Na een aantal instructie- en oefensessies volgt een evaluatie van de motorische vaardigheden. De evaluatie gebeurt door peerobservatie waarbij de leerlingen elkaar per twee beoordelen. Daarnaast kun je dit moment ook gebruiken om de leerlingen te observeren en enkele andere persoonsgebonden vaardigheden te evalueren.
- SErv4Bewust sociale rollen opnemen die zowel het individueel als het groepsbelang ten goede komen in diverse situaties en contextendetail
- Zich present stellen
- Leiding geven
- IVzv2Op een efficiënte manier informatie en leerervaringen opnemen, verwerken, weergeven (delen) en deze onthouden en inzetten bij nieuwe ervaringen en in complexere situaties
- IVzv5Op een constructieve manier met feedback omgaan
- IVoc4Alleen en met anderen kritisch reflecteren op ervaringen en bevindingen en daaruit leren
- MZgm10Vlot springen en landendetail
- Touwtje springen
Na een aantal instructie- en oefensessies volgt een evaluatie van motorische vaardigheden.
De leerlingen krijgen tien opdrachten die ze één voor één moeten uitvoeren, van tien naar één. Bij de laatste opdracht zullen ze de opdrachten met elkaar moeten combineren. De oefeningen gaan van gemakkelijk naar moeilijk en verminderen in aantal. Opdracht één wordt tien keer uitgevoerd, opdracht twee negen keer enzovoort.
Je verdeelt de leerlingen zelf in duo's. Afhankelijk van de focus van zijn observatie, zet je een sterke leerling met een zwakke leerling samen, zodat de ene leerling 'leraar' kan zijn voor de andere. Het is ook mogelijk om twee leerlingen met ongeveer hetzelfde niveau samen te zetten om vervolgens te kijken hoever ze geraken met elkaar.
Instructies:
Je loopt rond en observeert enkele andere persoonsgebonden vaardigheden.
Bijvoorbeeld:
Materiaal:
Je legt aan de hand van de grote opdrachtkaarten kort de praktische opdracht uit. De opdrachtkaarten blijven op een centrale plaats, zodat de leerlingen altijd kunnen komen kijken. Ze krijgen wel een instructieblad per twee leerlingen mee.
Oefeningen:
Zoals voor de rope skipping, kun je ook een ZERO 10 opstellen, bijvoorbeeld voor balvaardigheid met opdrachten zoals:
De leerlingen kiezen hierbij zelf de balsoort (grootte, hardheid ...)