Handvatten voor een goed contact

Handelingsgericht

sla link op in klembord

Kopieer

Elk contact met ouders, hoe spontaan ook, is een professioneel contact. Daarom neem je in elk gesprek de uitgangspunten van handelingsgericht werken mee. Ieder gesprek met ouders is doelgericht. De bedoeling van elk gesprek is voor iedere deelnemer duidelijk.

In een gesprek met ouders stemmen we onze aanpak op elkaar af. Ben je je bewust van de wisselwerking tussen de school, de leerling en thuis?

De opvoedings- en onderwijsbehoeften en ondersteuningsnoden van de leerling zijn het onderwerp van gesprek. Samen met de ouders ga je op zoek naar wat de leerling, in deze klas, bij deze leraar nodig heeft. Je erkent de ervaringsdeskundigheid van de ouders.

Betrek het team steeds voor, tijdens of na gesprekken met ouders. De rol van elke leraar is cruciaal in de ontwikkeling van een leerling. Daarom zijn goede communicatie en samenwerking met collega’s onontbeerlijk bij ouderbetrokkenheid.

Het geeft kracht wanneer je een gesprek durft starten vanuit het positieve. Waar liggen de talenten van de leerling? Wanneer loopt het goed thuis? Aandacht voor het positieve biedt kansen tot groei.

De samenwerking met ouders is helder en de doelen zijn duidelijk afgesproken. Hanteer daarom ook steeds een duidelijk stappenplan in je gesprekken. Zo kun je de kwaliteit van je contacten waarborgen.

Referentiekader

sla link op in klembord

Kopieer

Hoe hard je ook probeert om zo professioneel en objectief mogelijk in je relatie met ouders te staan, je kijkt steeds door een gekleurde bril. De bril van je persoonlijk referentiekader. De bril van je waarden en normen. Het is belangrijk om je daar als onderwijsprofessional bewust van te zijn. Je kunt ervoor kiezen om je gedrag daarop af te stemmen. Geconfronteerd met verschil, met een waardepatroon dat erg van het jouwe verschilt, is het soms moeilijk om die bril af te zetten. Wees je in zulke situaties bewust van je eigen emoties en behoeften. Durf die te benoemen en ga ook actief op zoek naar wat de gedachten, gevoelens en behoeften zijn van de ouder met wie je in gesprek bent.

Ouders vinden het belangrijk dat je voor hen de tijd neemt en dat je luistert naar hun opvattingen, gevoelens en vragen. Ze willen door jou bejegend worden als deskundige over hun kind, en dat je hen bij de begeleiding van hun kind betrekt. Ouders waarderen jouw deskundigheid als onderwijsprofessional. Ze waarderen jouw kennis over jongeren opvoeden en onderwijzen.

Meer lezen?

  • Lees in de tekst Bouwen aan een school voor iedereen meer over je professionele identiteit onder punt 1.3: Ik engageer mij voor de katholieke dialoogschool.
  • In het fundament Diversiteit kom je meer te weten over identiteit en kruispuntdenken en ontdek je de drie professionele dimensies van identiteit.
  • In de bouwsteen Kwetsbaarheid en armoede kom je meer te weten over verschillende referentiekaders onder punt 4: Armoede zien.

Verbindend communiceren

sla link op in klembord

Kopieer

Beschrijf concreet gedrag en concrete situaties. Je verduidelijkt het verhaal aan de hand van observaties en materiaal. Dat wordt zo veel mogelijk geobjectiveerd. In het praten met ouders bieden de principes van verbindende communicatie concrete handvatten. Verbindende communicatie focust op vier bouwstenen: observatie, gevoelens, behoeften en verzoek. Daarnaast spelen er drie processen: zelfempathie, verbindende eerlijkheid en empathie. Doorheen onze tips en tricks in de volgende paragrafen herken je de bouwstenen en processen. Voor meer informatie over verbindende communicatie en verbindend schoolklimaat kun je terecht in de bouwsteen Verbindend schoolklimaat.

