Puzzelen

De leerlingen verzamelen samen zo veel mogelijk elementen over het voorbije arrangement. Zo leggen ze samen de ‘puzzel’ van deze les en maken ze hun eigen samenvatting.

De doelen

sla link op in klembord

Kopieer

De gekozen doelen kunnen uitgebreid worden met doelen van andere ontwikkelvelden, bijvoorbeeld ontwikkeling van oriëntatie op de wereld, ontwikkeling van wiskundig denken, taalontwikkeling …

Puzzelen

sla link op in klembord

Kopieer

Je kondigt aan dat de leerlingen de laatste vijf minuten van het arrangement alle (denkbeeldige) ‘puzzelstukken’ van dit arrangement gaan verzamelen. Ze krijgen één minuut om na te denken wat ze geleerd hebben. Indien nodig noteren de leerlingen enkele staakwoorden. Daarna gaan alle leerlingen rechtstaan.

Je duidt willekeurig een leerling aan (bijvoorbeeld door het noemen van het klasnummer). Deze leerling vertelt de andere leerlingen één element dat hij geleerd heeft. Nadien noemt deze leerling een willekeurig klasnummer of duidt een leerling aan die hetzelfde doet. Leerlingen die aan de beurt geweest zijn, gaan zitten. Je noteert op een flap of op het bord en neemt er nadien eventueel een foto van om te delen met alle leerlingen.

De leerlingen herhalen niet wat eerder al gezegd werd. Als ze geen extra elementen kunnen benoemen, geven ze hun beurt door naar een volgende leerling.

Je vraagt aan de leerlingen of ze denken dat de puzzel van dit arrangement volledig is.
"Heeft iemand nog een ontbrekend puzzelstuk? Vind je dat de puzzel volledig is of kun je nog iets belangrijk toevoegen?"

Varianten

sla link op in klembord

Kopieer

  • De leerlingen stellen een top tien samen van de tien belangrijkste highlights die ze tijdens de les leerden.
  • Eén tegen allen, allen tegen één: je daagt de leerlingen uit om zoveel mogelijk (bijvoorbeeld minstens 20) elementen te benoemen die ze geleerd hebben in de les. De leerlingen werken samen en gaan in competitie met de leraar.
  • De leerlingen vormen groepjes. elk groepje noteert zoveel mogelijk elementen die ze geleerd hebben. De ene groep daagt de andere groep uit (bijvoorbeeld: wij kunnen minstens tien elementen benoemen). Het groepje dat denkt nog meer elementen te kunnen benoemen gaat de uitdaging aan en benoemt de elementen.
  • De leerlingen staan in een kring. Ze benoemen beurt om beurt (met de wijzers van de klok) een element dat ze geleerd hebben in de les. Een leerling die niets meer weet, verliest en stapt uit de kring. De leerling(en) die het langst nieuwe elementen kunnen blijven benoemen, is de winnaar.

Over deze databank

De evaluatiebox biedt een veelheid aan verschillende evaluatie-instrumenten aan waaruit jij en je collega's kunnen kiezen. Daarbij kun je uitgaan van een bepaald ontwikkelveld, -thema of specifieke doelen. Je kunt ook een keuze maken op basis van een bepaalde referentieperiode. De evaluatiebox bevat ook gevalideerde, leergebiedgebonden toetsen. Dit om tegemoet te komen aan de decretale verplichting om op het einde van het gewoon basisonderwijs minstens drie leergebieden te toetsen met het oog op interne kwaliteitsontwikkeling. Gebruik de filters om gerichter te zoeken.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio