Aanpak in fase 1 van het zorgcontinuüm

Leraren doen er alles aan om binnen de brede basiszorg tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van elke leerling. Toch zullen sommige cognitief sterk functionerende leerlingen daarbovenop nog passende maatregelen nodig hebben om tot optimale ontwikkeling te komen. Het kan gaan om compacten, pre-testen, verrijken (verdiepen en verbreden) of versnellen.

Onderwijsbehoeften detecteren en passende maatregelen voorzien

sla link op in klembord

Kopieer

Als de differentiatie binnen de brede basiszorg onvoldoende tegemoet komt aan de optimale ontwikkelingskansen van cognitief sterke leerlingen, voorzie je extra zorg in de klas. Dat kan bijvoorbeeld nodig zijn als een leerling

  • minder deelneemt aan het klasgebeuren
  • ongewenst gedrag stelt
  • onverwachts minder goede resultaten haalt
  • een leerniveau behaalt dat te ver afwijkt van dat van de klasgenoten

Je gaat met alle betrokkenen op zoek naar de onderwijsbehoeften. Daarna doe je de nodige aanpassingen in de onderwijsleercontext waarmee je aan de onderwijsbehoeften tegemoet komt.

Passende maatregelen zijn altijd maatwerk. Veralgemeende standaardoplossingen schieten vaak te kort.

De M-cirkel, die je terugvindt in het Vademecum zorgbreed en kansenrijk onderwijs onder de bouwsteen continuüm van zorg (fase 1), biedt je concrete handvatten om meer zicht te krijgen op de onderwijsbehoeften van de leerling en op jouw ondersteuningsbehoeften.

Maatregelen bij cognitief sterk functioneren

sla link op in klembord

Kopieer

Hieronder bespreken we kort een aantal maatregelen die bij cognitief sterk functioneren een positief effect kunnen hebben op schoolprestaties en het sociaal-emotioneel functioneren. Deze maatregelen zijn:

  • compacten
  • pre-testen
  • verrijken
  • versnellen

We claimen geen volledigheid en de maatregelen zijn vaak niet exclusief geschikt voor cognitief sterk functionerende leerlingen. De maatregelen sluiten elkaar niet uit, maar vullen elkaar vaak best aan. Zo heeft compacten doorgaans een veel gunstiger effect als je het combineert met verrijken.

Compacten

sla link op in klembord

Kopieer

Compacten is het overslaan of tot een minimum beperken van instructie, herhaling en oefenstof. Daardoor ontstaat ruimte voor meer uitdagende, betekenisvolle opdrachten. Omdat cognitief sterk functionerende leerlingen niet altijd in alle competenties even sterk zijn, kan het soms nuttig zijn om de ruimte die vrijkomt te gebruiken om aan minder sterke competenties te werken.

Een leerling die de leerplandoelstellingen van een bepaald leergebied/vak met minder instructie, herhaling en oefening kan realiseren, kun je de kans bieden om die doelen te realiseren in minder lesuren of oefenmomenten. De leerling kan de vrijgekomen lestijd gebruiken voor een individuele opdracht, om lessen te volgen in een andere klasgroep of een aangepast programma met enkele klasgenoten of leerlingen van andere klassen te volgen.

In het basisonderwijs kun je de ruimte die vrijkomt bijvoorbeeld invullen met een uitdaagtraject waarin leerlingen uit meerdere groepen samen iets ontwerpen of uitvinden, een cognitieve uitdaging aangaan…

In het secundair onderwijs kan de vrijgekomen tijd ook gebruikt worden voor lesbijwoning in een andere school (zie mededeling “Lesbijwoning in een andere school”). De wekelijkse lessentabel moet wel voor alle leerlingen van een structuuronderdeel evenveel lesuren bevatten.

