Auteur: Anne-Marie Hartmann
Hoe kunnen we het vreemdetalenonderwijs toegankelijker maken voor leerlingen met dyslexie? In O, dat is leuk! biedt Anne-Marie Hartmann een helder en hoopvol antwoord. Het boek combineert wetenschappelijke inzichten met praktijkgerichte tips en toont hoe taalverwerving ook voor deze leerlingen een haalbare én plezierige uitdaging kan zijn.
Hartmann is bovendien ervaringsdeskundige: als persoon met dyslexie weet ze als geen ander waar leerlingen tegenaan lopen én wat hen kan helpen. Ze bespreekt op toegankelijke wijze de cognitieve en emotionele impact van dyslexie en reikt strategieën aan die het leren van moderne vreemde talen ondersteunen. Leerkrachten vinden er concrete voorbeelden, werkvormen en didactische suggesties die meteen toepasbaar zijn. Ook al vertrekt het boek vanuit haar ervaringen in het Nederlandse voortgezet onderwijs: de voorbeelden van aanpak lijken zo uit de leerplannen geplukt en zijn makkelijk om te zetten naar onze onderwijsrealiteit.
Wat dit boek bijzonder maakt, is de positieve insteek: het vertrekpunt is niet de beperking, maar het potentieel van elke leerling. De titel is dan ook veelzeggend – taal leren mag en kan ook leuk zijn, voor iedereen.
De nadruk op doelgerichte communicatie toont eens te meer aan dat goed taalonderwijs ook inclusief onderwijs is. Door je lessen te organiseren in functie van doelgerichte communicatie, kom je tegemoet aan verschillende leerstijlen en behoeften van leerlingen, het vraagt dus geen ‘extra’ inspanning voor wie anders, trager of sneller leert.
Een aanrader voor elke taalleerkracht die inclusief en motiverend vreemdetalenonderwijs wil aanbieden.
Auteur: Victoria Mas
Na Le Bal des Folles en Un miracle neemt Victoria Mas de lezer met L’orpheline du Temple mee naar het hart van de Franse Revolutie. Het verhaal ontvouwt zich in briefvorm: Joseph Herbelin, cipier in de Tour du Temple, schrijft aan zijn tante en reflecteert op de gebeurtenissen die zich rond hem afspelen.
Centraal in de gebeurtenissen rond Herbelin staat Marie-Thérèse de France, opgesloten dochter en wees van de intussen terechtgestelde Lodewijk XVI en Marie-Antoinette. Mas verankert haar verhaal stevig in historische feiten, maar laat ook de verbeelding spreken. Het claustrofobische decor van de Temple, de mensonterende behandeling van de koningskinderen, de morele dilemma’s van de cipier en de spanningen tussen ideologie en menselijkheid geven de roman een krachtige gelaagdheid. De brieven zorgen voor vaart en houden jou als lezer geboeid tot het einde.
Marie-Thérèse-Charlotte est la plus malheureuse personne du monde. Elle ne peut obtenir de savoir des nouvelles de sa mère, pas même d’être réunie à elle, quoiqu’elle l’ait demandé mille fois. Vive ma bonne mère que j’aime bien et dont je ne peux savoir des nouvelles!
Ô mon père, veillez sur moi du haut du Ciel.
Ô mon Dieu, pardonnez à ceux qui ont fait souffrir mes parents!
Wat L’orpheline du Temple bijzonder maakt, is de balans tussen feit en fictie. Mas pretendeert geen strikte reconstructie te schrijven, maar weet met literair raffinement een beklijvend portret te schetsen van een turbulente periode. Daardoor overstijgt het boek het genre van de historische roman en wordt het een tijdloze reflectie over macht, aantrekkingskracht en empathie.

