- De aanwending van de puntenveloppe stimulus en de punten uit de enveloppen voor ICT en administratie die op niveau van de scholengemeenschap kunnen worden samengelegd. Iedere scholengemeenschap basisonderwijs krijgt jaarlijks een puntenenveloppe stimuli. Bovendien kunnen schoolbesturen beslissen om, overeenkomstig de afspraken die binnen de scholengemeenschap gemaakt zijn, maximaal 10 % van de enveloppe ICT en administratie samen te leggen op niveau scholengemeenschap. Zie ook Scholengemeenschappen basisonderwijs Voordelen en BaO/2005/12 punt 1.2.2.3. De scholengemeenschap kan deze punten aanwenden voor de aanstelling van personeelsleden die een beleidsondersteunende functie uitoefenen ten behoeve van de scholengemeenschap, of de aanstelling van bijvoorbeeld een ICT-coördinator, zorgcoördinator of administratief medewerker in één of meerdere van haar scholen. Het spreekt voor zich dat de scholengemeenschap hierrond duidelijke afspraken moet maken.De keuzes die zij moeten maken zijn: welke betrekkingen wil de scholengemeenschap inrichten? Waar wil men die betrekkingen inrichten, met andere woorden wie wordt de werkgever? Wie gaat de functie uitoefenen? Voorbeelden: De scholengemeenschap kan afspreken om voor 120 punten een voltijdse betrekking in het ambt van directeur basisonderwijs in te richten. Deze persoon neemt dan de functie van directeur coördinatie-scholengemeenschap op; de scholengemeenschap kan afspreken om een halftijdse directeur coördinatie scholengemeenschap aan te stellen en daarnaast een voltijdse stafmedewerker scholengemeenschap; de scholengemeenschap kan opteren om een extra zorgcoördinator aan te stellen die in twee van haar scholen aangesteld wordt.
- De wijze waarop de puntenenveloppe voor ICT aangewend wordt binnen de scholengemeenschap. De aanwending van het percentage van de puntenveloppe ICT dat samengelegd kan worden op niveau scholengemeenschap, zit al vervat onder punt 1. Daarnaast maakt de scholengemeenschap ook afspraken over de aanwending van de resterende punteneveloppe ICT. Welke school heeft eventueel tekorten of een overschot? Hoe kan de scholengemeenschap de punten optimaal inzetten?
Merk op dat alleen scholen die tot een samenwerkingsplatform ICT behoren, recht hebben op punten ICT voor de coördinatie van hun ICT-beleid. Een samenwerkingsplatform kan de vorm aannemen van een scholengemeenschap en loopt gelijk met de zesjarige periodes van de scholengemeenschappen.
Alle samenwerkingsplatformen, dus ook scholengemeenschappen, moeten bij de start van het platform (ten laatste 15 oktober van het eerste schooljaar) hun samenstelling doorgeven aan AgODi. Zie hiervoor bijlage 1 bij omzendbrief GD/2003/04. - De wijze waarop de puntenenveloppe voor het voeren van een zorgbeleid aangewend wordt. De scholengemeenschap moet ook afspraken maken over de 10 % van de puntenenveloppe zorg die zij op haar niveau mag aanwenden. Ook met deze punten kan de scholengemeenschap een stafmedewerker scholengemeenschap aanstellen. Alleen kan dit met de punten zorgbeleid alleen in het ambt van zorgcoördinator. De scholengemeenschap zou ook kunnen afspreken om met die 10 % een extra zorgcoördinator aan te stellen in één of meerdere scholen.
- Het zorgbeleid binnen de scholengemeenschap. De scholengemeenschap maakt afspraken over hoe zij het zorgbeleid zal vorm geven. Eén van de aandachtspunten is de bevordering van de deelname aan onderwijs van niet-leerplichtige kleuters. In die context vraagt de overheid aan de scholengemeenschap om één zorgcoördinator aan te duiden als aanspreekpunt voor kleuterparticipatie binnen de scholengemeenschap.
- De wijze waarop de school voor buitengewoon onderwijs haar deskundigheid ter beschikking stelt. Een school voor buitengewoon onderwijs die tot een scholengemeenschap behoort, kan nog altijd perfect samen werken met andere scholen die niet tot de scholengemeenschap behoren. Binnen de scholengemeenschap moeten de besturen dan wel afspreken over de wijze waarop dit gebeurt.
- Het afsluiten van samenwerkingsakkoorden. Een scholengemeenschap kan samenwerkingsakkoorden afsluiten met basisscholen gewoon of buitengewoon onderwijs die niet tot de scholengemeenschap behoren; een scholengemeenschap basisonderwijs of secundair onderwijs; één of meer instellingen voor secundair onderwijs; één of meer instellingen voor deeltijds kunst- en/of volwassenenonderwijs.
