Met de evaluatiematrix geeft de leraar aan de leerlingen mee welke criteria hij gaat gebruiken om de oplossingen van vraagstukken/problemen te beoordelen. Om niet enkel het product te beoordelen, laat hij de leerlingen hun oplossingen in een logboek noteren. Op deze manier reflecteren leraar en leerlingen samen over de oplossingsweg.
- IVzv2Op een efficiënte manier informatie en leerervaringen opnemen, verwerken, weergeven (delen) en deze onthouden en inzetten bij nieuwe ervaringen en in complexere situaties
- IVoc4Alleen en met anderen kritisch reflecteren op ervaringen en bevindingen en daaruit leren
- WDlw3Wiskundige problemen oplossen in betekenisvolle situaties binnen en buiten de klas en de redeneringen daarbij onderbouwen, vergelijken, bijsturen, weergeven en beoordelen
In een les of bij een toets wiskundige problemen, geeft de leraar vooraf een evaluatiematrix mee. De bedoeling is om de criteria waarop de leraar de oplossingen zal beoordelen duidelijk te maken voor de leerlingen, en om groeilijnen hierin te erkennen.
Na de beoordeling gaat de leraar in gesprek met de leerling om samen te bekijken wat de werkpunten van de leerling zijn en hoe deze kunnen aangepakt worden.
Dergelijke matrices evalueren vooral het eindproduct, de oplossing van een probleem. De weg naar de oplossing is net zo belangrijk. De efficiëntste manier om het metacognitief denken te evalueren is door leerlingen hardop te laten denken. Dit is niet altijd haalbaar in een klassituatie.
Een logboek kan hier een antwoord op zijn. Je leert de leerlingen om hun denken te noteren in hun logboek. Hierin analyseer je terugblikkend op een activiteit de denkstappen van een leerling en kun je er samen met de leerling(en) over reflecteren.