Pre-testen

sla link op in klembord

Kopieer

Ook cognitief sterk presterende leerlingen hebben recht op en nood aan effectieve instructie. Je kunt compacten combineren met pre-testen want:

  • je wilt enerzijds voorkomen dat cognitief sterke leerlingen zich gaan vervelen tijdens voor hen soms overbodige instructie
  • je wilt anderzijds het risico vermijden dat ze essentiële nieuwe inhouden missen

Vooraleer nieuwe inhouden aan te bieden, stel je met een toets (of een andere evaluatiemethode) het beginniveau van de leerling(en) vast. Op basis daarvan beslis je welke inhouden je de leerling(en) nog moet aanbieden en waar je kunt compacten.

Met pre-testen kun je ook (enigszins) onderpresteerders detecteren die mogelijk al voorkennis hebben van nieuwe inhouden, maar misschien niet in de top 10% scoren op de gebruikelijke evaluatiemomenten.

Sommige scholen hebben intussen jarenlange ervaring opgebouwd met pre-testen, in die mate dat dit tot hun brede basiszorg is gaan behoren: leraren gaan systematisch van elke leerling het beginniveau na.

Verrijken

sla link op in klembord

Kopieer

Verdiepen en verbreden

sla link op in klembord

Kopieer

Verrijken kan zowel verdieping als verbreding omvatten

Verdieping

sla link op in klembord

Kopieer

Verdieping speelt zich globaal genomen af op drie assen, meestal in combinatie met elkaar:

  • cognitie: van concreet naar abstraherend/conceptueel
  • inhoud: van eenvoudig naar complex
  • autonomie: van sterk begeleid naar zelfstandig

Verbreding

sla link op in klembord

Kopieer

Verbreding zorgt voor blikverbreding en creëert nieuwe, interessante vergezichten. Daarbij kun je inspelen op wat de leerling al interesseert of kun je werelden openen om de interesse van de leerling te verbreden. Het kan gaan om inhouden die buiten het curriculum vallen, waardoor je niet vooruitloopt op inhouden van volgende jaren.

Verrijkingsmateriaal

sla link op in klembord

Kopieer

Verrijkingsmateriaal voldoet best aan volgende criteria (bron: SLO, criteria voor verrijkingsmateriaal. Gebaseerd op Bronkhorst & Drent, 2001):

  • een beroep doen op creativiteit
  • open opdrachten
  • hoog abstractieniveau
  • hoge mate van complexiteit
  • meerwaarde bieden ten opzichte van reguliere inhouden
  • stimuleren van onderzoekende houding
  • een beroep doen op zelfstandigheid van de leerling
  • uitlokken van een reflectieve houding
  • een beroep doen op metacognitieve vaardigheden
  • uitlokken van interactie

Verrijken in het basisonderwijs

sla link op in klembord

Kopieer

In het basisonderwijs beperkt de regelgeving verbreding op twee vlakken:

Verrijken in het secundair onderwijs

sla link op in klembord

Kopieer

Vrijstellen van vakken of vakonderdelen

sla link op in klembord

Kopieer

Voorafgaandelijke principiële beslissing van het schoolbestuur

sla link op in klembord

Kopieer

Leraren kunnen in een aangepast aanbod voorzien door te differentiëren, maar soms botsen ze op een grens van wat in de klas wenselijk of haalbaar is. In die situatie kan de regelgeving een uitweg bieden. Immers, scholen waarvan het schoolbestuur voorafgaandelijk een principiële beslissing nam, kunnen cognitief sterk functionerende leerlingen vrijstellen van vakken of vakonderdelen, die dan moeten worden vervangen door andere vormingsonderdelen. Hier kunnen leraren dan verrijkingsinhouden aanbieden, waarbij ze het vooraf gestructureerd aanbod loslaten.

Individuele leertrajecten

sla link op in klembord

Kopieer

Het gaat om zogenaamde individuele leertrajecten. De school wijkt hiermee af van de regel dat een regelmatige leerling de vorming van het structuuronderdeel waarin hij is ingeschreven volledig en daadwerkelijk volgt. Daarom kan dit alleen worden toegepast na een principiële beslissing van het schoolbestuur en publicatie in het schoolreglement. Meer informatie vind je in de mededeling “Flexibele leertrajecten in het voltijds gewoon secundair onderwijs”. Katholiek Onderwijs Vlaanderen ondersteunt scholen die flexibele trajecten willen aanbieden.

