Neen, het belangrijkste is dat er in je instelling een LOC is (art. 12, § 1 LOC-decreet).
LOC-verkiezingen zijn maar nodig als er in je LOC meer effectieve mandaten te verdelen zijn dan er vakbondsafgevaardigden zijn van een vakbond die minstens tien procent personeelsleden van de school of van de scholen die tot het LOC behoren, vertegenwoordigt (art. 17, § 2 LOC-decreet). De vakbondsafgevaardigden van die vakbond zijn namelijk automatisch (“van rechtswege”) lid van het LOC (art. 17, § 1 LOC-decreet).
Indien er meer dan acht vakbondsafgevaardigden zijn, of indien er meer vakbondsafgevaardigden zijn dan het beperkte aantal mandaten dat de vakbondsafgevaardigden onderling overeengekomen zijn, moeten de vakbondsafgevaardigden onderling uitmaken wie van hen in je LOC zullen zetelen (art. 17, § 3 LOC-decreet).
De vertegenwoordigers van het bestuur in je LOC worden aangeduid door het bestuursorgaan. Voor die vertegenwoordiging is er dus nooit een verkiezing nodig.
Neen, het LOC-decreet verplicht je enkel tot de organisatie van verkiezingen indien er in je LOC meer mandaten toe te kennen zijn dan er vakbondsafgevaardigden zijn (art. 17, § 2 LOC-decreet). Er is geen bepaling die verbiedt om in samenspraak met de vakbonden die een lijst ingediend hebben, af te spreken om de kiesprocedure te beëindigen indien in de loop van de opgestarte procedure blijkt dat het aantal voorgedragen kandidaten kleiner of gelijk is aan het aantal nog toe te kennen mandaten.
Om discussies achteraf te voorkomen, acteer je de stopzetting van de kiesprocedure het best in een protocol van stopzetting dat ondertekend wordt door een vertegenwoordiger van het bestuur en door een afgevaardigde van elke betrokken vakbond. Een model van protocol van stopzetting is beschikbaar op de PRO.-website.
Dit protocol vermeldt dan het best ook de namen van de kandidaten die als effectieve leden in je LOC zullen zetelen.
Indien er in je LOC meer effectieve mandaten te verdelen zijn dan er vakbondsafgevaardigden zijn, dan moet je LOC-verkiezingen organiseren (art. 17, § 2 LOC-decreet).
Je moet de LOC-verkiezingen organiseren op basis van een kiesreglement dat in het LOC van je instelling overeengekomen is (art. 22, 1ste lid LOC-decreet).
Indien er in je instelling nog geen LOC bestaat – en er dus ook nog geen kiesreglement overeengekomen kan zijn – moet je voor de eerste verkiezingen gebruikmaken van het model van kiesreglement dat in 1995 opgesteld is door het Centraal Paritair Comité voor het Katholiek Onderwijs (art. 63 LOC-decreet). Dit kiesreglement is beschikbaar op de PRO.-website.
Bestuur en vakbondsafgevaardigden kunnen onderling wel overeenkomen om van dit model af te wijken (art. 63 LOC-decreet).
Het model van kiesreglement bepaalt dat het instellingsbestuur verantwoordelijk is voor de organisatie van de verkiezingen (art. 4, § 1, 1ste lid kiesreglement).
Om pragmatische redenen komt Katholiek Onderwijs Vlaanderen met de onderwijsbonden een periode overeen waarin de LOC-verkiezingen moeten plaatsvinden. Maar de concrete verkiezingsdag in je instelling moet je vastleggen in overleg met je vakbondsafgevaardigden. Indien er in je instelling geen vakbondsafgevaardigde is, moet je de kiesdatum overeenkomen met de vakbonden (art. 4, § 1, 2de lid kiesreglement).
De overeengekomen datum moet je uiterlijk dertig kalenderdagen voor de verkiezingsdag afficheren op een duidelijk zichtbare plaats (art. 4, § 2 kiesreglement).
