Een onderwijsaanpak voor alle leerlingen

Goed onderwijs voor cognitief sterk functionerende leerlingen start bij een krachtige leeromgeving (basisonderwijs) of goed onderwijs (secundair onderwijs) in fase 0 van het zorgcontinuüm. Een aantal maatregelen die goed zijn voor alle leerlingen, zijn ook zinvol en nodig voor cognitief sterk functionerende leerlingen. We gaan ook in op het belang van variabel groeperen.

Het leren van alle leerlingen optimaliseren

sla link op in klembord

Kopieer

De leerplannen

sla link op in klembord

Kopieer

De leerplannen bieden je de ruimte om hoogwaardige vorming te geven aan elke leerling en een leeromgeving te creëren die tegemoet komt aan de onderwijsbehoeften van een diverse leerlingengroep. Los van diagnoses en labels doen jij en je collega's wat nodig is om de ontwikkeling en het leren van alle leerlingen te optimaliseren. "De school streeft bij elke lerende naar zoveel mogelijk leerwinst" (referentiekader onderwijskwaliteit).

Maatregelen voor alle leerlingen

sla link op in klembord

Kopieer

Veel van wat voor cognitief sterk functionerende leerlingen nodig is, is voor alle leerlingen belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan:

  • differentiëren
  • remediëren (een leerling die sterk is in wiskunde kan bijvoorbeeld extra instructie en oefening voor spelling nodig hebben)
  • leren doorzetten
  • uitdagingen aangaan
  • een growth mindset stimuleren
  • effectieve feedback geven
executieve functies versterken

Brede basiszorg

sla link op in klembord

Kopieer

Hoe beter de brede basiszorg uitgebouwd is, hoe groter de kans dat de zorg voor een leerling niet moet worden verhoogd of uitgebreid. Daarom bouwt elke school een GOK- en zorgbeleid uit. Ook zonder verplichte of systematische screening op begaafdheid zal elke leraar hiervoor de verantwoordelijkheid nemen in de eigen leerlingengroep.

Je hoeft hiervoor geen specialist te zijn in cognitief sterk functioneren. De vraag is hoe je hierin kunt groeien en hoe je de beschikbare tijd en middelen het beste inzet.

Reflectievragen kunnen je inspireren om zorgzaam te handelen in de klas (gebaseerd op Prodia).

    Flexibel groeperen

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Door de samenstelling van je leerlingengroep te variëren kun je inspelen op de onderwijsbehoeften van je leerlingen. Het beïnvloedt hun prestaties, hun sociaal-emotioneel functioneren en het leerklimaat.

    Verschillende manieren

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Er bestaat niet één beste manier om leerlingen te groeperen. De optimale samenstelling hangt af van heel wat factoren. Bijna altijd is het zoeken naar optimale leerkansen voor alle leerlingen, van zwakkere tot sterkere presteerders. Door heterogene of homogene groepen evenwichtig af te wisselen, kun je nadelige effecten van een al te eenzijdige groepering neutraliseren.

    Homogeen groeperen

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Van homogeniteit is sprake, wanneer je leerlingen groepeert naar één gemeenschappelijk kenmerk, bijvoorbeeld op basis van hun interesse of hun prestatieniveau. Voor cognitief sterk functionerende meisjes weten we bijvoorbeeld dat ze gemiddeld beter scoren voor de bètavakken (exacte wetenschappen zoals wiskunde, natuurkunde en scheikunde) door ze homogeen samen te zetten.

    Homogeen groeperen kan (tijdelijk) buiten de (klas)groep en zelfs buiten de school. Je laat dan bijvoorbeeld meerdere cognitief sterke leerlingen buiten hun gebruikelijke (klas)groep bij elkaar zitten om hen verrijkingsinhouden aan te bieden.

    Maar het kan evengoed zinvol zijn om dat binnen de (klas)groep te realiseren, bijvoorbeeld door te werken in niveaugroepen.