Aandachtspunten

sla link op in klembord

Kopieer

  • Alleen de voltallige klassenraad kan cognitief sterk functionerende leerlingen vrijstellen voor het geheel van een vak, indien duidelijk blijkt dat de doelen ervan al bereikt zijn. Dat kan ook in de loop van het schooljaar.
  • Deze vakken moeten worden vervangen door andere vormingsonderdelen waarbij de finaliteit van het structuuronderdeel niet mag worden aangetast.
  • De betrokken personen moeten hun akkoord geven
  • De vrijstelling en het vervangend programma moeten schriftelijk en gemotiveerd vastgelegd worden (zie Codex S.O., art. 136/6)

Klik hier voor meer informatie over regelgeving versnellen in het secundair onderwijs.

Vrijstellingen op grond van specifieke onderwijskundige of organisatorische argumenten

sla link op in klembord

Kopieer

Een ander individueel leertraject dat alleen kan worden toegepast na een principiële beslissing van het schoolbestuur en publicatie in het schoolreglement betreft de vrijstellingen op grond van specifieke onderwijskundige of organisatorische argumenten. De regelgeving heeft hier niet alleen cognitief sterk functionerende leerlingen op het oog, maar deze groep leerlingen kan er misschien wel gebruik van maken. Zo zijn er schoolbesturen die dit individueel leertraject mogelijk maken voor leerlingen die overzitten in het laatste jaar van het secundair onderwijs.

Het schoolbestuur kan met dit individueel leertraject een leerling of een leerlingengroep namelijk vrijstellingen verlenen voor bepaalde onderdelen van de vorming van een bepaald structuuronderdeel, als die leerling al geslaagd is voor diezelfde onderdelen binnen het secundair onderwijs.

Ook vakken waarvoor de leerling slaagde aan de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap komen hiervoor in aanmerking.

De voltallige toelatingsklassenraad moet een gunstige beslissing nemen en kennis nemen van het advies van de delibererende klassenraad van het voorafgaand schooljaar.

Ook hier moeten de vrijgekomen uren besteed worden aan een individueel lesprogramma, samengesteld door de toelatingsklassenraad. Zie omzendbrief so/2005/04, punt 2.2.5.

Les volgen aan een hogeschool of een univeristeit

sla link op in klembord

Kopieer

In het laatste jaar van het secundair onderwijs (tweede leerjaar van de derde graad) kan de school op elk tijdstip van het schooljaar toestaan dat leerlingen les volgen aan een hogeschool of een universiteit.

In punt 2.2.2. van de ministeriële omzendbrief SO/2005/04 over “Afwezigheden en in- en uitschrijvingen in het voltijds gewoon secundair onderwijs en het deeltijds secundair onderwijs” staat hoe de school deze afwezigheden wettigt. De overheid legt geen plafond op voor de duur van de afwezigheid. De school en de betrokken leerling, ouders, leraren … zijn immers het best geplaatst om - rekening houdend met de lokale context en de individuele leerling in kwestie - een beslissing te nemen. In afspraak met de voltallige klassenraad zal de leerling in het laatste jaar moeten kunnen aantonen dat alle leerplandoelen bereikt zijn.

Les volgen aan een hogeschool of universiteit is niet afdwingbaar en vraagt altijd het voorafgaand akkoord van de secundaire school en ook van de hogeschool of universiteit. Het lijkt evenwel aangewezen dat je voor die jongeren waarvoor de maatregel in het leven is geroepen, naar een aanvaardbaar compromis zoekt. Het gaat hier over een goed evenwicht tussen opportuniteit en haalbaarheid.

Rooms-katholieke godsdienst

sla link op in klembord

Kopieer

Ruimte maken voor verrijking door de leerling vrij te stellen van het vak godsdienst kan niet. Katholieke secundaire scholen engageren zich tot het geven van rooms-katholieke godsdienst.