De vakbonden moeten hun kandidatenlijst uiterlijk vijftien kalenderdagen voor de verkiezingsdag aangetekend of tegen ontvangstbewijs bezorgen aan de voorzitter van je bestuursorgaan (art. 6 kiesreglement).
Uiterlijk zeven kalenderdagen na de uiterste datum van indiening van de kandidatenlijsten, moet het bestuursorgaan de ingediende kandidatenlijsten afficheren op een duidelijk zichtbare plaats (art. 7, 1 kiesreglement).
Uiterlijk zeven kalenderdagen na de uiterste datum van indiening van de kandidatenlijsten moet het bestuursorgaan de datum, het tijdstip, het lokaal of lokalen waar gestemd kan worden en het aantal effectief toe te wijzen mandaten afficheren (art. 7, § 2 kiesreglement).
Uiterlijk zeven kalenderdagen voor de kiesdatum moet het bestuursorgaan de tijdelijk afwezige personeelsleden uitnodigen om aan de stemming deel te nemen. Die uitnodiging kan bij gewone brief verstuurd worden ofwel afgegeven worden tegen ontvangstbewijs (art. 8 kiesreglement).
Er is stemrecht, geen stemplicht (art. 14 kiesreglement). Iedereen die op de dag van de verkiezingen een arbeidsovereenkomst heeft met het instellingsbestuur, mag aan de verkiezingen deelnemen. De lijst met stemgerechtigde personeelsleden kan dus verschillen van de lijst die gebruikt is voor de berekening van het aantal mandaten.
Het stemrecht geldt niet voor de directeur omdat hij sowieso zitting heeft in je LOC als permanent adviseur (arts. 16, 2de lid en 18, § 1 LOC-decreet). Ook de preventieadviseur en de vertrouwenspersoon mogen niet stemmen omdat ze nooit lid kunnen zijn van de werkgevers- of werknemersvertegenwoordiging van de instelling waarvoor ze werken (art. 57 Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk).
Het stemrecht geldt niet voor de preventieadviseur en de vertrouwenspersoon omdat ze nooit lid kunnen zijn van de werkgevers- of werknemersvertegenwoordiging van de instelling waarvoor ze werken (art. 57 Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk).
De stemming is geheim en gebeurt aan de hand van een stembiljet (art. 13 en 12 kiesreglement).
Stemmen bij volmacht is mogelijk maar een personeelslid kan slechts houder zijn van één volmacht (art. 10 kiesreglement).
De stemopneming gebeurt op een centrale plaats door een lid van het bestuursorgaan in aanwezigheid van (een) vakbondsafgevaardigde(n) (art. 16 kiesreglement).
Het kiesresultaat wordt geafficheerd op de plaats waar tevoren de kandidatenlijsten uitgehangen zijn (art. 17 kiesreglement).
De kandidaten met het hoogste aantal stemmen zijn verkozen. Bij gelijk aantal stemmen krijgt die kandidaat voorrang die de grootste anciënniteit heeft in de betrokken instelling of instellingen (art. 19, 1ste lid LOC-decreet).
De niet-verkozen kandidaten worden in volgorde van hun stemmenaantal aangeduid als opvolger (art. 19, 2de lid LOC-decreet).
Je bestuursorgaan moet de kandidaten schriftelijk op de hoogte brengen van het kiesresultaat en voor iedere kandidaat afzonderlijk vermelden of hij verkozen is als effectief lid of als opvolger; voor de opvolgers moet ook de rangorde van hun opvolging meegedeeld worden (art. 19 kiesreglement).
Na het afsluiten van de kiesprocedure notuleer je de samenstelling van de nieuwe personeelsdelegatie het best in een proces-verbaal dat ondertekend wordt door een vertegenwoordiger van het bestuursorgaan en door een vertegenwoordiger van elk van de vakbonden die in het LOC vertegenwoordigd zijn. Een model van proces-verbaal is beschikbaar op de PRO.-website.