In opleidingsvorm 2 (OV2) worden leerlingen opgeleid om te wonen en te werken in een beschermd milieu. De focus ligt op het stimuleren van hun zelfstandigheid zodat de leerlingen slechts een minimum aan hulp nodig hebben in hun latere leven. De klassenraad houdt bij het uittekenen van het leertraject rekening met de talenten en sterktes van hun leerlingen zonder blind te zijn voor hun individuele noden.
De doelstelling van opleidingsvorm 2 is maatschappelijk functioneren en participeren in een omgeving waar in ondersteuning voorzien is en tewerkstelling in een werkomgeving waar in ondersteuning voorzien is. Uit SO/2011/03/BuSO
Deze opleidingsvorm geeft een algemene en sociale vorming (ASV) en een beroepsgerichte vorming (BGV) met het oog op integratie in een beschermd leef- en werkmilieu. De leerlingen worden dus voorbereid op een bezoldigde tewerkstelling met ondersteuning. Een prestatiegerichte werkhouding is dan ook belangrijk.
Het traject van de leerling focust op zelfstandigheids-, handvaardigheids-, en arbeidstraining. Lezen, schrijven en rekenen worden vooral functioneel aangeboden in functie van de zelfredzaamheid.
Omdat integreren in de maatschappij belangrijk is, trainen de leerlingen hun functionele vaardigheden vaak buiten het klaslokaal (winkel, post, openbaar vervoer …).
De ontwikkelingsdoelen voor opleidingsvorm 2 zijn geschreven vanuit een emancipatorisch gedachtengoed. Emancipatie laat zich vertalen in termen van zelfrealisatie, zelfbeschikking en participatie.
In het document ‘Visie op onderwijs in opleidingsvormen 1 en 2 van het buitengewoon secundair onderwijs’ vind je informatie over:
Oplijsting ontwikkelingsdoelen OV1 en OV2
Overzicht maatwerkprofielen BGV-OV2
Opleidingsvorm 2 kan georganiseerd worden voor de types 2, 3, 4, 6, 7 en 9. De opleiding omvat twee fasen, elke fase duurt ten minste twee leerjaren.
De eerste fase geeft voorrang aan de algemene en sociale vorming en waarborgt tevens de arbeidsgerichte vorming. Ten minste vijftien lesuren per week worden voorbehouden aan de Algemene en Sociale Vorming.
De tweede fase geeft voorrang aan de arbeidsgerichte vorming. Ten minste negen lesuren per week worden voorbehouden aan de Algemene en Sociale Vorming.
In deze opleidingsvorm kun je stages inrichten. Meer informatie over opleidingsvorm 2 vind je in de omzendbrief SO/2011/03/BuSO