Versnellen

sla link op in klembord

Kopieer

Hoogbegaafde kinderen versnellen niet. Zij leren in hun eigen tempo en dat kan soms vier of vijf keer sneller zijn dan gemiddeld. - Renata Hamsikova

Versnellen kan verschillende vormen aannemen:

  • vervroegd instromen in een volgend onderwijsniveau, mits voldaan is aan de wettelijke toelatingsvoorwaarden
  • versnellen voor een bepaald vak/in de leerlijn door leerinhouden aan te bieden die gewoonlijk pas later in het curriculum behandeld worden
  • overslaan van één of meerdere leerjaren
  • doorlopen van meerdere leerjaren in een schooljaar (tijdens het schooljaar naar een volgend leerjaar overstappen)

Als er sprake is van een grote didactische voorsprong en maatregelen als compacten en verrijken onvoldoende tegemoetkomen aan de onderwijsbehoeften van een leerling, is versnellen het overwegen waard (www.prodiagnostiek.be).

De beslissing tot versnellen kan los van een intelligentieonderzoek genomen worden. Het komt erop aan dat je de leervoorsprong van de leerling accuraat in kaart brengt.

Onderzoek toont aan dat cognitief sterk functionerende leerlingen na een versnelling gemiddeld genomen beter functioneren op cognitief vlak, maar ook op sociaal-emotioneel gebied zeker niet minder en soms zelfs beter functioneren dan niet-versnelde cognitief sterk functionerende leerlingen.

Toch is versnellen een maatregel waarbij alle betrokkenen de voor- en nadelen bewust moeten afwegen. Je houdt niet alleen rekening met de cognitieve ontwikkeling, maar ook met de lichamelijke en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Bestaande vragenlijsten (zie bijvoorbeeld de versnellingswenselijkheidslijst) kunnen de afweging en beslissing ondersteunen.

Daarnaast zal je erover waken dat er geen fundamentele hiaten overblijven in de kennisstructuren of de competentiebasis (Saveyn, 2008), zodat de leerling vanuit zijn/haar beginsituatie kan aansluiten bij het leertraject (en inzichtelijk leren) van zijn/haar nieuwe groep.

Meestal blijven ook versnelde leerlingen behoefte hebben aan aanpassingen in de reguliere inhouden en aan maatregelen als compacten of verrijken.

Versnellen in het gewoon basisonderwijs

sla link op in klembord

Kopieer

In het katholiek basisonderwijs biedt het leerplan Zin in leren! Zin in leven! ruimte voor verschillende organisatievormen, naast het klassiek jaarklassensysteem. Vertrekt de school wel van een jaarklassensysteem, dan beslist zij, binnen het niveau, of een leerling mag overgaan. De school kan wel besluiten om de keuze van de ouders te volgen.

Geen minimumleeftijd om te starten in het lager onderwijs

sla link op in klembord

Kopieer

Vanaf 1 september 2022 geldt er niet langer een minimumleeftijd om vroeger te mogen starten in het gewoon lager onderwijs. De klassenraad kan, uiteraard in overleg met de ouders, beslissen dat een cognitief sterk functionerende leerling versneld kan starten in het lager onderwijs.

De klassenraad van het kleuteronderwijs moet dan wel gunstig advies geven over het beheersingsniveau Nederlands en neemt ook andere aspecten (zoals schoolrijpheid) mee in overweging. Bij een ongunstig advies van de klassenraad van het kleuteronderwijs moet de klassenraad van het lager onderwijs een beslissing nemen.

Voor leerlingen die nog niet eerder ingeschreven waren in het kleuteronderwijs, neemt de klassenraad lager onderwijs meteen zelf een beslissing. Als de klassenraad lager onderwijs een ongunstige beslissing neemt, dan kan de leerling niet instappen in het lager onderwijs.

Een advies van het CLB is niet langer verplicht (onder voorbehoud van goedkeuring van het wijzigingsdecreet dat het decreet basisonderwijs wijzigt). Toch kan het aangewezen zijn dat de klassenraad met het CLB overlegt.

Pas wanneer de betrokken klassenraad een gunstige beslissing heeft genomen, komt het uiteindelijk de ouders toe om tot een vervroegde instap in het lager onderwijs over te gaan of niet.

