikel 62 WOO en artikel 17 KB Plaatsing) is alleen verplicht voor opdrachten boven de Europese drempel. Met die aankondiging maak je als aanbestedende overheid je gunningsbeslissing bekend. Je neemt er de inlichtingen in op die je terugvindt in de bijlage 5 van het KB Plaatsing verplicht in het geval van een Europese bekendmaking.
Publiceren gebeurt elektronisch: