Alle ouders willen een goede school voor hun kind. Hun keuzemotieven verschillen. Zo zijn er ouders die bewust kiezen voor een katholieke school. Anderen kiezen voor een school dichtbij of willen een goede voor- en naschoolse opvang en nog anderen vinden het belangrijk dat hun kind samen school kan lopen met de kinderen uit hun vriendenkring.
Sommige ouders hebben ondersteuning nodig bij hun schoolkeuze. Ouders van jonge kinderen krijgen bijvoorbeeld informatie van Kind & Gezin of vanuit het LOP of de gemeente. Ook onderwijs.vlaanderen.be geeft ouders tips voor het kiezen van een school. De socio-economische (SES) en socio-culturele achtergrond van ouders en kinderen kunnen ook deels bepalen hoe ze een schoolkeuze maken. Zo vertrouwen zeker ouders met een lage SES op de basisschool van hun kind voor de keuze van een secundaire school. Het CLB is een partner van ouders en kinderen bij de overgang van basisonderwijs naar secundair onderwijs en bij de overgangen binnen het secundair onderwijs. Op de PRO.-pagina Onderwijsloopbaan gaan we hier dieper op in.

Niet alleen je onderwijsaanbod bepaalt welke ouders voor je school kiezen. Ook je pedagogisch-didactische keuzes, je zorgbeleid/beleid op leerlingenbegeleiding kunnen een grote rol spelen.
Zo kiezen ouders van instappers die het belangrijk vinden dat de instap in de school niet te bruusk gebeurt, bv. doordat hun jonge kind nog een dutje kan doen, bewust voor een school waar dat mogelijk is. Scholen zonder voor- of naschoolse opvang of vakantieopvang zijn niet aantrekkelijk voor een gezin tweeverdieners zonder grootouders in de buurt.

Ouders van leerlingen die naar het secundair gaan, kiezen bv. een secundaire school omdat er een bepaald aanbod is in de bovenbouw, een aanbod dat aansluit bij de talenten van hun kind. Ze vinden het ook belangrijk dat hun kind kan doorstromen in de school. Heeft je school geen B-stroom? Dan trekt ze geen leerlingen aan zonder getuigschrift basisonderwijs.
Elke school heeft een imago dat voor een deel bepaalt welke ouders voor je school willen kiezen. Je imago heeft te maken met tal van elementen. Het gaat over je pedagogisch project, je aanbod maar ook over wat er over je school verteld wordt en over wat jij zelf over je school vertelt.
Als school ben je je best heel bewust van je imago. Heb je als secundaire school het imago een ‘dure’ school te zijn? Dan kiezen ouders die het financieel moeilijker hebben allicht niet voor jouw school.

Verder aan de slag rond je imago?
Als school kan je ook bewust stappen zetten om ouders die je nog niet bereikt binnen de schoolmuren te krijgen. Het is goed om stil te staan bij hoe je communiceert met de buitenwereld en dat via alle beschikbare media. Daarnaast kun je als school ook je aanbod kritisch onder de loep nemen en bijsturen.
Voor jongeren en ouders is het zoeken van een school heel belangrijk. Veel leerlingen en ouders bezoeken meerdere scholen vooraleer ze een keuze maken. Krijgen ouders een goed gevoel als ze je school bezoeken en je externe communicatiekanalen raadplegen? Zorg ervoor dat ouders weten wat je aanbod is en wat ze kunnen verwachten van de aanpak op je school.
Belangrijke momenten kunnen een koekeloeredag, een opendeurdag, een openklasdag, een schoolfeest … zijn. Ouders voelen de sfeer zodra ze jouw school binnenstappen. Het is vaak het allereerste contact met je school. Vooroordelen van ouders over je school kunnen weggewerkt worden of worden op zo’n moment bevestigd.
Ga na hoe jij je school bekend maakt.
Ga na of en op welke manier andere partners je school bekend maken of over je school communiceren. Denk dan onder meer aan de basisscholen van waaruit kinderen naar het secundair instromen, Kind & Gezin, het CLB, het Huis van het Kind, de gemeente, het Lokaal overlegplatform (LOP) of info in bv. de onderwijskiezer en ga hierover indien nodig in overleg.
Wil je er werk van maken om je school bekender te maken? Dan kan je bijvoorbeeld:
Op de website onderwijs.vlaanderen.be vind je alvast enkele praktijkvoorbeelden.

Volgende sites kunnen je inspireren:
Het onthaalgesprek met ouders is het eerste en dus een belangrijk contact. Sommige ouders zijn goed vertrouwd met de onderwijswereld. Anderen zetten eerder aarzelend de stap naar bv. de onthaaldag of nemen de telefoon om een afspraak te maken met het secretariaat of de directeur.
Het is het moment om ouders en leerlingen op hun gemak te stellen en te leren kennen vanuit een verbindende houding. Je kan ook voorzien in een rondleiding, leerlingen aan het werk tonen of voorzien in een hapje of een drankje. Maar welke vorm je ook kiest, je doet er goed aan van het onthaalmoment een ontmoetingsmoment te maken dat verder gaat dan het uitwisselen van louter schoolse informatie. Het stelt bv. ouders van jonge kinderen gerust te weten dat hun kind ook goed verzorgd zal worden. Vraag hen waar hun kind dol op is, waar het blij van wordt, waar het graag mee speelt, of het nog slaapt ’s middags, hoe het eet, of het in de opvang zal blijven ... Dat geldt trouwens ook voor (ouders van) oudere leerlingen. Vraag ook bij hen naar hun interesses en hobby’s, vanwaar hun belangstelling komt voor de school. Een eerste warm contact breekt letterlijk het ijs.
Vertel zeker waar je school voor staat, waar je je als school toe engageert en hoe je graag met de (leerling en) ouders wil samenwerken en wat je van hen verwacht. Vertel bij wie ze terecht kunnen met hun vragen en zorgen.
Voorzie vooral tijd om het gesprek te voeren. Geef ouders rustig de tijd om op je boodschap of vragen te reageren en luister goed naar hun reactie. Wie actief luistert, wil zo goed mogelijk begrijpen wat de andere zegt, denkt en voelt.
Met anderstalige ouders kan je soms niet of moeilijk in het Nederlands communiceren. Ze kunnen een familielid meebrengen, een vriend of een broer of zus die dan als tolk optreedt. Soms gaat het om mensen die op de vlucht zijn, met kinderen die nog nooit naar school gingen. Andere kinderen zijn al gealfabetiseerd, maar dan in een ander schrift. Veel van die leerlingen dragen een zware rugzak.
Sowieso dragen alle ouders een eigen onderwijsverleden mee en eigen opvattingen over wat ‘goed leren’ en een ‘goede school’ is. Zij ervaren jouw boodschap mogelijk op een heel andere manier dan dat jij ze bedoelt. Het is goed om dat in gedachten te hebben. Vooral minder mondige ouders worden best extra gestimuleerd om hun verhaal te doen. Dat kan door concrete vragen te stellen of zelf voorzetten te geven. Het is voor ouders niet altijd gemakkelijk om bijvoorbeeld de thuissituatie of de specifieke onderwijsbehoeften van hun kind te bespreken. Soms hebben ze daar niet de taal(vaardigheid) voor, soms missen ze nog net dat tikkeltje vertrouwen.
Probeer steeds vanuit een open houding samen over de ondersteuningsnoden en -wensen te praten en maak indien nodig een afspraak voor een verder gesprek hierover. Niet alles moet meteen op het onthaalgesprek op tafel worden gelegd. Ouders voelen snel aan of ze als gelijkwaardige partners en ervaringsdeskundige van hun kind ervaren worden.
Onze PRO.-website kan je inspireren:
Een onthaalgesprek kan maar hoeft niet noodzakelijk een inschrijving te zijn. Ouders willen soms alle informatie even laten bezinken. Ouders gaan soms ook al op voorhand eens langs bij scholen die niet meteen inschrijven, maar hun inschrijvingen organiseren via een aanmeldingsprocedure.