Luister actief. Geef ouders rustig de tijd om op je boodschap te reageren en luister goed naar hun reactie. Wie actief luistert, wil zo goed mogelijk begrijpen wat de andere zegt, denkt en voelt. De ouders dragen een eigen onderwijsverleden mee en eigen opvattingen over wat ‘goed leren’ en een ‘goede school’ is. Zij ervaren de boodschap mogelijk op een heel andere manier. Vooral minder mondige ouders moeten extra gestimuleerd worden om hun verhaal te doen. Dat kan door concrete vragen te stellen of zelf voorzetten te geven. Actief luisteren betekent niet dat de leraar akkoord gaat met de ouders. Bij meningsverschillen is het zo mogelijk nog belangrijker om te weten wat het standpunt van de ouders is.

Communiceren vanaf de verhoogde zorg

sla link op in klembord

Kopieer

In de doorsnee gesprekken tussen school en ouders heben we aandacht voor ‘Het gemeenschappelijk belang van school en ouders’ en ‘Denken we met elkaar mee, zonder op elkaars stoel te gaan zitten’.

Gaat de vraag of beslissing over het onderwijs/de school, dan heeft het schoolteam in principe de regie. Gaat deze over de opvoeding/thuis/buitenshuis, dan hebben de ouders in principe de regie. In alle gevallen staat het belang en het geluk van het kind centraal en erkennen we de professionele- en ervaringsdeskundigheid van zowel de ouders als de school.

In sommige situaties is er iets meer nodig om met elkaar in gesprek te gaan. We denken aan specifieke onderwijsnoden, complexe thuissituaties, andere thuistaal … Weet dat dergelijke gesprekken je uit je comfortzone kunnen halen en een open mindset vragen. Ga hierrond in gesprek met je team en blijf handelen vanuit je professionele houding. Respecteer door tijd en ruimte te geven het proces dat ouders en leerling soms lopen.

We overlopen acht aandachtspunten die hierbij ondersteunend kunnen zijn.

  1. Expliciteer de doelen: verduidelijk aan elkaar wat het doel is van het gesprek. Toets af of je het daar over eens bent. Het kan gaan over brainstormen, nieuwe informatie delen, zorgen bespreken, ondersteuningsnoden formuleren …
  2. De leerling is een actieve betrokkene in dit gebeuren: zijn stem wordt waar mogelijk meegenomen. Denk aan voorwaarden om dit mogelijk te maken, bijvoorbeeld een ondersteuner die dit samen met de leerling voorbereidt, een medeleerling die de leerling ondersteunt …
  3. Vertrek vanuit het positieve: soms is dit een uitdaging om het positieve te zien, zeker wanneer er het om uitdagend gedrag gaat. Schakel een andere partner in om mee te observeren en beluister de ouders wanneer het wel goed gaat.
  4. Respecteer en vertrouw elkaars deskundigheid: het gedrag van een kind kan bijvoorbeeld op school anders zijn dan thuis en omgekeerd. Voer hierover geen zinloze welles-nietesdiscussie, overtuig elkaar niet van je gelijk maar ga op zoek naar wat je van elkaar kunt leren. Respecteer de keuze die ouders maken ook al is het niet jouw keuze.
  5. Brainstormen met de verschillende partners: zorg eerst voor overzicht (de situatie in kaart brengen) om inzicht te krijgen om vandaaruit tot doelen en oplossingen te komen (uitzicht). Bij dergelijke trajecten speelt het netwerk van de leerling een belangrijke rol. We denken bijvoorbeeld aan revalidatie, medeleerlingen , vrijwilligers, vertalers … Waar nodig of wenselijk kan een community of practice (COP) opgericht worden. Het is een groep mensen die op regelmatige basis met elkaar in overleg gaan over het dagdagelijkse reilen en zeilen van het onderwijstraject van de leerling.
  6. Wie heeft wat nodig? Wanneer het doel helder is, ga je op zoek naar de ondersteuningsnoden van de verschillende partners zoals leerling, ouders, leerkracht, schoolteam … Wat hebben zij nodig om te kunnen bijdragen aan het gestelde doel? We gaan van wenselijk naar haalbaar en denken met elkaar mee zonder op elkaars stoel te zitten.
  7. Een route biedt houvast. We vertrekken van de basis, goed onderwijs voor alle leerlingen. Voor sommige kinderen bieden we extra interne ondersteuning aan. Voor enkele leerlingen is externe ondersteuning nodig om het leren en participeren binnen de klasgroep te garanderen.
  8. Noteer de afspraken. Afspraken op korte en lange termijn zijn een belangrijk hulpmiddel. Dit zorgt voor onnodige misverstanden.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio