Leerplandoel 22

De leerlingen verklaren mogelijke verschillen tussen twee historische bronnen over hetzelfde onderwerp.

Waarom?

sla link op in klembord

Kopieer

Uit vakdidactisch onderzoek weten we dat leerlingen vaak heel naïef-objectief naar het verleden kijken. Wanneer twee bronnen elkaar tegenspreken, denken ze dat er één juist moet zijn en de andere fout. Nochtans kan het perfect dat de twee bronnen, elk vanuit een bepaalde standplaatsgebondenheid, tot een andere inschatting komen maar dat ze beide plausibel zijn. De meeste historische situaties zijn immers heel complex en zijn niet eenduidig te reconstrueren.

Wat?

sla link op in klembord

Kopieer

Leerlingen kunnen zelf verwoorden waarom twee historische bronnen over hetzelfde onderwerp elkaar tegenspreken.

  • Iemand kan een foute weergave van de feiten geven, al dan niet bewust.
  • Er kan een andere interpretatie gegeven worden van een complexe werkelijkheid. Deze vorm van ‘tegenstrijdigheid’ – misschien niet de ideale woordkeuze in dit geval – komt veel vaker voor. Alleen al op de vraag wanneer iets begon, kan heel uiteenlopend geantwoord worden. Idem voor de mogelijke oorzaken.

Aandachtspunten

sla link op in klembord

Kopieer

  • Leerlingen zullen spontaan focussen op de eerste verklaring, terwijl de tweede verklaring veel vaker in het spel is.

Hoe?

sla link op in klembord

Kopieer

  • Met een voorbeeld uit de eigen leefwereld: de klassieke ruzies tussen kinderen van een gezin waarbij het nooit echt duidelijk is wie nu begonnen is omdat het moeilijk is om een beginpunt te definiëren.
  • Net zoals bij leerplandoel 25 kun je werken met starters zoals: Het verschil in voorstelling tussen beide bronnen valt te verklaren vanuit (auteur/functie/doelpubliek/…)

×
Kijkt als...
Niveau
Regio