Omgaan met moeilijk te begrijpen gedrag

Sensitief-responsieve grondhouding

sla link op in klembord

Kopieer

Hoe moeilijk het gedrag van een leerling ook is, probeer sensitief en responsief te reageren. Dit helpt om onderliggende emoties en behoeften te begrijpen en bevordert afgestemde communicatie.

Belangrijke aspecten:

  • Sensitiviteit: Let op verbale en non-verbale signalen en probeer de emoties van de leerling te begrijpen.
  • Responsiviteit: Reageer tijdig en gepast. Help de leerling om gevoelens te verwoorden en stress te reguleren.
  • Veiligheid en vertrouwen: Door sensitief en responsief te handelen, voelt de leerling zich gezien en begrepen.
  • Empathie en betrokkenheid: Luister actief en toon oprechte steun.

Onvoorwaardelijke verbinding

sla link op in klembord

Kopieer

Laat leerlingen niet los op momenten dat het moeilijk gaat. Leerlingen hebben verbinding het meest nodig, op momenten dat ze deze het minst verdienen.

Wat betekent onvoorwaardelijke verbinding?

  • Acceptatie: Het volledig accepteren van de ander zoals ze zijn, zonder te proberen hen te veranderen.
  • Ondersteuning: Het bieden van hulp en steun, ongeacht de situatie.
  • Respect: Het respecteren van de ander als individu, met hun eigen unieke behoeften en perspectieven.
  • Consistentie: Het consequent tonen van acceptatie en steun, ongeacht de omstandigheden.

Door deze strategieën toe te passen, kun je een diepere en meer betekenisvolle verbinding met anderen opbouwen, gebaseerd op wederzijds respect en onvoorwaardelijke acceptatie.

Begrenzen, erkennen, benoemen en (co-)reguleren

sla link op in klembord

Kopieer

Ook wanneer het moeilijk loopt met een leerling(en), probeer je de rust en de veiligheid te bewaren. Je doet dit in eerste instantie door te reageren op het gedrag van de leerling door te:

  • Begrenzen: Stoppen, tot rust brengen, afblokken.
  • Erkennen: Begrip tonen (“Ik begrijp dat je het moeilijk hebt… en daarnaast verwacht ik…”).
  • Benoemen: Zeggen wat je ziet en hoort (“Ik zie dat… ik hoor dat…”).
  • Co-regulatie: is een proces waarbij je een leerling helpt om zijn of haar emoties en stress te reguleren. Dit gebeurt door het bieden van emotionele steun en het modeleren van kalm en gereguleerd gedrag.
  • Regulatie: wanneer de leerling in staat is om het proces zelf in handen te nemen

Deze vijf reacties staan niet los van elkaar, maar gebruik je gelijktijdig. Hieronder gaan we nog concreter in op de wijze waarop je kan begrenzen in concrete situaties.

Duidelijke grenzen stellen

sla link op in klembord

Kopieer

Geef duidelijk aan welk gedrag niet acceptabel is en wat de consequenties zijn. Bijvoorbeeld: “Het is niet oké om te slaan. Je stopt nu, eerst ...dan...”

Begrenzen door over te nemen

sla link op in klembord

Kopieer

Wanneer een leerling de situatie niet aankan, haal je de leerling uit de situatie om de basisrust te herstellen. Bijvoorbeeld, als een leerling overspoeld raakt tijdens groepswerk, kun je hem uit het groepje halen. Zodra hij tot rust is gekomen, kun je de opdracht verduidelijken of bespreken wat er misging in de interactie met medeleerlingen. Dit helpt om verwachtingen en behoeften beter af te stemmen.

Begrenzen door sancties

sla link op in klembord

Kopieer

Sancties dienen als een signaal dat het gedrag moet stoppen, maar hebben meestal alleen effect op korte termijn. Het is belangrijk om sancties niet in te zetten vanuit macht of als vergelding, maar als een consequentie van het gedrag. Stel jezelf de volgende vragen bij het inzetten van sancties:

  • Wat is het doel van de sanctie?
  • Welke behoefte ligt eraan ten grondslag?
  • Wat wil je bereiken op korte en lange termijn? (effect)
  • Wie draagt de consequenties?
  • Hoe werk je aan herstel na de sanctie?
  • Begrenzen vanuit een keuze

Geef de leerling een keuze en benoem de gevolgen van die keuze. Dit legt de autonomie bij de leerling en maakt hem verantwoordelijk voor de gevolgen van zijn keuzes. Bijvoorbeeld, als een leerling niet aan tafel wil komen om te eten, kun je zeggen: “Je komt niet aan tafel, je eten wordt koud.” De leerling kiest dan zelf of hij aan tafel komt of niet.

Ook bij het begrenzen van gedrag is het belangrijk om sensitief en responsief te blijven. Dit betekent dat je gevoelig bent voor de signalen van de leerling en op een passende manier reageert. Gebruik een neutrale en zachte stemtoon, toon oprechte nabijheid, en blijf bij de feiten. Dit helpt om de situatie niet verder te laten escaleren.

Straf als begrenzing?

sla link op in klembord

Kopieer

Het doel van elke gedragsreactie als leraar is dat de moeilijke situatie stopt. Straffen heeft een ander doel. Je wil leerlingen confronteren met hun fout, hun schuld. Straffen is vergelden. Maar is dit het doel? Vanuit welke behoefte doen we dit? En vooral wat is het (lange termijn) effect? Leren leerlingen anders kijken naar een moeilijke situatie door de straf?

Straffen we uit onmacht, uit angst om controleverlies, uit angst voor reactie/verwachtingen van anderen? Straffen we vanuit onze behoefte aan controle, tonen van macht, herstellen van orde?

Straffen loslaten vraagt anders kijken naar leerlingen. Kijken vanuit vertrouwen dat de ander ook het beste wil, maar door zijn gedrag toont dat die de situatie niet aankan, misschien doordat wat jij vraagt op dat moment moeilijk is, of omdat zijn behoeften niet vervuld zijn, omdat hij niet begrijpt wat jij verwacht …

Moeten we dan alles zomaar laten gebeuren? Neen, integendeel! Tijdig begrenzen voor de situatie uit de hand loopt, is de boodschap.

Contact

Katrien Bressers
pedagogisch begeleider
      ×
      Kijkt als...
      Niveau
      Regio
      Kan ik je helpen?