Onze visie op versnellen lees je op de pagina over maatregelen bij cognitief sterk functioneren. Op deze pagina brengen we de regelgeving samen en lichten we die kort toe. We leggen de focus op specifieke regelgeving voor cognitief sterk functionerende leerlingen. Uiteraard is andere regelgeving met betrekking tot afwijkingen van reguliere trajecten in het voltijds secundair onderwijs ook voor hen van toepassing. Denk bijvoorbeeld aan het toepassen van een aangepast programma voor zieke leerlingen, tijdelijk onderwijs aan huis of sychroon internetonderwijs.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de regelgeving met betrekking tot versnellen in het secundair onderwijs. De nieuwe regelgeving die vanaf 1 september 2022 van kracht is, geven we weer in een aparte kolom. Verder onderscheiden we regelgeving waarvoor de toepassing ervan geen principiële beslissing van het schoolbestuur vraagt en regelgeving waarvoor die principiële beslissing wel nodig is.
De regelgeving beschrijft verschillende manieren waarop leerlingen kunnen versnellen:
Technisch gesproken betreft het hier een afwijking op de toelatingsvoorwaarden.
Artikel 36 van het organisatiebesluit stelt: “Met behoud van de toepassing van onderafdeling 4 worden de volgende leerlingen als regelmatige leerlingen tot een structuuronderdeel van het voltijds gewoon secundair onderwijs of opleidingsvorm 4 van het buitengewoon secundair onderwijs toegelaten op voorwaarde van een gunstige beslissing van de klassenraad: de leerlingen die
Doelgroep: cognitief sterk functionerende leerlingen die niet over een studiebewijs van het onderliggend leerjaar beschikken
Beslissing schoolbestuur: neen
Voorwaarden:
Opmerkingen:
Bijkomende info:
Technisch gesproken betreft het hier een afwijking op studiebekrachtiging. Het gaat over het geslaagd zijn voor het geheel van een structuuronderdeel, dus niet over het geslaagd zijn voor één vak.
Artikel 62 van het organisatiebesluit stelt: “De evaluatiebeslissing wordt in het schooljaar in kwestie genomen in de periode vanaf de vijfde laatste lesdag van de maand juni tot en met 30 juni. De voormelde termijn kan voor individuele gevallen als volgt worden aangepast:
Doelgroep: leerlingen die doelen van het leerjaar bereiken voor het einde van het schooljaar. Merk op dat de voorwaarde om cognitief sterk te functioneren hier niet vermeld staat
Beslissing schoolbestuur: neen
Voorwaarden:
gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad én doelen zijn bereikt ( evaluatie).
We gaan hier enkel in op het aspect dispenseren.
Codex SO, onder meer art. 3, 12°/2; art. 3, 45°/1; art. 136/2; art. 253/6 § 1
Doelgroep: alle leerlingen die het gemeenschappelijk curriculum volgen kunnen in aanmerking komen
Beslissing schoolbestuur: neen
Bijkomende info:
Deze regelgeving is van toepassing wanneer een school een leerling toelaat als vrije leerling in het eerste leerjaar van een graad, met het oog op studieregularisatie via examencommissie. Het gaat met andere woorden over leerlingen die niet beantwoorden aan de toelatingsvoorwaarden van het eerste leerjaar van een graad.
Punt 9.1.7 in de omzendbrief SO 64 stelt: “Voor leerlingen die niet aan de toelatingsvoorwaarden tot het eerste leerjaar van de eerste, tweede of derde graad beantwoorden, bestaat een mogelijkheid tot studieregularisatie - zonder jaarverlies - via deelname aan een door de overheid ingestelde examencommissie.
Concreet gesteld. Indien een leerling als vrije leerling tot het eerste leerjaar van de tweede graad wordt toegelaten en hij vóór het einde van de tweede graad via de examencommissie het getuigschrift van de eerste graad behaalt, dan wordt zijn doorlopen tweede graad geregulariseerd.
Dit betekent dat de leerling met terugwerkende kracht als regelmatig wordt beschouwd en hij aanspraak maakt op de studiebekrachtiging, terwijl hij in het betrokken schooljaar ook alsnog op 1 februari in aanmerking wordt genomen voor de vaststelling van de financiering of subsidiëring.
De voorwaarde is dan wel dat hij, precies zoals een regelmatige leerling, alle lessen daadwerkelijk heeft gevolgd vanaf 1 september, behoudens gewettigde afwezigheid in de loop van het schooljaar."
Doelgroep: leerlingen die niet beantwoorden aan de toelatingsvoorwaarden van het eerste leerjaar van een graad
Beslissing schoolbestuur: neen
Voorwaarde: de school schrijft de leerling in als vrije leerling
Opmerkingen:
Klik hier voor meer informatie over de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap.
Met deze regelgeving kan een leerling een leerjaar dat hij/zij met vrucht heeft beëindigd, overzitten in een ander structuuronderdeel, waarin hij eerder niet werd toegelaten door een clausulering van het onmiddellijk lager leerjaar. Het is ook van toepassing wanneer een leerling een clausulering kreeg bij een A-attest in het eerste leerjaar A.
Artikel 13 van het organisatiebesluit stelt: “De toelating tot een hoger leerjaar is onderworpen aan een eventuele clausulering voor bepaalde structuuronderdelen in het lagere leerjaar. De klassenraad kan evenwel een clausulering opheffen als een leerling een leerjaar, dat met vrucht is beëindigd, wil overzitten in een ander structuuronderdeel waarvoor de leerling in het lagere leerjaar is geclausuleerd. Een leerling die voor eenzelfde leerjaar over meer dan één oriënteringsattest beschikt als een gevolg van overzitten, mag zich op het meest gunstige oriënteringsattest beroepen voor de toelating tot het hogere leerjaar.”
Doelgroep: leerling die een leerjaar dat hij/zij met vrucht heeft beëindigd, wil overzitten in een ander structuuronderdeel waarin hij/zij eerder niet werd toegelaten door een clausulering van het onmiddellijk lager leerjaar
Beslissing schoolbestuur: neen
Voorwaarde: gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad
Bijkomende info: de toelatingsklassenraad in het gewoon secundair onderwijs
Cognitief sterk functionerende leerlingen vrijstellen van vakinhouden/vakken (flexibel traject)
Mits een voorafgaandelijke principiële beslissing van het schoolbestuur konden cognitief sterk functionerende leerlingen voor 1 september 2022 ook al vrijgesteld worden van bepaalde vakinhouden, maar nog niet van volledige vakken. In de regelgeving was toen echter sprake van hoogbegaafdheid. Hiermee bedoelde men de jongeren die een ‘diagnose’ van hoogbegaafdheid hebben, zoals vastgesteld door een diagnosticus, aan de hand van een gestandaardiseerde test (en liefst na een HGD-traject). De maatregel is nu gericht op cognitief sterk functionerende leerlingen, wat een ruimere doelgroep is dan de leerlingen met een diagnose van hoogbegaafdheid.
Artikel 136/6 van de Codex SO stelt: "Het schoolbestuur kan op grond van specifieke onderwijskundige argumenten en met het oog op het aanbieden van meer individuele leertrajecten, beslissen om voor een leerling of leerlingengroep af te wijken van de voorwaarde, vermeld in artikel 252, § 1, a), 2), onder de volgende modaliteiten:
het individueel vrijstellen van het volgen van bepaalde onderdelen van de vorming van een bepaald structuuronderdeel gedurende een deel of het geheel van het schooljaar en de vervanging door andere onderdelen die de finaliteit van het structuuronderdeel niet aantasten, mits de toelatings- of begeleidende klassenraad, naargelang van het geval, een gunstige beslissing neemt én mits akkoord van de betrokken personen, voor een leerling die onderwijsbehoeften heeft omwille van:
in voorkomend geval:
Doelgroep: cognitief sterk functionerende leerlingen. Het schoolbestuur kan de doelgroep ‘cognitief sterk functionerende leerlingen’ nog verfijnen, bijvoorbeeld door de groep te beperken tot leerlingen van de derde graad
Beslissing schoolbestuur: ja
Voorwaarden:
Bijkomende info: flexibele leertrajecten in het voltijds gewoon secundair onderwijs
Leerlingen vrijstellen van inhouden waarvoor ze al geslaagd zijn in het secundair onderwijs
Inhouden waarvoor de leerling al geslaagd is in het secundair onderwijs, verwijst naar het slagen voor inhouden in de huidige school, in een andere school, in een school in het buitenland of in de examencommissie. Het gaat niet om inhouden waarvoor de leerling slaagde in het volwassenenonderwijs.
Artikel 136, 1° van de Codex SO stelt: “Het schoolbestuur kan op grond van specifieke onderwijskundige of organisatorische argumenten en met het oog op het aanbieden van meer individuele leertrajecten, beslissen om voor een leerling of een leerlingengroep af te wijken van de voorwaarde, vermeld in artikel 252, § 1, a), 2):
Doelgroep: leerlingen die al geslaagd zijn voor bepaalde onderdelen in het secundair onderwijs (bijvoorbeeld: leerlingen die overzitten in het laatste jaar, leerlingen die veranderen van structuuronderdeel ...)
Beslissing schoolbestuur: ja
Voorwaarden:
- bepalen doelgroep en communiceren via het schoolreglement
- leerling is al geslaagd voor het onderdeel binnen het secundair onderwijs
- individueel vervangend programma
- gunstige beslissing van de voltallige toelatingsklassenraad na kennisname van advies van delibererende klassenraad van voorgaand schooljaar
Bijkomende info: flexibele leertrajecten in het voltijds gewoon secundair onderwijs
Overgaan naar het tweede leerjaar van een graad met tekorten (flexibel traject)
Artikel 37 van het organisatiebesluit stelt: “Het schoolbestuur kan ervoor kiezen om met behoud van de toepassing van onderafdeling 4 de volgende leerlingen als regelmatige leerlingen tot een structuuronderdeel van het tweede leerjaar van de eerste, tweede of derde graad toe te laten:
de leerlingen met tekorten in het eerste leerjaar van de graad in kwestie, die vóór het einde van het tweede leerjaar moeten worden weggewerkt, op voorwaarde van een gunstige beslissing van de klassenraad na overleg met de klassenraad van het eerste leerjaar.
In afwijking van artikel 4, 1°, b), 1), bestaat de klassenraad, voor wat het onderwijzend personeel betreft, uit alle leden van het structuuronderdeel waarvoor de leerling opteert.”
Doelgroep: leerlingen met tekorten voor wie de klassenraad meer heil ziet in overgaan dan in zittenblijven
Beslissing schoolbestuur: ja
Voorwaarden:
Bijkomende info: flexibele leertrajecten in het voltijds gewoon secundair onderwijs