    Voordelen

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Heterogeen groeperen levert voor de meeste leerlingen de beste leereffecten op. Maar cognitief sterke leerlingen kunnen er baat bij hebben af en toe in homogene groepen te werken:

    • Aan de slag gaan met extra uitdagende doelen leert hen om door te zetten, frustraties te overwinnen en te ervaren dat het loont om zich in te zetten.
    • Het stimuleert hen om van en met elkaar te leren en elkaar te motiveren.
    • Les volgen met ontwikkelingsgelijken en zich kunnen identificeren met leerlingen die op een vergelijkbaar niveau denken en redeneren, kan het welbevinden van cognitief sterk functionerende leerlingen bevorderen.
    • Niet alleen de motivatie, ook de ontwikkeling van sociale, emotionele en metacognitieve vaardigheden kan er wel bij varen.

    Nadelen

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Leerpunt (2025) vraagt in de Leidraad Onderwijs vanuit hoge verwachtingen aandacht voor mogelijke nadelen van niveaugroepen. In Engels onderzoek in het basisonderwijs vond men zeven mogelijke problemen bij het werken met niveaugroepen:

    • Leerlingen worden in een verkeerde groep geplaatst. Er is bewijs dat leerlingen uit gestigmatiseerde groepen vaker in lagere niveaugroepen geplaatst worden dan te verwachten is op basis van hun capaciteiten.
    • Leerlingen worden niet snel in een andere groep geplaatst.
    • De kwaliteit van de instructie verschilt tussen groepen. 
    • De aard van de didactiek, het curriculum en de manier van toetsen verschilt tussen groepen.
    • De niveaugroep waarin een leerling zit, beïnvloedt de verwachtingen van leerkrachten.
    • Leerlingen ervaren een ongelijkwaardige behandeling op basis van hun cognitieve niveau.
    • De leeridentiteit van leerlingen wordt beïnvloed. Leerlingen in lagere niveaugroepen krijgen een lager zelfbeeld en minder zelfvertrouwen. Deze leerlingen ontwikkelen vaker een negatieve houding tegenover school dan leerlingen in hogere niveaugroepen. 

    Volgens de onderzoekers kunnen deze factoren samen zorgen voor een selffulfilling prophecy (i.e. een zichzelf waarmakende verwachting).

    In een onderzoek van Buttaro en Catsambis werden klassen vergeleken waarin wel en niet met niveaugroepen werd gewerkt. In de klassen waar met niveaugroepen werd gewerkt, bleken leerlingen in de hoogste niveaugroepen hogere scores op toetsen te behalen, terwijl leerlingen in de laagste niveaugroepen lagere scores behaalden dan vergelijkbare leerlingen in klassen zonder niveaugroepen.

    Dit gold voor leerlingen van de eerste kleuterklas tot en met het zesde leerjaar. Bovendien werd de kloof tussen deze groepen elk jaar groter. Het betrof hier specifiek Engelse lessen. Uit het onderzoek bleek dat klassen met niveaugroepen ongelijke onderwijskansen in stand houden.

    Meer informatie over flexibel groeperen: Coussement, S. & Dejonckheere, P. (2024). Leidraad Onderwijs vanuit hoge verwachtingen. Stichting Leerpunt. Hertaling van Van den Bergh, L., Van Amerongen, M., Gunsch, R., Timmermans, M. & Timmermans, A. (2021). Leidraad Onderwijs vanuit hoge verwachtingen. Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek.

    Meer informatie vind je voor het basisonderwijs onder meer in de bouwsteen krachtige leeromgeving (punt 3) van het Vademecum zorgbreed en kansenrijk onderwijs.

    Meer informatie vind je voor het secundair onderwijs onder meer in de bouwsteen goed onderwijs (punt 4) van het Vademecum zorgbreed en kansenrijk onderwijs.

    ×
    Kijkt als...
    Niveau
    Regio