Het buitengewoon secundair onderwijs (buso) is ingedeeld in vier opleidingsvormen die voor bepaalde types onderwijs aanbieden. Elke opleidingsvorm heeft een bepaalde finaliteit voor ogen.
Organisatie secundair onderwijs in Vlaanderen:
Bron overzicht: onderwijskiezer
In elke opleidingsvorm worden een aantal types georganiseerd. Hieronder vind je een overzicht welke types je in welke opleidingsvormen vindt. Het attest buitengewoon secundair onderwijs omvat telkens een combinatie van beide.
In het overzicht staan de combinaties die mogelijk zijn in het groen, de oranje vakjes zijn niet mogelijk.
Jongeren uit verschillende types kunnen in vier opleidingsvormen terecht:
- Opleidingsvorm 1: sociale aanpassing
Deze opleidingsvorm geeft een sociale vorming met het oog op integratie in een beschermd leefmilieu. - Opleidingsvorm 2: sociale aanpassing en arbeidsgeschiktmaking
Deze opleidingsvorm geeft een algemene en sociale vorming en een arbeidstraining met het oog op integratie in een beschermd leef- en werkmilieu. - Opleidingsvorm 3: beroepsonderwijs
Deze opleidingsvorm geeft een sociale vorming en een beroepsvorming met het oog op integratie in een gewoon leef- en werkmilieu. Er worden verschillende opleidingen georganiseerd. - Opleidingsvorm 4: algemeen, beroeps-, kunst- en technisch onderwijs
Deze opleidingsvorm geeft een voorbereiding op een studie in het hoger onderwijs en op de integratie in het actieve leven. De studierichtingen komen overeen met de studierichtingen uit het gewoon voltijds secundair onderwijs.
Inschrijven in een school voor buitengewoon onderwijs (buo) kan pas als je een verslag voor buitengewoon onderwijs hebt gekregen. Het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) is verantwoordelijk voor het opstellen en afleveren. Het verslag integreert een attest + een protocol.
De specifieke onderwijs- en opvoedingsbehoeften (SOOB) van de leerling zijn bepalend voor een verwijzing naar buo, eerder dan de stoornis of beperking. Het CLB maakt het verslag op na uitgebreid overleg met school, ouders en leerling.
In dat verslag staat onder meer :
- welk type buo het meest geschikt is;
- welke opleidingsvorm (OV) het meest geschikt is (buso).
Die combinatie type/opleidingsvorm bepaalt de plaats waar de leerling kan inschrijven.