Nadat de leerlingen werkten volgens de jigsawmethode, bevraagt elke leerling de andere leerlingen rond dat domein dat hij bestudeerde. Elke leerling komt zo in de rol van expert en evaluator, en elke leerling wordt over andere domeinen bevraagd door medeleerlingen.
Groep één onderzoekt de habitat, groep twee het uiterlijk, groep drie het voedsel en groep vier wat bedreigend is voor dit dier.
De leerlingen werken via de jigsawmethode rond een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld rond 'de arend'.
Wanneer de leerlingen per groep klaar zijn, vormen ze nieuwe groepen. In elke groep zit een leerling die onderzoek deed naar de habitat, het uiterlijk, het voedsel en wat bedreigend is. In deze nieuwe groepen delen de leerlingen hun kennis.
De leerlingen evalueren elkaar:
Je sluit af met een reflectiegesprek en laat de leerlingen rond hun expertise aan het woord rond de vraag: