De leerlingen geven via een wasspeld op het verkeerslicht aan of het doel van een les al dan niet behaald is.
Bij het ZILL-doel hierboven selecteer je ook de doelen die je binnen de les in de focus wil zetten.
Zie ook de voorbeelden bij "voorbereiding".
Bij de start van een les geef je mee aan welk(e) doel(en) zal gewerkt worden (doelen in de ficus van het geplande arrangement). Ook de verwachtingen worden (waar nodig) geformuleerd.
Bijvoorbeeld:
De leerlingen hangen na de les (en/of toets) een wasspeld met hun naam op een (kartonnen) verkeerslicht:
Nadat alle wasspelden op het verkeerslicht gehangen zijn, evalueer je voor jezelf de les en de leerlingen.
Bijvoorbeeld:
Op regelmatige basis evalueert de leraar het verkeerslicht ook samen met de leerlingen:
De leraar hangt vooraan in de klas de poster 'Laat je duim zien'. Na de les vraagt hij de leerlingen in welke mate ze de aangebrachte leerstof beheersen. De leerlingen tonen een duim die naar boven, naar beneden, of naar het midden wijst. Het is een snelle manier om te evalueren of de leerlingen al dan niet de les begrepen hebben.
Je legt op elke bank een levelkaart en laat iedere leerling met gom, slijper of een pion aanduiden hoe hij zichzelf omschrijft: als beginner, doorgroeier, gevorderderde of expert.
https://www.klasse.be/146856/zelfevaluatie-leerlingen-levelkaartjes/
Met de Expertis Evaluatiekaart worden suggesties aangereikt om de lesafsluiting effectief en inspirerend invulling te geven. De leraar kiest één of twee punten en benoemt deze bij aanvang van de les.
Tijdens de lesafsluiting laat de leraar alle leerlingen hierover nadenken en laat hij (al dan niet) willekeurig enkele leerlingen over de vooraf gekozen punten iets zeggen.
https://expertis.nl/kennisbank/evaluatiekaart/
Elke leerling heeft een wasspeld. Deze mogen ze tijdens of na het arrangement op een bepaalde plek op hun lichaam/kleding hangen. Hoe hoger ze de wasspeld hangen, hoe beter ze de activiteit begrepen en vice versa. Gedurende het arrangement mogen de kinderen de wasspeld zoveel verplaatsen als ze willen. Zo kun je onmiddellijk inzetten op tutoring, zonder het einde van de les te moeten afwachten.
Op bord staat een notenbalk getekend. Elke leerling krijgt een muzieknoot. Na het arrangement hangen de leerlingen hun muzieknoot achter elkaar op de notenbalk. Hoe hoger de muzieknoot gekleefd wordt, hoe beter de doelen bereikt zijn. De leerlingen kunnen verwoorden waarom ze een muzieknoot op een bepaalde hoogte hebben gehangen.
De leerlingen hangen hun naam (of wasspeld) op de thermometer. Hoe hoger op de thermometer, hoe beter de doelen zijn bereikt.