Aangezien elke leraar tijdens zijn lessen rekening houdt met de leeftijd van de leerlingen, is het nodig dat ook de leerlingenparticipatie hierbij stilstaat. Leerlingen van verschillende leeftijden hebben verschillende interesses en vaardigheden en vragen een andere begeleiding. Algemeen stellen we dat leerlingen ook moeten ‘leren’ participeren.
Deze extra aandacht is in de eerste plaats een taak voor de begeleidende leraar:
Betekent dit dat de leerlingen van de eerste graad ook best een aparte leerlingenraad hebben? Er zijn zowel argumenten voor als tegen.
Een aparte leerlingenraad heeft als voordeel een hogere betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de leerlingen. Als blijkt dat de leerlingen van de eerste graad duidelijk andere interesses hebben dan de leerlingen van de hogere graden, biedt een aparte leerlingenraad uiteraard meer mogelijkheden voor een eigen invulling wat betreft de thema’s en de wijze waarop de leerlingen participeren. Algemeen gesteld zullen leerlingen van de eerste graad eerder een voorkeur hebben voor erg concrete thema’s.
Het nadeel van een aparte leerlingenraad is dat hij als het kleine broertje kan worden gezien en dat de leerlingen door het gebrek aan interactie met oudere leerlingen ook niet van hun kennis en expertise kunnen profiteren.
Afhankelijk van de grootte van de school kan een tussenvorm overwogen worden, waarbij een overkoepelende leerlingenraad ook ruimte laat voor initiatieven waarbij enkel leerlingen van de eerste graad betrokken zijn. Een andere mogelijkheid is om in een aparte leerlingenraad de rollen van voorzitter en secretaris toe te wijzen aan leerlingen van de hogere leerjaren. Zij maken bij voorkeur ook deel uit van de leerlingenraad van de tweede en/of derde graad zodat er nog makkelijk gezamenlijk projecten kunnen opgestart worden.