In een dergelijk samenwerkingsakkoord mag je alles opnemen wat niet strijdig is met decreten of regelgeving. Verder zijn noch de vorm noch de inhoud aan overheidsregels gebonden. De documenten die er betrekking op hebben, moeten op het contactadres van de scholengemeenschap ter inzage liggen.
Merk op dat een scholengemeenschap basisonderwijs wel een samenwerkingsakkoord kan afsluiten met een andere scholengemeenschap basisonderwijs. Scholengemeenschappen secundair onderwijs kunnen dat niet. - Het opnemen van bijkomende scholen in de scholengemeenschap: In de loop van de zesjarige scholengemeenschapsperiode kunnen andere scholen vragen om toe te treden. Het is belangrijk dat de besturen daarover op voorhand afspraken maken. Welke scholen mogen toetreden en onder welke voorwaarden? In onze voorbeeldovereenkomsten vragen wij een unaniem akkoord binnen het CASS om een extra school te laten toetreden. Besturen kunnen er uiteraard ook voor opteren om over deze vraag met een gewone meerderheid te stemmen.
- Algemene afspraken rond functiebeschrijvingen en evaluaties, de aanvangsbegeleiding van personeelsleden die tijdelijk aangesteld zijn voor bepaalde duur en de interne afstemming van het personeelsbeleid binnen de scholengemeenschap
- Binnen een scholengemeenschap bouwen personeelsleden rechten en plichten op die gelden ten aanzien van alle schoolbesturen die ertoe behoren (bijvoorbeeld op het vlak van tijdelijke aanstelling van doorlopende duur, vacantverklaring, vaste benoeming en reaffectatie). In die context is het dan ook erg belangrijk dat de verschillende partners in een scholengemeenschap duidelijke afspraken maken over het wervings-, opvolgings- en benoemingsbeleid dat zij wensen te volgen.
Bovendien kunnen binnen de scholengemeenschap punten en uren samen aangewend worden en kunnen ook uren en lestijden overgedragen worden. Het is dan ook evident dat de schoolbesturen afspraken maken over de aanwerving, taakinvulling en inzetbaarheid van de personeelsleden die zij in die uren of punten willen aanstellen. - De overdracht van lestijden en uren. In principe is de overdracht van lestijden en uren kinderverzorging beperkt tot 3% van het lestijden- respectievelijk urenpakket. Schoolbesturen binnen een scholengemeenschap kunnen die 3% echter overschrijden onder bepaalde voorwaarden. Twee van die voorwaarden zijn dat het OCSG akkoord gaat met de overdracht én dat de overdracht in overeenstemming is met de afspraken die binnen de scholengemeenschap gemaakt zijn. Het is dan ook aan de scholengemeenschap om hierrond duidelijke afspraken te maken. Zie voor meer informatie omzendbrief BAO/2005/09 punt 5.3.
- De overdracht van punten voor het voeren van een zorgbeleid. Het overdragen van punten tussen scholengemeenschappen is in principe niet mogelijk. Een eerste uitzondering kan ingeroepen worden wanneer een school de ene scholengemeenschap verlaat om bij een andere aan te sluiten. In dat geval kan de scholengemeenschap afspreken om de punten zorgbeleid mee over te dragen met de school naar de nieuwe scholengemeenschap.
- De overdracht van punten zorg naar andere scholengemeenschappen voor speciale projecten. Naast de uitzondering hierboven, is er nog een tweede uitzondering die scholengemeenschappen kunnen inroepen voor het overdragen van punten zorg naar andere scholengemeenschappen. Het gaat hier dan over speciale zorgprojecten in scholengemeenschappen die in eenzelfde of een aangrenzende onderwijszone liggen. Zo kan een scholengemeenschap afspreken om een aantal punten zorg over te dragen naar een naburige scholengemeenschap die een speciaal project rond autisme opzet.
- Het delen van infrastructuur. Binnen een scholengemeenschap kunnen scholen infrastructuur ter beschikking stellen van mekaar. We denken bijvoorbeeld aan refters, turnzalen, sportvelden … Over het gedeeld gebruik moet de scholengemeenschap ook afspraken maken.
- De engagementsverklaring ouderbetrokkenheid. De engagementsverklaring maakt deel uit van het schoolreglement. Ze omvat de wederzijdse afspraken tussen de school en de ouders over de oudercontacten, de aanwezigheid van de leerlingen op school en het spijbelbeleid, de vormen van individuele leerlingenbegeleiding en de positieve houding tegenoverhet Nederlands als onderwijstaal.
Voor wat de eerste drie engagementen betreft, kan de scholengemeenschap (het is geen verplichting) afspreken om deze voor alle scholen van de scholengemeenschap gezamenlijk vorm te geven.