Als vakbegeleiders vreemde talen krijgen we regelmatig de vraag waar en wanneer de doeltaal moet gebruikt worden. Hier willen we dan ook een lans breken om de doeltaal van bij het begin zo vaak mogelijk in te zetten. Dit geldt voor zowel de leerkracht als de leerling.
Op welke manier kun je de maximale inzet van de doeltaal realiseren?
We geven enkele suggesties en tips:
1. Leg samen met je collega’s een lijst met vaste instructies aan die je in de les gebruikt en vorm ze om tot ‘chunks’, ‘expressions figées’, ‘Redemittel’ of 'secuencias'. Chunks zijn vaste combinaties van woorden die vaak samen voorkomen en als eenheid worden geleerd. Ze helpen de leerlingen om vloeiender en natuurlijker te spreken.
2. Geef je les in de A-finaliteit of de B-stroom? Organiseer daar ‘le défi du quart d'heure, des vingt minutes, de la demi-heure...' Spreek met de leerlingen af dat je een bepaald stuk van de les, gedurende een vooropgestelde tijd enkel Frans zal spreken, bv. gedurende 15 min. of minder. Breid de volgende lessen de spreektijd in het Frans systematisch, in kleine stappen uit.
3. Bekijk ook de aandachtspunten en wenken die je terugvindt in het leerplan MVT waarmee je werkt. Ze bevatten net, zoals Kris Van den Branden aanbeveelt in ‘Onderwijs voor de 21ste eeuw’, tips om de doeltaal zoveel mogelijk in te zetten en de leerlingen maximale oefen- en leerkansen te bieden.