Voor de minimummodellessentabellen van de eerste graad houden we rekening met de eigenheid van de observerende en oriënterende eerste graad en met regelgeving specifiek voor de eerste graad. In lijn met de tweede en de derde graad creëren we ruimte voor schooleigen keuzes.
Samenstelling en bepalingen onderwijstijd vanuit de regelgeving
sla link op in klembord
Kopieer
De samenstelling van de structuuronderdelen van de eerste graad en de onderwijstijd worden bepaald door artikel 157/5-7 in de Codex secundair onderwijs.
De minimumdoelen van de basisvorming voor de eerste graad worden door ontwikkelcommissies bepaald en goedgekeurd door het Vlaams Parlement.
De doelen van de basisopties worden door de onderwijsverstrekkers bepaald en vastgelegd in een curriculumdossier dat wordt goedgekeurd door de Vlaamse Regering.
De invulling van de lesuren differentiatie gebeurt door de school binnen de krijtlijnen vastgelegd door de Codex secundair onderwijs, art. 157/7.
De lesuren differentiatie kunnen worden ingevuld als verdieping of remediëring van onderdelen van de basisvorming of als verdieping in klassieke talen. De school biedt ten minste twee verdiepende differentiatiepakketten aan en voorziet ook in die remediërende differentiatiepakketten waaraan leerlingen behoefte hebben.
In het tweede leerjaar A en in het tweede leerjaar B kiest een leerling, binnen het aanbod van de school, één of meer verdiepende differentiatiepakketten, ermee rekening houdend dat de klassenraad bij het begin of in de loop van het schooljaar één of meer remediërende differentiatiepakketten kan opleggen. De lesuren differentiatie kunnen nooit volledig aan remediëring worden besteed.
Een complementair gedeelte is enkel mogelijk als de school ervoor kiest om meer dan 32 lesuren per week te voorzien. Dit blijkt uit de bepalingen vastgelegd in artikel 157/5-7 van de Codex secundair onderwijs.
Ruimte voor de school
sla link op in klembord
Kopieer
De overwegingen van het arrest van het Grondwettelijk Hof over de vernietiging van de eindtermen van de tweede en de derde graad gelden ook voor de eerste graad: eindtermen (minimumdoelen) moeten intrinsiek verenigbaar zijn met het pedagogisch project van de school en moeten voldoende ruimte laten voor eigen inhoudelijke en didactische keuzes van de school.
De verhouding 70-30 is ook van toepassing op de eerste graad: maximaal 70 % van de beschikbare onderwijstijd is nodig om het geheel van de door de Vlaamse overheid bepaalde onderwijsdoelen, dus de minimumdoelen van de basisvorming, te realiseren. Binnen de uren die vanuit de regelgeving voor de basisvorming zijn bepaald, voorzien de minimummodellessentabellen van Katholiek Onderwijs Vlaanderen in de A-stroom en de B-stroom een aantal keuzeuren per graad die scholen (uitsluitend) kunnen besteden aan aspecten van de basisvorming. Vermits die lesuren deel uitmaken van het pakket lesuren voor de basisvorming, houdt wat in die lesuren aan bod komt, altijd verband met de leerplannen van de algemene vorming.
Naar minimummodellessentabellen vanaf 1 september 2024
sla link op in klembord
Kopieer
Voor het bepalen van een minimummodellessentabel voor de eerste graad houden we rekening met volgende overwegingen:
Scholen hebben nood aan stabiliteit. Daarom blijven keuzes die scholen hebben gemaakt voor 1 september 2024, in de regel mogelijk vanuit de aangepaste minimummodellessentabellen, onder meer door gebruik te maken van keuze-uren en lesuren differentiatie.
Door middel van een aantal keuze-uren in het urenpakket van de basisvorming kunnen scholen zelf keuzes maken voor de algemene vorming in de eerste graad.
Op basis van de verhouding 70-30 wordt de nodige onderwijstijd voor een leerplan/vak tot op een volledig lesuur in de minimummodellessentabel afgerond.
De minimummodellessentabel voorziet niet meer tijd dan nodig, met uitzondering van keuzes gemaakt door de netwerkorganisatie (zie verder).
Keuzes die zijn gemaakt in de tweede en de derde graad worden bestendigd in de eerste graad:
Meer onderwijstijd voor Lichamelijke opvoeding dan strikt noodzakelijk.
Visualisatie van de onderwijstijd voor het Gemeenschappelijk funderend leerplan en het leerplan Financieel-economische vorming.
Keuzes die zijn gemaakt in de vorige modellessentabellen worden bestendigd:
Een leerplan Artistieke vorming (de school kan ervoor kiezen om die te realiseren via de expressievorm Beeld, Muziek, een combinatie daarvan of een andere expressievorm).
Ruimte voor een eigen benadering van het graadoverstijgend GFL via vakkenintegratie, projectwerking of een afzonderlijk vak(onderdeel).
Specifiek voor de A-stroom
sla link op in klembord
Kopieer
De keuzes die zijn gemaakt in de modellessentabel voor 1 september 2024 worden bestendigd:
een leerplan Mens & samenleving
meer onderwijstijd dan nodig voor de realisatie van het leerplan Engels
Elk leerplan kan in de regel worden gerealiseerd in de voorziene onderwijstijd met ruimte voor inhoudelijke en didactische keuzes van de leraar, de vakgroep en de school. Afhankelijk van specifieke leerlingengroepen en de specifieke context van de school zal het echter aangewezen zijn om bijkomend lesuren differentiatie in te zetten om de leerplannen kwaliteitsvol te kunnen realiseren voor alle leerlingen.
