Andermaal worden scholen geconfronteerd met een crisis. Zo zorgt de toestroom van vluchtelingen uit Oekraïne voor een nieuwe uitdaging in onze scholen.
Verschillende diensten van Katholiek Onderwijs Vlaanderen werken daarvoor samen.
We willen de gevolgen voor het onderwijs snel in beeld te brengen om er gepast op te reageren. Dat doen we voor alle thematieken waarvoor onze leden bij onze netwerkorganisatie terecht kunnen: pedagogische ondersteuning, planning, personeel, onderwijshuisvesting, financiering … Met de overheid en met de sociale partners gaan we in overleg om te zorgen voor een aangepast reglementair kader.
We pleiten succesvol voor een versoepeling van de regelgeving rond vestigingsplaatsen en programmatie: de organisatie van het onthaaljaar voor anderstalige nieuwkomers is tijdelijk vrij programmeerbaar en de ingebruikname van een nieuwe vestigingsplaats kunnen scholen tijdelijk alleen melden en moeten niet aangevraagd worden.
We zorgen mee voor een simulatietool waarmee scholen in grootorde kunnen becijferen op welke extra middelen ze ongeveer kunnen rekenen. Daarnaast beslissen we mee voor een AGION-procedure om aan 100 procent subsidiëring modulaire units te kunnen huren.
Daarnaast beantwoorden we vooral vragen over de bijkomende middelen (lestijden en werkingstoelages), maar ook over extra middelen om bestaande gebouwen in te richten of mobiele units te huren en personeelsaangelegenheden.
Vanuit het Decreet van 3 juni 2022 tot het nemen van dringende maatregelen in het onderwijs naar aanleiding van de Oekraïnecrisis werd onder meer gezorgd voor bijkomende middelen voor personeel en voor extra werkingsmiddelen in de schooljaren 2021-2022 en 2022-2023.
De overheid voorziet afwijkende aanstellingsvoorwaarden voor personeel, en voornamelijk voor leraren afkomstig uit Oekraïne. Bekwaamheidsbewijzen zijn een struikelblok bij het aanwerven van Oekraïense vluchtelingen. Daarom zorgt de overheid ervoor dat ze in afwachting van een gelijkwaardigheidsverklaring van hun diploma door NARIC al aangesteld en gesubsidieerd worden.
Voor de secundaire scholen betekent onze ondersteuning ook een wekelijkse bijeenkomst van de directies van OKAN- scholen, wekelijks overleg met OKAN-coördinatoren die met concrete vragen zaten over de toestroom. De vrije programmatie van onthaalonderwijs zorgde er ook voor dat er toch wel wat scholen de stap hebben gezet om onthaalonderwijs in te richten. We ondersteunen en ontwikkelen de opstart, visie en inhoudelijke aanpak mee van het onthaalonderwijs. In het totaal zijn er sinds de crisis 21 scholen en 18 vestigingsplaatsen bijgekomen, over de netten heen. Heel wat basisscholen worden voor het eerst geconfronteerd met de instroom van anderstalige nieuwkomers. Voor hen voorzien we verschillende webinars over onthaalonderwijs en ontwikkelen we het nodige materiaal op onze PRO.-site.
Met het Organisatiebesluit past de Vlaamse Regering de bestaande regelgeving aan in kader van de modernisering van het secundair onderwijs. Bij de onderhandelingen in het artikel 70-overleg nemen we de belangen van onze scholen ter harte.
We bundelen de wijzigingen samen op een nieuwe PRO.-pagina met de huidige en toekomstige toelatings- en overgangsvoorwaarden in handig schemaformaat. Ook de veranderde regelgeving rond studiebekrachtiging en overzitten en de regels rond de overstap vanuit een niet-Vlaamse school staan op deze nieuwe PRO.-pagina.
Op de inforonde voor het secundair onderwijs brengen we directies over deze nieuwe regelgeving op de hoogte.
We zetten de beleidsimpulsmiddelen rond fase 0 en 1 van het zorgcontinuüm schoolnabij in en ondersteunen leraren uit basis- en secundair onderwijs in basiszorg en -didactiek. We vertrekken hierbij van noden die zij zelf ervaren en gaan met hun leervraag aan de slag. Die noden combineren meestal vakinhoudelijke aspecten als Nederlands, wiskunde, digitale didactiek en zorgaspecten als motivatie, moeilijk begrijpbaar gedrag en diversiteit.
Met deze verbindende aanpak bereiken we duurzame effecten tot op de klasvloer op vlak van leerwinst en welbevinden. 90% van de leraren geeft aan dat ze zich hierdoor sterker voelen in hun klaspraktijk. Meer details vind je in ons rapport.