Een basisoptie draagt bij tot een goede observatie en oriëntatie van de leerling.
In aanvulling op de algemene vorming ondersteunen basisopties leerlingen om een gemotiveerde keuze te maken voor een studiedomein of studierichting in de tweede graad.
Daarom gaan we ervan uit dat:
In het kader van de observerende en oriënterende eerste graad adviseren we je om te kiezen voor basisopties en niet voor pakketten. De keuze voor basisopties creëert meer mogelijkheden tot een ruimere observatie van de leerlingen.
Katholiek Onderwijs Vlaanderen schrijft leerplannen op het niveau van de basisoptie en niet voor de onderliggende pakketten. Leerlingen die een basisoptie volgen zullen met aspecten van onderliggende pakketten in aanraking komen.
We schrijven de leerplannen voor de basisopties van de A- en B-stroom naar rato van 5 lesuren. Vaak kunnen ze gerealiseerd worden in 4 lesuren waardoor er voldoende ruimte is voor de school en leraren om eigen accenten te leggen binnen die basisoptie.
In een observerende en oriënterende eerste graad staan basisopties niet los van de algemene vorming. Ze vormen samen één geheel. De leerplandoelen van de basisopties bouwen verder op de leerplandoelen van de algemene vorming.
In de basisoptie komen de doelen van de algemene vorming vaak meer geïntegreerd aan bod. De diverse contexten binnen de basisopties zorgen voor een verbreding van de algemene vorming.
Hoe kan een leerplan gebruikt worden voor een diverse groep leerlingen?
In de leerplannen van de basisopties voorzien we mogelijkheden om in te spelen op de diverse leerlingenprofielen. Net zoals in de algemene vorming bieden de leerplandoelen ruimte voor leraren om in te zetten op verbreding en verdieping. Daarnaast bieden een aantal wenken 'extra' de kans om leerlingen nog meer uit te dagen.
Welke mogelijkheden bieden de leerplannen om leerlingen te laten schakelen van de B-stroom naar de A-stroom?
Schakelen van de B- naar de A-stroom is vooral interessant in de loop van het eerste leerjaar B of op het einde ervan. Op het einde van de eerste graad kiezen de leerlingen dan een finaliteit die aansluit bij hun capaciteiten.
Om leerlingen de kansen te geven op het juiste ogenblik te schakelen, is het belangrijk in schakelmogelijkheden te voorzien. Je kunt dat doen door in de algemene vorming voldoende differentiatie aan te bieden. De keuzedoelen en wenken 'extra' in de leerplannen van de B-stroom kunnen je daarin ondersteunen, omdat ze afgestemd zijn op het basisniveau van de A-stroom.
De overheid voorziet voor leerlingen in de B-stroom ook een Opstroomoptie. De Opstroomoptie kan een zinvolle piste zijn voor ex-OKAN-leerlingen die de OKAN-klas verlaten hebben. Via de Opstroomoptie kunnen ze gedurende 10 lesuren verder werken aan hun kennis van het Nederlands en andere doelen van de algemene vorming. Daardoor kunnen ze na de eerste graad doorstromen naar een studierichting van de doorstroom- of dubbele finaliteit in de tweede graad.