Specifiek voor de B-stroom
sla link op in klembord
Kopieer
We versterken de componenten Nederlands en wiskunde van de algemene vorming door voor elk van beide vakken een uur extra te voorzien, zodat leerlingen voldoende kansen kunnen krijgen om de leerplandoelen goed te verwerven.
Leerlingen in de B-stroom stromen veelal op leeftijd door vanuit het basisonderwijs. Dat betekent dat ze bepaalde essentiële kennis, inzicht of vaardigheden nog niet of nog niet in voldoende mate hebben verworven.
We voorzien bij voorkeur in de eerste graad voldoende tijd voor een stevige basis voor Nederlands en wiskunde voor elke leerling. Bovendien zijn functionele vaardigheden voor Nederlands en wiskunde in de tweede en de derde graad A-finaliteit van belang voor het realiseren van leerplandoelen van het specifieke gedeelte van studierichtingen.
Het uur extra in de lessentabel geeft leraren de tijd om vanuit vakdidactisch perspectief voldoende aandacht te besteden aan gevarieerde contexten en aan mogelijkheden tot transfer. Het is aan de school om in functie van de eigen context te bepalen op welke manier ze de lesuren inricht (bv. meer of minder geïntegreerd met andere vakken).
We bestendigen de keuze om naast Frans (verplicht vanuit de regelgeving) ook Engels aan te bieden en gaan uit van de tijd die minimaal nodig is om het leerplan te realiseren. Voor techniek voorzien we meer tijd dan nodig om het leerplan te realiseren.
Minimummodellessentabellen algemene vorming eerste graad
sla link op in klembord
Kopieer
A-stroom
I, 1
I, 2
B-stroom
I, 1
I, 2
Go
2
2
Go
2
2
LO
2
2
LO
2
2
Ne
4
4
Ne
4
4
Fr
3
3
Fr
2
1
En
1
2
Eng
1
1
Wi
4
4
Wi
4
4
NW
2
1
NW
2
1
Te
2
1
Te
2
2
Ge
1
2
Mavo
2
2
Aa
2
1
GFL*
3
1
GFL+FEV*
3
1
ArVo
1
1
ArVo
1
1
Overige
2
0
M&S
1
0
keuze
3
0
Overige
1
0
Totaal
27
20
keuze
1
2
Totaal
27
25
* De leerplandoelen van het gemeenschappelijk funderend leerplan (GFL) en van het leerplan financieel-economische vorming (FEV) kunnen worden gerealiseerd via schooleigen projecten, door een of meer leerplandoelen te integreren in vakken van de algemene vorming of door een aantal leerplandoelen samen onder de vorm van een vak aan te bieden (zoals artistieke vorming, ICT, mens & samenleving), of door een combinatie van voorgaande mogelijkheden.
Net zoals in de tweede en de derde graad is het niet de bedoeling om het GFL als één afzonderlijk vak te realiseren. Dergelijke benadering gaat voorbij aan het gemeenschappelijke en funderende karakter van het leerplan. De onderwijstijd die voor het GFL en het leerplan FEV in de minimummodellessentabel wordt voorzien, heeft tot doel duidelijk te maken dat ook voor de realisatie van die leerplannen tijd nodig is. Afhankelijk van de keuzes die een school maakt, zal het voorziene lesuur in de schooleigen lessentabel een eigen invulling krijgen.
Voor alle vakken in de minimummodellessentabel voorziet Katholiek Onderwijs Vlaanderen in leerplannen. Die leerplannen zijn graadleerplannen. De school kan zelf beslissen hoeveel lesuren ze besteedt aan een vak in het eerste leerjaar en in het tweede leerjaar; verschuivingen van het aantal uren voor een vak in 1A/1B naar 2A/2B en omgekeerd behoren dus tot de mogelijkheden zolang de school rekening houdt met het minimum aantal uren dat aan de algemene vorming moet worden besteed.
Naar schooleigen lessentabellen: aandachtspunten voor keuzes in de algemene vorming en het keuzegedeelte
sla link op in klembord
Kopieer
Binnen het geschetste regelgevende kader kan je als school tal van keuzes maken om tot schooleigen lessentabellen te komen. In overeenstemming met de visie van Katholiek Onderwijs Vlaanderen op de observerende en oriënterende eerste graad houdt de school best rekening met volgende overwegingen:
De gemaakte keuzes in het eerste leerjaar en in het bijzonder de lesuren differentiatie zijn, met uitzondering van klassieke talen, niet bepalend voor de toegang tot een basisoptie in het tweede leerjaar.
De gemaakte keuzes in het tweede leerjaar en in het bijzonder de lesuren differentiatie en de keuze voor een basisoptie in het tweede jaar zijn, met uitzondering van klassieke talen, niet bepalend, noch een voorafname op de studiekeuze naar de tweede graad: de keuze voor om het even welk studiedomein blijft mogelijk.
In de eerste graad groeien leerlingen in keuzevaardig worden: mogen kiezen is ook leren kiezen.
Bij de lesuren differentiatie is er sprake van verdieping en remediëring.
Onder verdieping kan ook verbreding vallen, bv. als doelen in een andere context worden aangebracht met het oog op transfer.
Remediëren is inherent aan de lespraktijk en beperkt zich niet tot een aantal extra lesuren of slechts enkele vakken. Scholen kunnen op verschillende manieren omgaan met remediëring: van een uitbreiding op klasniveau van het aantal lesuren dat aan een bepaald vak besteed wordt tot afzonderlijke lesuren waarbij leerlingen individueel of in kleine groepjes voor die vakken of onderwerpen worden ondersteund waarmee ze op dat moment problemen ervaren.
Voorbeelden van schooleigen lessentabellen A-stroom