Uit de “politieke” bespreking haal ik nog deze elementen:- zoals Bieke De Fraine zei, alles aan de toetsen is gestandaardiseerd, behalve… de naam: centrale toetsen, Vlaamse toetsen (of nog in een vroeger stadium: GGG-toetsen) worden door elkaar gebruikt; feit is natuurlijk wel dat decretaal alleen “Vlaamse toetsen” bestaan; en iets in mij zegt dat bijvoorbeeld minister Weyts die naamgeving sowieso verkiest, maar eigenlijk zijn er nog veel belangrijkere zaken in het geding…;
- een interessante inhoudelijke (niet-politieke) ‘discussie’ tussen Koen Daniëls en Elisabeth Meuleman vond ik hun woordenwisseling over de zgn. teaching to the test; Meuleman vond Daniëls’ redenering ter zake een creatieve interpretatie, maar dat vond ik allerminst: Daniëls had namelijk gewoon gelijk met zijn “Elke normale leraar teaches to the (her/his) test”, wat zijn leerstof in een concrete klasgroep betreft, … inderdaad; maar dat is tegelijk ook maar één kant van de zaak en ook Meuleman had dus gelijk, waar ze de verenging van het curriculum bedoelde met gestandaardiseerde tests die alleen over Nederlands en wiskunde gaan, … ook inderdaad; Daniëls denkt dat dan weer te pareren met een uitbreiding van de standaardtoetsen naar andere ‘leergebieden’; ten dele wel, maar ik blijf pleiten voor een combinatie van standaardtoetsen én eigen toetsen, zoals ik over het verschil tussen beide soorten toetsen al schreef op 1 april 2021 (laatste alinea van het commentaar toen). Nee, géén aprilgrap;
- opnieuw kwam hier het probleem ter sprake van het gebrek aan eindtermen/minimumdoelen aan het eind van het vierde leerjaar lager onderwijs: daar zou niet gewerkt worden met een “cesuur”, maar met verschillende vaardigheidsniveaus, en wel op grond van de grootste gemene deler van de curricula in vierde leerjaren;
- een ander bekend probleem, namelijk dat van de niet-standaardschoolloopbanen van bepaalde leerlingen, daarover was onderzoek bezig;
- over wat au fond eigenlijk echt nieuw zou zijn in de Vlaamse toetsen, namelijk de leerwinstmeting (N.B. Mag ik de lezer trouwens herinneren aan de grote voorzichtigheid bij de toetsexperten zelf daarover in het verleden?), was de reactie van het panel nu héél kort: daarover kon in het kader van de gevoerde kalibratie niets gezegd worden en daarvoor was het wachten op de data van het zesde leerjaar; bepaalde toetsitems van het zesde leerjaar kwamen ook al wel aan bod in het vierde leerjaar; afwachten dus nog;
- idem over de monitoring van het gebruik van hulpmiddelen tijdens de toetsen: het onderzoek daarover liep;
- mijn wenkbrauwen gingen pas echt omhoog toen ik Carolien Frijns’ antwoord hoorde op een vraag van Loes Vandromme over het toetsen van schrijfvaardigheid, waarover ik ook al eerder mijn twijfels beschreven heb: ook tot het zgn. hangende “onderzoekspad” behoorde het trainen van een ‘model’ ter zake, op grond van bevindingen van menselijke beoordelaars van schrijfopdrachten; Frijns somde enkele terechte maar erg complexe criteria op die men redelijkerwijs voor zo’n schrijfopdracht kan bedenken, maar ik ben uiterst benieuwd naar de trainingsresultaten van dat model;
- maar dat was allemaal geen beletsel voor Koen Daniëls, die blijkens de gretigheid van scholen om betrokken te zijn bij dit verhaal haast euforisch werd over het draagvlak ten velde (en over de latere toetsresultaten ook nog: “Intellectuele doping voor leraren en pedagogische begeleiding…”; met “doping” is het altijd wel opletten geblazen, toch?) en dus iedereen in de Onderwijscommissie (en wellicht bij uitbreiding, gewoon iedereen) opriep om deze zaak te ondersteunen en niet te problematiseren; bepaalde andere politici van de oppositie, maar ook van de meerderheid leken mij nog altijd iets minder optimistisch;
- tot slot, de prijs voor de leukste interventie ging naar Loes Vandromme: zij stelde voor dat ook de onderwijscommissarissen zelf de Vlaamse toetsen zouden afleggen, zeg maar… die van het zesde leerjaar lager onderwijs; de aanwezige man van het Departement Onderwijs en Vorming was de unieke LeerID’s (om toegang te krijgen tot het toetsplatform) al aan het aanmaken, voilà.