Aanvangsbegeleiding in het onderwijsinternaat
Aanvangsbegeleiding is cruciaal om je nieuwe internaatmedewerkers te ondersteunen. Als internaatdirecteur kan je dit vormgeven op verschillende manieren:- Een startgesprek met je internaatmedewerker. De aanvangsbegeleider en (indien van toepassing) ev. ook de meter of peter kan hier ook bij zijn om je wegwijs te maken in je nieuwe job. Het pedagogisch project en de visie wordt toegelicht. Een peter/meter die aan de internaatmedewerker wordt toegewezen voor een periode van ongeveer 1 jaar (indien van toepassing). Gedurende dit eerste werkjaar heeft de aanvangsbegeleider een centrale plaats op vlak van interne samenwerking. De meter en/of peter kan daarnaast een makkelijk aanspreekpunt zijn voor de starter bij praktische vragen tijdens het werk…
- Afspraken over het aantal gesprekken dat met de aanvangsbegeleider zal ingepland worden, de vorm, en/of locatie, alsook over de rapportering (zie ook kwaliteitskaart).
- De uitleg over de benoemingsprocedure toelichten.
- Het uurrooster van de internaatmedewerker wordt overhandigd, en ook de regeling rondom vervangingen wordt toegelicht.
- Toelichting over hoe, waar en wanneer het teamoverleg verloopt, de data bezorgen, en de verslagen van de voorbije teamoverlegmomenten. Hoe kunnen agendapunten ingebracht worden? Zorgen dat de starter een werkmailadres krijgt. Indien van toepassing: een (collectieve) werkgsm.
- Een rondleiding op het internaat: alle lokalen, toegangen en uitgangen, alsook eventuele evacuatieroutes worden samen afgelegd en toegelicht. De sleutels worden overhandigd en het gebruik van eventuele alarmsystemen worden geduid. De locatie van de EHBO-koffer en afspraken in geval van ziekte of ongeval van een intern worden geduid en toegelicht. Andere belangrijke crisisprocedures worden overlopen.
- De slaapplaats van de internaatmedewerker wordt getoond en er wordt geduid wat de slapende waak inhoudt. Wat moet gebeuren in geval van een noodsituatie tijdens de nacht wordt toegelicht.
- Het weekrooster van het internaat wordt toegelicht: hoe ziet een week er op het internaat uit. Bij elk dagonderdeel wordt geduid wat concreet de rol en verwachtingen van de internaatmedewerker is.
- Indien nodig en van toepassing: toelichting over het gebruikte communicatiesysteem: hoe communiceren wij binnen het team? Waar kan hij/zij de info vinden? Hoe brengt hij/zij ev. onkosten in? Indien gewerkt wordt met Smart school , Flock of een ander platform wordt het gebruik aangeleerd.
- Een professionaliseringstraject op maat (starttraject): welke basisopleiding heeft de internaatmedewerker gevolgd? Is hij/ zij vertrouwd met het RiK ? Waar is hij /zij sterk/expert in? Welke vormingen zouden helpend kunnen zijn? De afspraken over het mogen volgen van en inschrijvingen voor vormingen worden geduid, alsook ev. afspraken rondom het terugkoppelen van inhouden aan de rest van het team. De internaatmedewerker krijgt de overzichtstabel en wordt vertrouwd gemaakt met de site nascholingen.be
- Waar kan de internaatmedewerker informatie vinden over de internen? Wat wordt opgevolgd en op welke manier? Welke taken/ verantwoordelijkheden heeft de internaatmedewerker naar contacten met de ouders?
- Een tof introductiemoment aan de rest van het team, waar liefst ook op een aangename ontspannen manier kan kennis gemaakt worden.
- Een inloopperiode waar je starter de ruimte krijgt om de job en de cultuur van het internaat te leren kennen en uit te groeien tot een echt lid van het team, liefst door een tijdje samen te lopen met een collega indien mogelijk/haalbaar. Na deze inloopperiode kan een gesprek ingepland worden om te kijken hoe het loopt en of er al bepaalde behoeften/noden zijn.
- Een 100–dagen gesprek kan je meteen inplannen met je startende internaatmedewerker om terug te blikken naar de voorbije periode en om vooruit te blikken. Ook hier kunnen ev. vormingsnoden besproken worden.
- Verwachtingen en vragen van de startende internaatmedewerker?
- Afspraken?
- Bezorg de starter hier een duplicaat van achteraf.
- De starter leert de job beter kennen.
- De starter ervaart de wijze waarop het DNA van het internaat (waarden, normen,opvattingen, visie…) doorwerkt in de dagelijkse werking.
- De starter ervaart de werkcultuur binnen het internaat en vindt hierin zijn/haar plaats.
- De starter voelt zich snel thuis in het internaat
- De starter ervaart steun en begrip van zijn/haar collega’s.
Van de andere collega’s mag je verwachten dat zij – spreek hen hier op voorhand ook op aan, en neem het op tijdens het functioneringsgesprek:- vragen van de starter beantwoorden of doorverwijzen naar de juiste mensen en plaatsen in het internaat
- Inspireren door model te zijn
- Inhoudelijke expertise delen
- Een kritische vriend zijn van de starter
Als de starter aan meerdere internaatvestigingen gebonden is, zorg ervoor dat hij/zij in iedere omgeving een aanspreekpunt heeft door op de verschillende settings een rondleiding en kennismaking te voorzien.
De inloopperiode concreet vorm geven
Inloopperiode Jullie geven deze inloopperiode samen vorm door verschillende soorten leeracties op te nemen. Hieronder worden enkele voorbeelden gegeven, vul aan of verwijder waar nodig. | Betrokken collega’s |
1. Ervaring opdoen | |
Een activiteit die een internaatmedewerker begeleidt, observeren | |
Een studie mee bijwonen | |
Een oudercontact dat een collega voorzit observeren. | |
Een kindcontact van een collega observeren. | |
De reftermomenten bijwonen | |
2. Reflecteren | |
Met een collega een voorbereiding van een activiteit volgen en doorspreken een kind- of oudercontact doorspreken. | |
Nadat iemand een vorming gevolgd heeft: Met collega’s nieuwe kennis verdiepen en linken aan de praktijk. | |
Met de aanvangsbegeleider de eigen eerste ervaringen bespreken en evalueren | |
3. Deelnemen aan praktijk | |
Co-begeleiden: samen een activiteit vormgeven en begeleiden. | |
Samen een kindcontact voorbereiden en uitvoeren. | |
Samen met een ervaren collega een oudercontact doen. | |
Aan kennisdeling doen met collega’s als de starter ergens expertise in heeft | |
In co-creatie met een ervaren collega materialen/ activiteiten ontwikkelen. | |
4. De praktijk onderzoeken | |
Terugblikken op eerste ervaringen, en aanpakken (met de aanvangsbegeleider). | |
5. Deelnemen aan vorming | |
Deelnemen aan één van de starttrajecten voor nieuwe medewerkers. (BAVO startende internaatmedewerkers) | |
Een professionaliseringsinitiatief op maat volgen. | |
6. Aan zelfstudie doen | |
Inhouden i.f.v. de job eigen maken, bijvoorbeeld: het pedagogisch kader lezen, het ABC voor internaten, het boekje ontwikkelingsgericht werken met internen | |
Een leerpad volgen bv. rondom het RiK Kwaliteitsvol op pad met RiK | |
Een boek lezen i.f.v. de jobinhoud. | |
Na de eerste maanden heb je een ‘100–dagen gesprek’ met je starter om terug te blikken en vooruit te blikken
- Terugblikken naar de ervaringen met je nieuwe job (opdracht, werkafspraken, positieve en minder positieve ervaringen …).
- Terugblikken naar de integratie in het internaat, het team.
- Vooruitblikken naar de komende periode.
Voorbeeldvragen voor het gesprek
- Hoe heb je de afgelopen inloopperiode ervaren?
- Wat loopt goed? Waar loop je tegenaan?
- Hoe loopt de integratie in je team?
- Zijn de verwachtingen t.a.v. je job voldoende helder?
- Matcht de jobinhoud met de verwachtingen die je zelf had?
- Wat is je opgevallen in ons internaat?
- Hoe wil je verder ontwikkelen en wat heb je hiervoor nodig?