Je observeert of leerlingen zich veilig genoeg voelen om over zichzelf te vertellen, maar ook of ze respectvol en nieuwsgierig naar de ander kunnen luisteren.
- IKid1Basisvertrouwen ontwikkelendetail
- -9.5Vertrouwen hebben in zichzelf - zichzelf aanvaarden met zijn mogelijkheden en beperkingen - zichzelf durven zijn, alleen en tussen anderen - voor zichzelf opkomen
Elke leerling brengt om de beurt een doos (schatkist) mee waarin hij dingen stopt die voor hem heel belangrijk zijn. Die stelt hij aan de anderen voor.
Het is heel belangrijk dat de leerlingen zich veilig voelen. Zo is het van groot belang dat de luisteraars de spreker niet onderbreken. Daarvoor kan een vlag of praatketting gebruikt worden. Zolang de spreker de ketting om heeft of zolang de vlag rood is, mag niemand iets vragen. Zodra de vlag groen wordt of de ketting uit gaat, mogen er vragen gesteld worden.
Elk kind krijgt de tijd om zelf met zijn schatkist naar de groep te komen. Niemand wordt geforceerd.
Je observeert de spreker:
Je observeert de leerlingen die luisteren wanneer iemand vertelt over wat hem dierbaar is:
Na een schatkistverhaal waardeer je de leerling voor de moeite die hij heeft gedaan om zijn verhaal te brengen.
Je noteert welke problemen leerlingen eventueel hebben, wat goed of minder goed ging en wie aanmoediging nodig heeft.
Nadien vraag je (vertrouwelijk) aan de leerling zelf hoe hij zich voelde toen hij zijn verhaal vertelde en waarom: