Sinds 1 september 2003 bestaat ook in het basisonderwijs de mogelijkheid om scholengemeenschappen te vormen. Scholengemeenschappen basisonderwijs krijgen bepaalde voordelen. Die voordelen kunnen we opsplitsen in twee grote blokken: extra middelen en organisatorische voordelen. We overlopen ze hier kort. De basisinformatie vind je ook terug in omzendbrief Bao/2005/11.
Elke scholengemeenschap basisonderwijs krijgt jaarlijks als stimulus een puntenenveloppe. De grootte van deze puntenenveloppe is afhankelijk van het aantal gewogen leerlingen (elke leerling telt voor één teleenheid met uitzondering van de leerlingen van scholen in gemeenten met een bevolkingsdichtheid van minder dan 200 inwoners per km² en met uitzondering van de leerlingen van de scholen voor buitengewoon basisonderwijs) op de eerste schooldag van februari van het vorige schooljaar. Zie ook omzendbrief Bao/2005/11 punt 8.1.
De scholengemeenschap kan deze punten volledig vrij aanwenden: voor zorg en/of ICT en/of administratie en/of aparte functies ter ondersteuning van de scholengemeenschap zoals bv. een directeur-coördinatie scholengemeenschap. Zo kan ze een team uitbouwen dat de organisatie van de scholengemeenschap op zich neemt, zowel administratief, pedagogisch, financieel …
Merk op dat scholengemeenschappen die in de loop van de zes schooljaren de norm van 900 gewogen regelmatige leerlingen niet meer behalen, toch nog recht hebben op 66 stimulipunten en dit gedurende twee gedoogjaren. Na die twee gedoogjaren, krijgen ze geen stimulipunten meer, maar kunnen ze wel als scholengemeenschap blijven bestaan.
Aantal gewogen leerlingen Aantal stimulipunten
900-1349
66
1350-1799
91
1800-2699
126
2700-3599
192
3600-4499
252
4500-5399
312
5400-...
372
Elke scholengemeenschap basisonderwijs krijgt ook een puntenenveloppe voor het voeren van een zorgbeleid.
De puntenenveloppe bestaat uit:
Zie ook omzendbrief bao/2005/11 punt 8.2., omzendbrief bao/2005/12 en omzendbrief bao/2005/09 punt 7.
Minimaal 90% van deze puntenenveloppe moet verdeeld worden over de verschillende scholen die tot de scholengemeenschap behoren. De overige 10% mag aangewend worden op het niveau van de scholengemeenschap, maar enkel in het ambt van zorgcoördinator.
Het is dus niet mogelijk om met deze punten een betrekking op te richten in de functie directeur-coördinatie scholengemeenschap. Zij moeten besteed worden aan zorg. Indien besturen meer dan 10% willen aanwenden op niveau scholengemeenschap, dan kan dit alleen met het akkoord van het OCSG.
Vanaf 1 september 2020 krijgt het basisonderwijs extra middelen onder de vorm van een verhoging van de zorgenveloppe. De coëfficiënt per leerling in het gewoon basisonderwijs stijgt met 0,06211. Dat geeft concreet:
De extra middelen worden vanaf 20-21 voor minstens 20 % aangewend voor leerlingenondersteuning in de klas in het gewoon basisonderwijs, meer bepaald voor het bevorderen van het leerproces door leer- en studievaardigheden te ondersteunen en te ontwikkelen. Dit percentage zal de komende jaren stijgen naar 25 % in het schooljaar 21-22, 30 % in het schooljaar 22-23 en 35 % in het schooljaar 23-24.
Scholen die niet tot een scholengemeenschap behoren, krijgen ook een enveloppe zorgbeleid. Ook die enveloppe is verhoogd sinds 1 september 2020, maar het resultaat blijft iets minder voordelig dan voor scholen die wel behoren tot een scholengemeenschap.
Bijvoorbeeld: een school met 350 leerlingen lager onderwijs die niet behoort tot een scholengemeenschap krijgt een enveloppe van 64 punten, terwijl een zelfde school die wel behoort tot een scholengemeenschap (na inhouding van de 10% voor de scholengemeenschap) een enveloppe van 77 punten krijgt.
Alle scholen gewoon en buitengewoon basisonderwijs ontvangen jaarlijks een puntenenveloppe administratieve ondersteuning. Ook ontvangen alle scholen gewoon en buitengewoon basisonderwijs die tot een samenwerkingsplatform ICT of tot een scholengemeenschap behoren jaarlijks een puntenenveloppe ICT-coördinatie.
Schoolbesturen kunnen, in overeenstemming met de afspraken die binnen de scholengemeenschap gemaakt zijn, beslissen om maximaal 10% van de enveloppe voor ICT-coördinatie en/of voor administratieve ondersteuning samen te leggen op niveau van de scholengemeenschap. De 10% mag overschreden worden op voorwaarde dat het OCSG ermee akkoord gaat en dit per enveloppe.
De punten uit de stimuli en de samengelegde punten administratieve ondersteuning en ICT kunnen aangewend worden voor de aanstelling van personeelsleden ter ondersteuning van de scholengemeenschap en/of ter ondersteuning van de scholen van de scholengemeenschap (zie ook omzendbrief bao/2005/12 punt 1.3):
Aandachtspunt! Het is niet mogelijk om punten van de ene scholengemeenschap naar de andere over te dragen, tenzij voor specifieke projecten rond zorg en bij uitstap van een school uit de scholengemeenschap naar een andere scholengemeenschap. Zie ook omzendbrief Bao/2005/12 punt 1.3.5.
Scholen kunnen er voor kiezen om hun ‘restlestijden’ over te dragen naar één school zodat men een personeelslid een volwaardige betrekking kan aanbieden voor een volledig schooljaar. Het personeelslid wordt dan aangesteld door één school, maar is inzetbaar voor en in alle scholen van de scholengemeenschap. Binnen de scholengemeenschap moet wel onderhandeld worden over deze ruimere inzetbaarheid. Ook hier moet de werkgever rekening houden met de hierboven vermelde principes.
In principe is de overdracht van lestijden en uren kinderverzorging beperkt tot 3% van het lestijden- respectievelijk urenpakket. Schoolbesturen binnen een scholengemeenschap kunnen die 3% echter overschrijden op voorwaarde dat
Personeelsleden die in een school van een scholengemeenschap worden aangesteld met overgedragen lestijden kunnen ingezet worden voor de vervulling van opdrachten voor en in alle scholen van de scholengemeenschap. Ook hier moet de werkgever rekening houden met de hierboven vermelde principes.
Meer achtergrond en zeer uitgebreide informatie over de puntenevenloppe basisonderwijs vind je terug in de Mededeling 'Puntenenveloppen'.