We kiezen er niet zomaar voor om een nieuw leerplan te ontwikkelen. Drie belangrijke redenen voor deze beslissing vind je hier.
Sinds de eerste stappen in het ontwikkelproces van Zin in leren! Zin in leven! is de samenleving veranderd. Een aantal ontwikkelingen (en het tempo waarin ze zich voltrekken) konden we toen niet voorzien:
Nieuwe technologische ontwikkelingen bepalen de manier waarop we met informatie omgaan. Kijk maar naar de steeds grotere rol van sociale media of de opkomst van artificial intelligence.
Onze samenleving evolueert. Vandaag kunnen we spreken van een superdivers Vlaanderen. Daarnaast is er ook de impact van mondialisering op ons dagelijks leven en op onderwijs.
We zien bijvoorbeeld dat internationaal vergelijkend onderzoek naar de kwaliteit van onderwijs steeds meer gewicht krijgt. Een ander voorbeeld: de manier waarop wetenschappelijk onderzoek naar effectief onderwijs onze kijk op onderwijs steeds sterker beïnvloedt.
De samenleving verwacht dat in onderwijs goed wordt ingespeeld op deze ontwikkelingen. Daarom startte de politieke overheid het proces op om nieuwe minimumdoelen voor basisonderwijs te omschrijven. En dat is natuurlijk op zijn beurt een gelegenheid om ook het leerplan voor katholiek basisonderwijs opnieuw te bekijken.
Bij de ontwikkeling van een leerplan baseren we ons steeds op de beschikbare wetenschappelijke bronnen en inzichten. Maar wetenschap staat niet stil.
Actuele inzichten uit onderwijskundig onderzoek wijzen bijvoorbeeld op volgende elementen die van belang zijn voor de ontwikkeling van een leerplan:
Het oefenen van vaardigheden gebeurt best in combinatie met het aanleren van inhouden. We mogen daarbij niet veronderstellen dat transfer optreedt: een vaardigheid die bij één bepaalde inhoud verworven is, zal bij een andere inhoud als nieuw moeten worden geoefend.
Hoe meer (voor)kennis een kind heeft, hoe makkelijker het nieuwe kennis kan verwerven. Datkomt omdat er in een uitgebreid kennisschema meer kapstokken aanwezig zijn om nieuwe kennis aan op te hangen.
Als ik de hele onderwijspsychologie zou moeten terugbrengen tot slechts één principe, dan zou ik het als volgt zeggen: De belangrijkste factor die het leren beïnvloedt is wat de leerling al weet.David Paul Assubel
Hoe duidelijker een leerplan aangeeft wat op een bepaald moment aan de leerlingen moet worden aangeboden, hoe beter leraren dit leerplan kunnen uitvoeren en hoe hoger de leerprestaties van leerlingen. Dat betekent dat doelen zo duidelijk mogelijk moeten geschreven zijn, dat de samenhang tussen doelen helder moet gemaakt worden, dat de inhouden en de woordenschat die aan bod moet komen zo concreet mogelijk omschreven wordt
En zo kan je nog meer elementen opsommen. Door de groeiende consensus in de onderzoekswereld rond dergelijke nieuwe inzichten was het nodig om te bekijken of en hoe we dit in het leerplan voor katholiek basisonderwijs kunnen verwerken. Al snel bleek dat een geheel nieuwe structuur voor het leerplan nodig was om dat te doen.
We deden een online gebruikersbevraging over Zin in leren! Zin in leven! waarop we bijna 1500 antwoorden ontvingen. Gebruikers gaven daarbij heel duidelijk aan dat zij verwachten dat het leerplan in de toekomst duidelijker en concreter zou worden. Dat betekent onder andere:
Feedback van schoolteams, voortschrijdend inzicht over kwaliteitsvol onderwijs en evoluties in de samenleving vragen om een nieuw leerplan.
Na een grondige analyse werd het besluit genomen dat het bestaande leerplan actualiseren, bijvoorbeeld door doelen anders te formuleren, onvoldoende is. Daarmee kunnen we niet garanderen dat het leerplan het juiste instrument is om in ons onderwijs op de uitdagingen van vandaag én morgen een antwoord te bieden.
We kiezen voor een nieuw leerplan. De uitgangspunten van dit nieuwe leerplan, de kenmerken ervan en de praktische planning van ontwikkeling en implementatie vind je verder op deze website.