29 februari 2024 – Leerlingenvragenlijst bij Vlaamse toetsen

Van planlast naar een politiek zo mogelijk, nog wat gevoeliger thema: de Vlaamse toetsen, die nu wel heel dichtbij komen, en met name daarbij de kwestie van de “begeleidende vragenlijst”. In de media was daarover recent wat te doen:

  • eerst kon je daarover een opiniebijdrage van Goele Cornelissen lezen in De Standaard op 7 februari 2024 (voor abonnees);
  • dan volgde daarop een reactie van het Steunpunt Centrale Toetsen in Onderwijs in De Standaard op 9 februari 2024 (voor abonnees);
  • op 26 februari 2024 schreef De Morgen over het thema, met vermelding van Loes Vandromme en Lieven Boeve;
  • en niet te vergeten: op 25 mei 2023 waren er over die bewuste vragenlijst ten tijde van de kalibratie van de toetsen al vragen om uitleg gesteld in de Onderwijscommissie.

Wat vond minister Weyts van die hele kwestie? De kern van zijn antwoord stond al in dat artikel in De Morgen, maar nu werd nog meer gedetailleerde informatie toegevoegd, vooral ook door zijn partijgenoot Koen Daniëls wat later in de vergadering, maar die “informatie” was van een enigszins andere aard (cf. infra).

Het grootste deel van de informatie van de minister was trouwens publiek beschikbaar, want te lezen in het desbetreffende decreet, besluit van de Vlaamse regering of de omzendbrief over het thema, uitgezonderd weliswaar het feit dat de bovenvermelde Goele Cornelissen niet alleen op de studiedienst van de christelijke onderwijscentrale COC werkt en moeder van drie kinderen is, maar vanuit haar COC-functie ook lid is van de stuurgroep bij het Steunpunt van de Vlaamse toetsen. Minister Weyts zei dat haar opiniebijdrage feitelijke onjuistheden bevatte en voorbarig was. Wat dan volgde, was een herhaling van zijn eerdere verdediging van de Vlaamse toetsen (incl. de begeleidende vragenlijst, want die was net nodig om de resultaten van de leerlingen te kunnen contextualiseren, zoals al in de bovenvermelde reactie van het Steunpunt te lezen was), die een revolutie (nwvr: woorden van de minister) betekenden in het Vlaamse onderwijs. Inzake communicatie daarrond was voldoende gedaan, aldus de minister. De pseudonimisering (niet: anonimisering) van de individuele leerlingresultaten was te situeren in het kader van de latere leerwinstmeting: dat gebeurde allemaal GDPR-proof en slechts twee onderwijsambtenaren hadden inzage in de tabel waarin een persoonlijke code aan een welbepaalde leerling gekoppeld werd. Dat laatste leek mij ook nieuwe informatie. Ten slotte was er nog altijd de al vermelde stuurgroep, waar de begeleidende vragenlijst besproken werd. Kortom, qua checks & balances zat dat allemaal wel goed, nog altijd volgens de minister.

Vragensteller Vandrommes eigen ervaring met de praktische organisatie van de zgn. opt-out-mogelijkheid bij de begeleidende vragenlijst was iets minder positief. Overigens heel snel na het bovenvermelde artikel in De Morgen verscheen in Schooldirect het bericht over de verlenging van de periode waarin scholen leerlingen konden afmelden voor de bewuste vragenlijst. Maar veel belangrijker nog dan die administratieve kwestie leken mij deze drie elementen die Vandromme inbracht als repliek:

  • de vergelijking met de internationale toetsen, waarin soms nog veel verregaandere vragen gesteld werden, ging niet helemaal op wegens de toch wel echt andere betekenis die de verplichte Vlaamse toetsen zouden hebben;
  • het woord leerwinst, dat toch nogal heel makkelijk in het Vlaamse Regeerakkoord opgenomen was en waarover trouwens de onderzoekers zelf intussen heel wat voorzichtiger geworden waren (cf. vorige parlementaire besprekingen), stond zelfs niet eens meer in het decreet over het thema;
  • maar Vandrommes derde punt was heel politiek en dus des te interessanter: kon de minister expliciet garanderen dat hij of wie na hem op zijn stoel zou zitten ouders noch leraren zou culpabiliseren op basis van de Vlaamse toetsen (incl. de begeleidende vragenlijst)?; voor de leraren leek die garantie geen probleem, omdat dat eigenlijk in het decreet zelf stond, maar voor ouders? De lezer herinnert zich ongetwijfeld de diverse keren dat het in de Onderwijscommissie en de plenaire vergadering ging over… ouderlijke verantwoordelijkheid; de minister zei naderhand dat die garantie er sowieso ook was voor de ouders; maar gelet op de politieke actualiteit, -- we zitten in de rechte lijn naar de parlementsverkiezingen en volop in de tijd van De Stemming en andere peilingen… --, lijkt die hele culpabiliseringskwestie, die hier nogal snel kaltgestellt werd, het mij minstens waard om goed opgevolgd te worden.

Politiek was voorts relevant dat interveniënt Hannelore Goeman in dezen helemaal de kant van de minister koos. Interveniënt Johan Danen was dan weer een stuk kritischer, met o.a. ook een verwijzing naar de kritische opmerkingen van de Raad van State en de Vlaamse Toezichtcommissie tijdens het eerdere decreetgevende proces.

Interveniënt Jean-Jacques De Gucht mocht dan wel de vurige spreekstijl van interveniënt Koen Daniëls vóór hem prijzen en zich daarmee ook aan diens kant scharen, interveniënt Koen Daniëls moest wel “serieus” blijven, vond ik. Dit was nu de tweede week op rij dat ik vreemde hersenkronkels moest aanhoren: een week eerder kwamen die van commissievoorzitter Karolien Grosemans, nu van haar partijgenoot Koen Daniëls. Die presteerde het om tijdens zijn betoog een schoolvoorbeeld af te leveren van appelen met citroenen vergelijken (nwvr: in Nederland verkiest men appels met peren te vergelijken, maar dat terzijde): van zijn groot misbaar over de zgn. grote kritiek van de topman van de grootste onderwijskoepel op de vragenlijstkwestie, -- men herleze misschien het best wat Lieven Boeve in De Morgen gezegd had --, verwijtend overgaan naar een burgerschapsvragenlijst (en andere) op de website van diezelfde grootste koepel, die niets maar dan ook niets te maken heeft met het doel en de context van de vragenlijst bij de Vlaamse toetsen, want die een puur pedagogisch-didactisch instrument betreft waarvan leraren naar eigen goeddunken gebruik kunnen maken voor bepaalde lessen, il faut le faire… Begrijpend lezen, -- ik schreef het een week eerder ook al --, is een complexe competentie.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio