Hier vind je het dashboard voor het leerplan Filosofie 3de graad, een Powerpoint die je wegwijs maakt in het leerplan en een hulpmiddel met toelichting om een leerlijn op te stellen van de 2de naar de 3de graad.
Het dashboard geeft je een overzicht van de leerplandoelen, de relevante handelingswerkwoorden uit het glossarium en de belangrijkste aandachtspunten.
Deze ingesproken PowerPoint gidst je doorheen het leerplan: wat vind je terug in het leerplan, welke soorten leerplandoelen zijn er...?
Hieronder vind je een overzicht van de leerplandoelstellingen Filosofie van de 2de en 3de graad, zodat je makkelijker een leerlijn tussen de 2 graden en de 4 leerjaren kan opstellen. We hebben in het hulpmiddel de doelen van de 2de graad Filosofie centraal tussen de doelen van de 3de graad Uitgebreide Filosofie (HW) en Filosofie (WW) gelegd. De legende bovenaan helpt bij het lezen van het document. We vertrekken hieronder voor de toelichting steeds van het leerplandoel zoals het in het leerplan voor de 2de graad staat.
4.1) Filosofische vaardigheden
LPD 1+ De leerlingen stellen filosofische vragen aan de hand van een aangebracht thema.
Het leerplandoel komt ook aan bod in beide leerplannen van de derde graad, maar vraagt daar om een zelfstandigere aanpak op regelmatige basis.
LPD 2+ De leerlingen bieden argumenten voor en tegen een filosofische positie vanuit een aangebracht thema.
In de 2de graad gaat het om verkenning van de geldigheid van een redenering en de ontwikkeling van de vaardigheid om (eigen) standpunten correct te beargumenteren, eventueel in een filosofisch gesprek. In de 3de graad Uitgebreide Filosofie (LPD 3) evolueert dit naar de vaardigheid om mondeling én schriftelijk te argumenteren over een filosofisch thema met inachtneming van inzichten uit de argumentatieleer (geldigheid van een redenering, drogredenen en valkuilen van het denken). In de 3de graad Filosofie (LPD 3) wordt niet gestipuleerd dat dit zowel mondeling als schriftelijk moet gebeuren.
LPD 3+ De leerlingen analyseren toegankelijke filosofische teksten gerelateerd aan een aangebracht thema.
Het gaat hier in de eerste plaats om zowel primaire als secundaire geschreven teksten. Gesproken teksten kunnen ook aan bod komen. In de 2de graad wordt verwacht dat de leerlingen de teksten analyseren, dat betekent dat ze de argumentatieve opbouw van de tekst kunnen herkennen en kunnen besluiten welke ideeën de tekst bijdraagt aan een bepaald filosofisch thema. In de 3de graad Uitgebreide Filosofie en Filosofie (LPD 2) interpreteren de leerlingen de teksten, dat wil zeggen dat ze een kritische lectuur van de tekst ontwikkelen met aandacht voor de historische en filosofische context en de vooronderstellingen, de argumentatie en de conclusie van de tekst. Gaandeweg groeien de geziene teksten naar een hoger complexiteitsniveau en gebeurt de lectuur steeds meer zelfstandig.
LPD 4+ De leerlingen reflecteren over aangebrachte thema’s rekening houdend met de geschiedenis van de filosofie.
In de 2de graad maken de leerlingen via de aangebrachte thema’s kennis met denkers van vroeger en nu. Zo krijgen ze oog voor de historische context waarin een filosofisch concept ontstaat en reflecteren ze kritisch over de ideeën van de besproken filosofen. In de 3de graad Uitgebreide Filosofie en Filosofie (LPD 4+) reflecteren de leerlingen over tegengestelde posities van verschillende filosofen doorheen de geschiedenis over een aangereikt thema met aandacht voor de manier waarop een filosofisch thema zich ontwikkeld heeft.
4.2) Filosofische domeinen
4.2.1) Kenleer en wetenschapsfilosofie
LPD 5 De leerlingen lichten de eigenheid van filosofisch denken en filosofie toe.
In de tweede graad maken leerlingen kennis met de veelzijdige definitie van filosofie. Daarbij is er zowel een historische als een thematische benadering mogelijk. In de 3de graad Uitgebreide Filosofie (LPD 13) en Filosofie (LPD 12) leggen leerlingen op zelfstandigere wijze de verschillende verbanden tussen filosofie en andere wetenschappen.
LPD 6+ De leerlingen reflecteren over de vraag naar waarheid en kennis.
In de tweede graad blijft het leerplan wat waarheid en kennis betreft dicht bij de leefwereld van de leerlingen: waarheid en leugen, verschillende houdingen t.o.v. de waarheid in de actualiteit… In het leerplan Uitgebreide Filosofie (LPD 14) wordt dit behandeld vanuit het rationalisme en het empirisme en in het leerplan Filosofie (LPD 13) wordt nog meer het verband gelegd met wetenschapsfilosofie via de concepten inductie en deductie.
In de 2de graad is de beschouwing van de wetenschappen gericht op het onderscheid met Filosofie; in de 3de graad reflecteren de leerlingen over de fundamentele verschillen tussen filosofie, natuur- en menswetenschappen en over de demarcatie van wetenschap en de rol van falsificatie daarin (leerplandoelen 13 en 15 in het leerplan Uitgebreide Filosofie en leerplandoelen 12 en 14 in het leerplan Filosofie). Zij verwerven daarbij een basiskennis van concepten zoals pseudowetenschap, observatie, experiment, hypothese, paradigma en theorie.
4.2.2) Wijsgerige antropologie
LPD 7 De leerlingen reflecteren over de mens vanuit de wijsgerige antropologie: geest en lichaam.
In de 2de graad reflecteren de leerlingen in de eerste plaats over de betekenis van verschillende mogelijke verhoudingen tussen geest en lichaam voor het menszijn. In de 3de graad krijgen deze concepten een complexere invulling en worden zij gekaderd binnen filosofische stromingen en geproblematiseerd m.b.t. identiteit, het zelf, de menselijke natuur… (LPD 5 Uitgebreide Filosofie en Filosofie).
In de 2de graad dient men minstens 2 van de begrippenparen mechanisch – organisch; vrij - door omstandigheden bepaald; emotioneel – rationeel; sociaal – individualistisch; natuurwezen – cultuurwezen; passief, ontvangend – actief, creërend; sekse en gender; normaal – abnormaal te behandelen. Deze keuze kan zinvol gemaakt worden met het oog op uitdieping in de 3de graad, waar de reflectie over het menszijn bijvoorbeeld nadrukkelijk uitgebreid wordt naar vrijheid, determinisme, cultuur en natuur. In leerplandoel 6 Uitgebreide Filosofie en Filosofie reflecteren de leerlingen over verschillende invullingen van de concepten vrijheid en determinisme en in leerplandoel 7 in dezelfde leerplannen wordt gereflecteerd over de verschillende mogelijke verhoudingen tussen cultuur en natuur.
LPD K1 De leerlingen reflecteren vanuit filosofische mensvisies over de wederzijdse beïnvloeding van individu en maatschappij.
Dit keuzedoel kan de leerlingen Humane Wetenschappen voorbereiden op leerplandoel 16 Uitgebreide Filosofie, waar de leerlingen reflecteren over de mogelijke verhoudingen tussen individu en gemeenschap vanuit verschillende politiek-filosofische visies met aandacht voor de concepten individu, gemeenschap, vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid en op leerplandoel 17 Uitgebreide Filosofie, waar de leerlingen vanuit verschillende politiek-filosofische visies reflecteren over macht, legitimiteit van de overheid en democratie. Je kan als vakgroep hier zowel tussen de 2de en de 3de graad als binnen de 3de graad een leerlijn in aanbrengen door de keuzes voor invalshoeken en de te behandelen politiek-filosofische visies op elkaar af te stemmen.
Voor de leerlingen Welzijnswetenschappen kan dit keuzedoel een voorbereiding vormen op leerplandoel 11 Filosofie. De leerlingen reflecteren hier over verschillende filosofische visies op rechtvaardig samenleven met oog op de concepten rechtvaardigheid, herverdeling, gelijkheid en vrijheid. Hier kan je als vakgroep een leerlijn tussen 2de en 3de graad afspreken.
4.2.3) Ethiek
LPD 8 + De leerlingen tonen inzicht in volgende centrale begrippen in de moraalfilosofie: waarden en normen, goed en kwaad, vrijheid en verantwoordelijkheid.
In de 2de graad gaat het erom dat de leerlingen deze moraalfilosofische concepten aantoonbaar begrijpen. Je kan leerlingen over met deze concepten kennis laten maken m.b.v. morele vraagstukken. In de 3de graad wordt het inzicht in deze concepten uitgediept vanuit verschillende filosofische visies en teksten tot de leerlingen komen tot het reflectieniveau. Voor Uitgebreide Filosofie (leerplandoel 8) gaat het om de concepten vrijheid en verantwoordelijkheid, is-ought, universalisme en relativisme. Voor Filosofie (leerplandoel 8) gaat het om vrijheid en verantwoordelijkheid, is-ought. De vakgroep kan rond deze concepten een leerlijn uitzetten van de 2de naar de 3de graad.
LPD 9 De leerlingen reflecteren over ethische vraagstukken: plichtethiek en gevolgenethiek.
Plichtethiek en gevolgenethiek dienen in de 2de graad aan bod te komen: de toepassing van beide kaders op morele vraagstukken, maatschappelijke problemen en gedachte-experimenten en een kritische reflectie op de argumentatie van de betrokken filosofen. In de 3de graad Uitgebreide Filosofie en Filosofie (leerplandoel 10) wordt dit uitgebreid met deugdethiek en zorgethiek. De leerlingen reflecteren dan over de onderlinge verbanden en verschillen tussen de 4 stromingen in functie van het goede handelen. De vakgroep kan afspraken maken rond de gerichtheid van dit leerplandoel en de opbouw van kennis over plichtethiek en gevolgenethiek.
LPD 10 + De leerlingen reflecteren over de vraag naar een gelukkig en zinvol leven vanuit filosofische benaderingen.
Dit leerplandoel kent een voortzetting in leerplandoel 9 in de leerplannen Uitgebreide Filosofie en Filosofie. De vakgroep kan afspraken maken over de te bespreken thema’s en visies.
LPD K2 De leerlingen reflecteren over de toekomst van de maatschappij en de wereld vanuit filosofische benaderingen.
Dit keuzedoel kan o.a. ecofilosofisch, techniekfilosofisch of politiek-filosofisch ingevuld worden. De vakgroep kan deze invulling afstemmen op leerplandoel 7 Uitgebreide Filosofie en Filosofie als het om ecofilosofie gaat, op leerplandoel 15 Uitgebreide Filosofie en leerplandoel 14 Filosofie als het om techniekfilosofie gaat en op leerplandoel 16 Uitgebreide Filosofie en leerplandoel 11 Filosofie als het om politieke filosofie gaat.
Opmerkingen