Je verwachtingen, gedragingen en opvattingen zijn niet zomaar ontstaan. Ze zijn mee ingegeven door diepgewortelde, historisch gegroeide, opvattingen en waarden. De manier waarop je op school verschil waardeert, hangt niet alleen samen met je persoonlijke waarden, maar ook met de waarden die je verbindt met je professioneel handelen en met de waarden die je school uitdraagt. Katholiek Onderwijs Vlaanderen vertaalde dit in acht wegwijzers voor de katholieke dialoogschool.
De wegwijzers van de katholieke dialoogschool kunnen je inspireren om samen op zoek te gaan hoe je zorg en gelijke kansen in diversiteit kwaliteitsvol en schooleigen kan laten groeien. Zij zetten je op weg om verschil te waarderen en wat dat betekent voor de dialoog die een antwoord moet bieden op de uitdagingen, vragen en conflicten die je weg kruisen.
Verschil waarderen betekent appreciëren of op prijs stellen. Maar ook inschatten of evalueren. Er zijn sleutelcompetenties om dat op een correcte manier te doen.
We overlopen kort zes sleutelcompetentie om verschil te kunnen waarderen.
Een basisvoorwaarde is dat je verschil én de complexiteit ervan erkent en aanvaardt. Het is evident dat verschillende belangen, culturen of leefstijlen wel eens botsen en de nodige emoties teweegbrengen. Maar ook dat accepteer je
Samenleven in diversiteit veronderstelt ontmoeting, in de breedste zin. Maar die ontmoeting komt er niet vanzelf. Essentieel is dat je voldoende ruimte laat voor communicatie en dialoog, en vooral voor interactie. Je school biedt daarvoor een erg belangrijke ruimte: door samen dingen te doen (spelen, leren, werken, projecten opzetten, op uitstap gaan …) kom je van elkaar veel te weten en leer je elkaar beter kennen. En dat geeft je dan weer de kans om de verschillen te ontdekken, te benoemen, te bevragen en te expliciteren. We moffelen verschil niet weg in een kleurloze school, integendeel
Verschil moet als dusdanig erkend worden en zeker niet ontkend of geminimaliseerd. Het is pas vanuit de kennis van de verschillende referentiekaders dat je de andere kunt begrijpen, erkennen en waarderen. Op zich is dat zeker niet iets wat gemakkelijk is of vanzelfsprekend. Verschillen en de gedragingen die daaruit voortvloeien, hebben immers te maken met dingen die niet direct verklaarbaar zijn. In die zin mag je emoties en conflicten als natuurlijk ervaren.
Het zoeken naar wat ons bindt is even belangrijk als het toelaten van verschil. Als je ervan uitgaat dat álle leerlingen met optimale kansen moeten kunnen deelnemen aan het onderwijs, dan is het vinden van gemeenschappelijkheid essentieel. Openheid, ontmoeting en dialoog laten je toe te ontdekken wat ons bindt, maar ook om die gemeenschappelijkheid te verwoorden en te expliciteren (zie ook in het fundament Verbindend schoolklimaat).
School maken doen we samen, in onderlinge afhankelijkheid en gedeelde verantwoordelijkheid, voortdurend op zoek naar een maximale consensus. Een onderhandeld kader is dan ook een belangrijke bevorderende factor voor het vinden van een gemeenschappelijke sokkel. Die sokkel is dan voor iedereen herkenbaar omdat hij gebaseerd is op geëxpliciteerde waarden en normen die in voldoende mate gedeeld zijn en tegelijk de verschillen een herkenbare plaats geeft.
Grenzen die maatschappelijk opgelegd zijn, hebben doorgaans een grote draagkracht (bijvoorbeeld onze wetten, decreten, eindtermen). Daar valt niet over te discussiëren. Zij vormen het maatschappelijk referentiekader waarin je school functioneert.
Je school legt zichzelf ook grenzen op die aangegeven zijn door teksten met een brede draagkracht (pedagogisch project, interne leefregels, afspraken, procedures). Op hun beurt vormen deze teksten het eigen referentiekader van de school. Het is dan ook logisch dat die grenzen expliciet benoemd worden. Maar vooral, het telkens opnieuw duiden van dergelijke grenzen is van wezenlijk belang voor de acceptatie ervan. Ten slotte mag je niet vergeten dat referentiekaders nooit definitief zijn, maar aanpasbaar en veranderbaar in functie van de wijzigende realiteit.
Het kunnen waarderen van verschil heeft in wezen te maken met (zelf)reflectie, met je capaciteit om jezelf te kennen en de ander te willen leren kennen (Van den Bergh, 15de jaargang, nr. 4). Zo kun je succesvol voldoen aan de zes gestelde sleutelcompetenties.
Je weet dat je niet immuun bent voor een aantal vooroordelen door open te staan voor verschillen tussen leerlingen. En je beseft dat je eigen gedrag een impact heeft op je leerlingen en dat je zo hun ontwikkeling beïnvloedt. In je persoonlijke, professionele ontwikkeling houd je daarmee rekening (Smeets et al, 2015).
Die houding vereist een ‘inclusieve’ kijk op het waarderen van diversiteit. Diversiteit omvat namelijk iedereen. Het gaat over diversiteit binnen een gemeenschappelijk mens-zijn, over zichtbare én onzichtbare verschillen en gelijkenissen tussen mensen. Anders gezegd, diversiteit gaat niet alleen over diegene die afwijkt van een zogezegd ‘normaal’. Want wat is ‘normaal’? Je verbindt diversiteit dus niet met anders-zijn, met zij die niet zijn zoals wij. Divers en uniek zijn wij allemaal (Anscow Mel en Booth Tony, 2015).
De grondhouding, die inzet op dialoog, is verbindend. Zij helpt je diversiteit te ervaren als een kracht die er mee voor zorgt dat je school een oefenplaats is voor het samenleven in een wereld gekenmerkt door verschil.
Schoolbeleid doet ertoe! Een geslaagd diversiteitsbeleid heeft aandacht voor de zorg voor de individuele leerling en erkent tegelijkertijd structurele ongelijkheid tussen leerlingen. Die aanpak zorgt ervoor dat je leerlingen zich begrepen voelen. Bovendien zorg je er zo voor dat vooroordelen benoemd kunnen worden. Moeilijkheden horen erbij en kun je aanpakken. Verschillen waarderen en als uitgangspunt nemen, verkleint de kloof (Celeste, L., et al).
De proef op de som van een geslaagd diversiteitsbeleid is onderstaande veiligheidspiramide. Wanneer de wegwijzers van de katholieke dialoogschool goed ingezet worden, voelt iedereen - leerlingen, personeel, ouders - zich veilig op school. Dat gevoel van veiligheid en geborgenheid is nodig om erbij te horen, om eigenaarschap op te nemen. Dan pas kun je je meerwaarde inzetten om tenslotte ten volle jezelf te zijn, anders dan anderen.
Reflectievragen