Geen minimumleeftijd voor het uitreiken van een getuigschrift basisonderwijs

sla link op in klembord

Kopieer

Vanaf 1 september 2022 geldt er niet langer een minimumleeftijd voor het uitreiken van een getuigschrift basisonderwijs. Dit zorgt ervoor dat cognitief sterk functionerende leerlingen sneller kunnen doorstromen naar het secundair onderwijs. Om te kunnen starten in het eerste leerjaar A van het secundair onderwijs, moet een leerling wel een getuigschrift basisonderwijs behaald hebben.

De klassenraad kan het getuigschrift uitreiken gedurende heel het schooljaar. Wanneer hij van oordeel is dat een leerling de onderwijsdoelen uit het leerplan in voldoende mate heeft behaald, kan hij het getuigschrift uitreiken. De klassenraad beslist daarover autonoom, maar zal hierover uiteraard eerst met de ouders en de leerling overleggen.

Een leerling die het getuigschrift behaalde, kan ongeacht zijn leeftijd, starten in het eerste leerjaar A in het secundair onderwijs.

Versnellen in het secundair onderwijs

sla link op in klembord

Kopieer

Springen

sla link op in klembord

Kopieer

Vanaf 1 september 2022 kunnen cognitief sterk functionerende leerlingen die niet over een studiebewijs van het onderliggend leerjaar beschikken (inclusief het oriënteringsattest C), mits gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad, als regelmatige leerling worden toegelaten worden tot een leerjaar. De klassenraad is ook bevoegd om te bepalen of een leerling cognitief sterk functionerend is.

Klik hier voor meer informatie over een leerjaar overslaan (versnellen).

Vervroegde attestering

sla link op in klembord

Kopieer

In de tweede en de derde graad kan de delibererende klassenraad vanaf het schooljaar 2022-2023 voor individuele gevallen de evaluatiebeslissing vervroegen als de klassenraad oordeelt dat de leerling de toepasbare doelen al heeft bereikt. Uiteraard kan de delibererende klassenraad niet vervroegd een oriënteringsattest C uitreiken. Verder mag de vervroegde uitreiking niet in strijd zijn met andere regelgeving met betrekking tot het uitgereikte studiebewijs. Denk bijvoorbeeld aan de regelgeving die bepaalt dat een opleiding tot zorgkundige altijd minstens één jaar moet duren.

Klik hier voor meer informatie over vervroegd attesteren.

Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap

sla link op in klembord

Kopieer

Tot voor het schooljaar 2022-2023 kan versnellen in het secundair onderwijs enkel via de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap. Deze mogelijkheid blijft bestaan. Als een leerling niet voldoet aan de toelatingsvoorwaarden van het eerste leerjaar van een graad en de school schrijft de leerling in dat jaar in als vrije leerling, dan kan de leerling met terugwerkende kracht een 'regelmatige leerling' worden en in aanmerking komen voor een reguliere studiebekrachtiging in het tweede leerjaar van de graad, als hij voor het einde van de graad het getuigschrift van de onderliggende graad behaalt bij de examencommissie.

Klik hier voor meer informatie over studiereglarisatie via de examencommissie.

Tot slot

sla link op in klembord

Kopieer

Prodia adviseert om in overleg met de leerling, de aanpassingen in de klas te bespreken. “Zo kunnen klasgenoten beter begrijpen waarom een leerling andere leerstof of opdrachten krijgt, wanneer hij of zij wel of niet meedoet met het klassikale gebeuren en hoe hij dan geëvalueerd wordt. Hierbij is het zinvol om aan te geven dat de verrijkingsleerstof of -opdrachten de cognitief sterke leerling(en) ook aanzetten tot hard werken en nadenken.”

Contact

Jan Coppieters
pedagogisch begeleider
      02 507 07 87
      Floor Tempelaere
      pedagogisch begeleider
          02 507 06 94
          0485 50 27 72
          ×
          Kijkt als...
          Niveau
          Regio